Volks-liedjens, uitgegeeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (5 delen)(1789-1807)–Anoniem Volks-liedjens van het Nut– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] De Deugd. Wijze: Bron van 't reinste vergenoegen, enz. Neen! de deugd is niet gelegen, In 't gefronst en stuursch gelaat. Gulle blijdschap lacht hem tegen, Dien heur lessen gade slaat. Nimmer smeedt zij slaafsche boeijen; Zij doet heil en vrede bloeijen, In het hart waar zij regeert, Dat heur zagte wetten eert. Zij leert ons den Schepper eeren, Zo in voorspoed, als in druk; Leert den mensch zig zelv' waardeeren. Als bestemd voor 't hoogst geluk; Leert hem haat en wraakzugt mijden, IJder laage drift bestrijden, Leert hoe de ed'le menschen vrind, Zijn vermaak in weldoen vindt. [pagina 55] [p. 55] Zij geeft troost aan 't kwijnend leven, Heldenmoed in 't zwaarst verdriet; Wat ons immer moog' begeeven, Zij verlaat heur vrienden niet. Zou voor haar de blijdschap vlugten, Vergt zij dat wij eeuwig zugten: Neen! zij is 't die 't vrij gemoed, Met de reinste vreugde voedt. Wellust loont heur vuige slaaven, Met berouw en bittre smart, Dien om goud en schatten draaven, Knaagt de zorg aan 't angstig hart. Trotschheid moog' zig zalig noemen, Als haar laage vleijers roemen; Daar alleen is zaligheid. Waar de deugd heir glansen spreidt. Ma.V.H. Vorige Volgende