Volks-liedjens, uitgegeeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (5 delen)(1789-1807)–Anoniem Volks-liedjens van het Nut– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] De Zeemansvrouw. Wijze: O zon! aan 's Hemels trans. Mijn man, mijn beste vrind, Die mij zo hartelijk mint, Schreef mij deez' brief uit Tessel: Mijn man! mijn beste vrind! Gij zaagt u voor 't geweld Van storm en zee beschermen; Ik dank de Hemelmagt. Denk hoe u Doortjen wacht, U wacht in opene armen, Denk, hoe u Doortjen wacht. ô Zuiv're Huwlijksmin! Voer hem mijn wooning in. Hoe zal het hart hem kloppen, ô Zuivre Huwlijksmin! Wanneer zijn oog ontdekt, Hoe, binnen weinig dagen, Zijn vreugd nog klimmen zal, Kom, Jacob! kom aan wal, Mijn eenigst welbehaagen! Kom, Jacob! kom aan wal. [pagina 66] [p. 66] Ei staa getrouw me bij En wijk niet van mijn zij, Wanneer het uur zal komen, Ei staa getrouw me bij. Verhaast dan uwe komst; Verhoort mij de Albehoeder, Ras zien we ons, liefste vrind! Van een beminlijk kind Gij vader en ik moeder Van een beminlijk kind. Wie klopt, wie klopt daar aan? Ik voel mijn hart zo slaan, Ach Jacob! mogt gij 't weezen; Hij klopt, hij klopt daar aan, Hij groet zijn' reisgenoot, Herstellen we ons intusschen; Die vreugd vergoedt de smart. Ik wacht hem aan dit hart, Met reine liefde-kusschen. Mijn vriend! val aan dit hart. A.L.Pz. Vorige Volgende