Volk. Jaargang 2

[p. 161]

Bert Peleman: Kantiek

(Voor FRED. OST)

Dit is het volk der beide Breughels:
het boerenvolk dat bloed noch bodem schendt;
dat aan uit floer-gevlochten teugels
de paarden naar de jaarmarkt ment.

Dit is het volk van Jeroen Bosch
dat boet en blootvoets beêvaart gaat;
maar voor 'n bruiloftsfeest den vetsten os
al zingend aan het haardvuur braadt.

Dit is het volk van Rembrandt en van Brouwer
dat arm geplunderd om geen aalmoes vraagt,
maar trotsch en op zijn donk're schouwer
het gerstenbier bij hecto's draagt.

Dit is het volk van Memlinc en Metsys
dat peilt de zin der eeuwigheid,
en onder wolken, Scheldegrijs,
met zijn processies door de velden schrijdt.

Dit is het volk van Rubens en Van Dyck:
het boerenvolk dat in zijn vuisten klemt
het asscheschrijn van Klaas' verkoolde lijk
en bij den opmarsch feestfanfaren stemt.

1937