Prisma
Liefdeslavernij. - Woord en daad. -
In de Mei-aflevering van dit Tijdschrift verscheen een minder gelukkig stukje over Liefdeslavernij. Men verzocht ons naar aanleiding daarvan eenige regeltjes opheldering te schrijven. Aan dat verzoek wordt hiermede gaarne voldaan.
Naar de daad is liefdeslavernij eenvoudig het hoogtepunt van gezonde, orthodoxe Maria-liefde en Maria-vereering. Daar zal niemand critiek op willen uitoefenen, zeker niet 'n tijdschrift dat Maria als Koningin op zijn titelblad voert. Uit het feit dat door den wil van God Maria steeds en altijd naast Christus staat, dat Zij bijzonder als Medeverlosseres, Moeder en Middelares gansch ons leven beïnvloedt en heiligen moet, concludeeren wij tot algeheele, blijvende en belangelooze liefdeovergave aan Maria en door Haar aan God, opdat Zij onbelemmerd haar moederlijken, heiligenden invloed op ons geestelijk leven zou kunnen uitoefenen.
We trachten dan ook ons leven zoo actueel mogelijk te ‘vermarialiseeren’ door aan O.L. Vrouw in al de aspecten van het christelijk leven: afhankelijkheid, vertrouwen, navolging, vereeniging en bewuste doelstreving, het Haar passend aandeel te schenken. Maria steeds en altijd na en naast Christus, is onze leus. Dat is konsekwent zijn. Dat is integrale Maria-devotie. Ziedaar de inhoud, de ‘daad’ van de liefdeslavernij.
Daarnaast het woord.
Men weze hier voorzichtig. Dat woord is traditioneel en scripturistisch. Tientallen van Pausen, Kerkvaders, Kerkleeraren en heiligen noemden zich ‘slaaf van Maria’. De benaming wordt reeds in opschriften der 4e eeuw teruggevonden. De H. Schrift zelve noemt ons dikwijls ‘slaven’ van God, van Jezus Christus. Paulus de man van de vrijheid der kinderen Gods, doet dit heel vaak. Daar kan dus geen sprake zijn van ‘onzalige terminologie’,