Volk. Jaargang 2(1936-1937)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 208] [p. 208] Dirk Vansina: Sint Christoffel voor Annie. Christoffel, de reus met het kinderhart, sliep toen 'n kind, in den nacht, om z'n bijstand riep. Zijn naam, in den mond van 'n roependen knaap klonk zoeter dan 't droomlied van z'n slaap. Hij opent de deur. Hij treedt in het donker. De nacht is zilver van sterrengeflonker. Wat frazelt dit kind met lieflijk getater? Moet hij het dragen over het water naar 'n ongeziene en verre oever? Hij zal het doen. Hij is geen snoever. Zijn schoft is breed. Zijn beenen sterk als de steenen pijlers van gindsche kerk. In zijn dijen en kuiten schuilt 'n macht die de sloopende moeheid trotseerend veracht. Zoowel d'eerste die komt na 'n korte tijd als de tweede, de ware, waartegen men strijdt met koppigen wil, zwijgzaam en stug. Nu stapt hij in 't water, het kind op z'n rug, in d'hand, als staf, 'n halve boom. Zoo stapt hij wadend in zijn droom. Het kind is zwaar, het water wijd. Christoffel stapt in d'onsterfelijkheid; de goede reus, met de kinderziel wien 't dragen niet zwaarder maar lichter viel, [pagina 209] [p. 209] door stroelende waâtren, met Gods genâ naar 'n goddelijk verre Amerika, naar 'n land ongekend, waar 'n moeder breidt hare armen naar wie door de zeeën schrijdt met haar kind op z'n rug veilig en droog met zijn God op z'n schouder, heilig en hoog... - Ga zoo, door mijn leven, gij, Christophoor naar den verren hemel mij verder voor en volg ik U na, wordt mijn last me te zwaar aait 'n poezelig handje ook mij, door het haar en 'k stap vastberaden en word niet moe en de wateren schaâtren mij vreugde toe. SINT CHRISTOFFEL Lino: M. BILCKE Vorige Volgende