Volks-liedjens, uitgegeeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (5 delen)(1789-1807)–Anoniem Volks-liedjens van het Nut– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Luchtverschijnselen. Wijze: Marsch van Marlbourg. Daar had ik laatst gelezen: ('t Heeft in d' Almanach gestaan.) Wanneer 't Eclips zou weezen, Aan de Zon en aan de Maan. Nu moest 'er haast een komen; Dus heb ik eens vernomen Bij stuurman Jan, dat is een man; Die weet 'er van; Of 't waar is, dat die duisternis, Een schadelijk verschijnsel is, En of ons daar geen groot gevaar, Dus van te vreezen is. [pagina 50] [p. 50] Hij lachte om mijne vraagen, En om mijn onnutte vrees, Maar 'k had nooit, van mijn dagen, Iemand, die 't mij onderwees; En 'k had zo hooren spreeken; Doch 't is mij nu gebleken, Uit zijn bericht, dat dan het licht Voor ons gezicht Bedekt wordt door den tusschenrand Van de aarde, en dat des scheppers hand, Die 't licht eens riep, en alles schiep, 't Heelal ook houdt in stand. Hij ging mij toen vertellen, Van een staart-star of Comeet; Dat die nooit kwam voorspellen, 's Hemels wraak, en ramp of leed, In pest of ongelukken, Die 't menschdom zouden drukken, Of oorlogs brand, tot straf voor 't land; Maar dat Gods hand Der starren loop bestendig richt: Dat dus Natuur dit dwaalend licht, 't Welk op zijn' tijd zijn' glans verspreidt, Vertoont aan ons gezicht. [pagina 51] [p. 51] Ik moest nog verder vraagen 'k Zei': wat is dan 't noorderlicht. Beduidt dit straf of plaagen? 't Is een vreeselijk gezicht. De stuurman die beweerde, at menig een geleerde, Wel had gegist en veel gemist; Maar nooit beslischt, Van waar dit licht zijn oorsprong heeft, Genoeg is 't dat men veilig leeft, Om dat Natuur dit flikkrend vuur Ons niet tot schade geeft. Waarom zou ik dan vreezen, Voor Komeet of Noorder-licht; Of als 't Eclips zal weezen? 'k Ben nu beter onderricht. Nu kan ik zeker slaapen; Die alles heeft geschapen, En die Natuur en licht en vuur, Van uur tot uur, Steeds wetten geeft en onderhoudt, Weet dat mijn hart op hem vertrouwt; 'k Beveel mijn lot gerust aan God. Op wien men veilig bouwt. Ma.V.H. Vorige Volgende