Volks-liedjens, uitgegeeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (5 delen)(1789-1807)–Anoniem Volks-liedjens van het Nut– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] De vlijtige Timmerman. Wijze: een Kuiper vol van minnepijn. Nu weder met een' nieuwen lust, Mij vrolijk aan het werk begeeven; 'k Heb in dit schoft genoeg gerust: Het Timmren is mijn vreugd en leven. De klok sloeg voor een poos reeds vier: Nu 't schootsvel voor; 't is juist kwartier. Kom lustig en rustig mijn werk verricht. Door liefde, door vlijt wordt de arbeid ligt. Laat loome Jaap den dierbren tijd, Door passen en door meeten, slijten; Ik poog, door onvermoeide vlijt, Getrouw mij van mijn' pligt te kwijten. 't Is schande voor een goeden knegt, Neemt hij in eens de maat niet recht. Kom lustig en rustig mijn werk verricht. Een timmermans oog bedriegt niet ligt. [pagina 35] [p. 35] Jan Semelknooper doet zijn best; Hij is getrouw in 't bijtels slijpen; De zon die daalt 'er meê naar 't west. Wie zou die slenters niet begrijpen? 'Er is geen heer die zeggen zal, Dat ik hem ooit den tijd ontstal. Kom lustig en rustig mijn werk verricht. Bij wie ik ook dien', 'k volbreng mijn pligt. 'k Ben een beminnaar van de Kerk, Maar van den Godsdienst staêg te spreeken? En stil te staan dan bij zijn werk, Dit zijn bij mij maar huichlaars treeken. Een stichtlijk woord is zeker goed, Maar mits men ook zijn zaaken doet. Kom lustig en rustig mijn werk verricht. Het werken is ook een Godsdienstpligt. [pagina 36] [p. 36] Door d'arbeid is men 't best in staat, Om onze ligchaams kragt te sterken: De ledigheid kweekt alle kwaad. Die eeten wil, die moet ook werken. De luiäart heeft gebrek aan brood, De nijvre man heeft zelden nood. Kom lustig en rustig mijn werk verricht, Het waar genoegen ligt in elke pligt. J.H. Vorige Volgende