Volk. Jaargang 2
(1936-1937)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 9]
| |
Dirk Vansina: Het kultuurprobleem en het congres van MechelenHet zwaartepunt van het Congres lag ongetwijfeld in de sectie Kultuur. Daar wij in Vlaanderen niet gewoon zijn kultureef te denken, - alvast niet in litteraire middens - kan het zijn nut hebben het begrip kultuur nader toe te lichten; daarna zullen wij onzen huidigen tijd van kultureel standpunt uit beschouwen om te zien hoe het vraagstuk van het katholicisme zich op dit oogenblik stelt, waarna wij de besluiten zullen in herinnering brengen door de sectie getroffen. Het religieus gevoel is de oergrond van elke kultuur. Daaruit volgt dat kultuur met het religieuze als lotsverbonden moet aanzien worden. Kwijnt het religieuze gevoel zelf weg, dan ontaardt kultuur tot beschaving. Anderzijds hoeft het religieuze gevoel niet noodgedwongen kultuur voort te brengen en staat in elk geval de graad van ontwikkeling eener kultuur niet in rechtstreeksch verband met de intensiteit van het religieuze leven. Er zijn voorbeelden aan te wijzen waarbij een sterk ontwikkelde kultuur met een eerder slappe religieuze beleving samenvalt, terwijl omgekeerd een intensief religieus leven een zwakke kultuur in stand hield. Is godsdienst mogelijk zonder kultuur, dan is anderzijds kultuur zonder religieuzen grondslag gewoon ondenkbaar. Dat religieuze gevoel is immers én voedingsbodem én bindend ciment. Als het wegvalt vallen ook alle kultuurwaarden tot in zichzelf besloten werelden uiteen, wat wij bij de verwording tot beschaving zien gebeuren. Dan vervalt het eene kultuurgoed tot specialiteit en nemen experten de plaats van kultuurmenschen in. Naar het haast onvertaalbare woord van Frobenius is Kultuur ‘eine Organität’Ga naar eindnoot(1) en dat heeft ze juist aan haar religiositeit te danken. Wij zegden hooger dat religieus leven zonder kultuur mogelijk is. De kulturen uit haar ontstaan mogen uitsterven; het religieuze gaat daaraan niet dood; kan integendeel op een bepaald oogenblik in nieuwe kulturen uitbotten. Een godsdienst zonder kultureelen bovenbouw leeft echter in de katakomben; zoodat deze bouw voor de verspreiding en instandhouding onder breede volkslagen van overwegend belang mag geacht worden. Het is met het godsdienstig leven van een volk niet goed gesteld, als de kultuur van dit volk niet met zijn godsdienst in organisch verband staat. De ideaal toestand is, volgens SchelerGa naar eindnoot(2), een zoo diep mogelijke en | |
[pagina 10]
| |
rijke harmonie van godsdienst en geesteskultuur, en deze ontstaat slechts dan, als eene vooreerst als zelfstandig ervarene, en gelijktijdig als een tot de eerste en hoogste aangelegenheid der menschen algemeen aanziene godsdienst, de kultuur en al hare gebieden onwillekeurig dermate inspireert, dat de adem van het eeuwig leven elk scheppend doen en elk werk als vanzelf doorvloeit, Daardoor is het in het wezen zelf der kultuurwaarden gelegen dat de mensch van uit elke afzonderlijke sfeer der waardevolle goederen (Recht, Staat, Kunst, Wetenschap enz.) tot een religieuze houding en van hieruit tot God moet kunnen geraken. Men kan de objektief waardevolle goederen der kultuur tot een waardenhiërarchie ordenen, uitgaande van het godsdienstige en trapsgewijs dalend naar het geestelijke, het maatschappelijke, het biologische, het economische. Kultuur beweegt zich, zooals al wat Natuur is, in dalende, neervloeiende richting voort. Een gletscher is geen einde maar een aanvang; godsdienst geen kultureele bekroning maar een begin. Kulturen zijn sterfelijk als individuen en doorloopen alle levensseizoenen op hun tijd. Zij kunnen ontaarden, en worden dan wat wij civilisatie noemen, Kulturen ontaarden wanneer zij zich van het religieuze afzonderen, wanneer zij zichzelf tot doel worden. Civilisatie is geïnteresseerd; kultuur is onbaatzuchtig. Op hun beurt vallen de kultureele onderdeden uiteen. De versplintering zet zich in het oneindige van individuen voort. De civilisatie zelf gaat in barbaarschheid ten onder. Wij kunnen dus samenvattend besluiten dat er van kultuur sprake is als de middelpuntzoekende kracht de overhand op de middelpuntvliedende kracht heeft; de hiërarchisch ordenende op de tuchtlooze hebzuchtige; de samenbindende op de verdeelende. Wil men niet in spraakverwarring vervallen, dan hoeft men dus het fundamenteel onderscheid tusschen kultuur en beschaving in acht te nemen. Volgens BerdjajefGa naar eindnoot(3) kan er, naast barbaarschheid (wat zich naar de laatste uitkomsten der volkerenkunde zelden voordoet); naast kultuur en civilisatie, zich nog een toestand van religieuze transfiguratie voordoen, Dit was deze van het Rusland der groote denkers en schrijvers der XIXe eeuw, en er zouden ook andere voorbeelden aan te wijzen zijn. * * * Indien wij ons huidig tijdperk beschouwen is het duidelijk dat de oude kristelijke kultuur er tot civilisatie is verworden. Nochtans is zij niet geheel uitgestorven. Zij leeft voort in enkele sterke persoonlijkheden wier fatum het hierdoor wordt, in tegenspraak te staan met hun tijd. Globaal gezien staat de katholieke kerk in een, in feite, ontkerstende sa- | |
[pagina 11]
| |
menleving. De moderne kristen mensch is een verscheurde mensch: a-religieus in zooverre hij modern en nog slechts religieus in zooverre hij kristen is. Men heeft gemeend hem terug te winnen door de middelen van den tijd apostolisch aan te wenden. Maar het is niet een kwestie van verovering van technische hulpmiddelen als film of radio. Godsdienst en civilisatie stooten nu eenmaal mekaar af omdat ze tegenstrijdig zijn. In een civilisatietijdperk wordt de godsdienst minder bekampt dan vergeten. Strijdbaar atheïsme is nog een vorm van godsdienstige belangstelling. Het aan den godsdienst onverschillig voorbijgaan is typeerend van den geciviliseerde mensch wiens belangstelling uitsluitend naar reëele goederen uitgaat. Een religieuze civilisatie is nu eenmaal even ondenkbaar als een geciviliseerde godsdienst. * * * Zooals het katholicisme er nu voor staat moet het, wil het niet geheel afgesloten geraken, ofwel een religieuze transfiguratie van het leven bewerken, ofwel een nieuwe kultuur stichten. Wij zeiden hooger dat in enkele kultuurscheppende persoonlijkheden, kultuur behouden blijft in beroerde perioden. Van deze persoonlijkheden uit kan een nieuwe kultuur zich aan een volk overzetten. Indien het katholicisme een voldoende aantal krachtige persoonlijkheden kan voortbrengen, kan deze door een elite veroverde kultuur op het volk overgedragen worden. Wat is een persoonlijkheid? Het is een mensch die zich met God verbonden voelt en van uit die godsverbondenheid zijn leven beheerscht. ‘Persoonlijkheid is alleen waar God en het goddelijke zijn’, zegt Berdjajef. Een persoonlijkheid is origineel ondanks zichzelf, terwijl een individualistisch persoontje oorspronkelijkheid najaagt. In de letterkunde kan een dichter die een persoonlijkheid is, zich schijnbaar, dat is: voor wie het accidenteele niet van het hoofdzakelijke kan onderscheiden, als een rhetor voordoen, terwijl de schrijver die hem aldus ziet dan werkelijk tot een literator is geworden... wat duizendmaal erger is. De kunstenaar die een persoonlijkheid is, zal zich niet in de kunst willen opsluiten, ze steeds als onderdeel zien van een kultureel verband; terwijl de individualist, als ordentelijk civilisatiemensch, luidop verklaren zal dat hij zich niet buiten haar welombakend terrein zal laten lokken.Ga naar eindnoot(4) Zijn een voldoende aantal persoonlijkheden aanwezig die het leven op een katholieke wijze religieus beleven, dan ontstaat er een elite waardoor kultuurschepping mogelijk wordt. Hiervoor behoeft men verder, noch een volksklasse, noch een menschenallegaartje in één staatsverband bijeen- | |
[pagina 12]
| |
gebracht, maar een volk. Alle kulturen zijn godsdienstig naar hun wezensgrond en nationaal naar hunne ontplooiing. * * * Vlaanderen 1936, In het voor ons zeer nabije Duitschland zijn teekenen aanwezig dat, door het nieuwe heidendom, het civilisatietijdperk zal ten einde loopen. Het religieuze gevoel drukt zich niet meer uit in het verschrompeld protestantisme, maar in een nieuwe godsdienst die met een nieuwe wordende kultuur in organisch verband staat. Binnen afzienbaren tijd staat de Kerk aldaar niet meer midden een a-religieuze omgeving, maar midden een vijandige kultuur. In Rusland laat zich een mystiek gelden die niet bij de religieuze transfiguratie van civilisatiedoeleinden blijvend verwijlen zal. Als zij zich opnieuw tot het leven richt is het niet uitgesloten dat ook hier andere godsdienstvormen ontstaan dan de luciferische der heerschende goddeloozenbeweging. In het huidige Vlaanderen laten én de duitsche én de russische mystiek hun aantrekkingskracht gelden. De tijd dringt. De toestand voor het katholicisme in ons land, zal door de inwerking van buitenlandschen invloed, eerder verergeren dan verbeteren. Het komt er dus op aan Vlaanderen tot een katholiek kultuurland om te scheppen op den kortst mogelijken tijd. Vlaanderen heeft een oude kultuur die op het platteland niet heelemaal is uitgestorven. Het katholicisme moet in hooge mate kultuurstichtend worden wil het zich alhier handhaven. Zoo kan het katholieke Vlaanderen evenals in de XVIde eeuw, zich zelve reddend, tevens het bolwerk worden van het katholicisme in het Westen. * * * Wie de zaken aldus inziet zal zich verheugen om de op het Congres getroffen besluiten. Deze bevestigen de noodzakelijkheid van een of anderen vorm van publiekrechterlijke zelfstandigheid voor Vlaanderen. Zij voorzien de noodzakelijkheid kultuurmenschen te vormen die aansluiten bij de eigendommelijke kultuur uit het verleden die een onvermengd strikt nationaal karakter draagt. |
|