Volks-liedjens, uitgegeeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (5 delen)
(1789-1807)–Anoniem Volks-liedjens van het Nut– Auteursrechtvrij
[pagina 11]
| |
Leer mij mijn Jezus zo 't behoord,
Regt kennen, eeren en beminnen;
Zijn voorschrift en genadewoord,
Brengt mij gestaâg mijn pligt te binnen.
ô Dat Zijn liefde meer en meer,
Mijn hart vervull', mij zo doe werken,
Dat elk de kragt van Zijne leer,
In al mijn daaden kan bemerken.
't Geloof dat op Zijn zoendood rust,
Zij eeniglijk mijn zielsvertrouwen;
Dit zij mijn troost, mijn hoogsten lust,
De rots waar op ik vast kan bouwen.
Geef, dat de hoop daar door verwekt,
Die over al het aardsche lijden,
Ja! over dood en graf zich strekt,
Mij moog' van 's waerelds lust bevrijden.
Uw vreede woon' steeds in mijn hart,
In weêrwil van all' angst en plaagen,
Van haat en nijd, ellende of smart,
Die ik op aard' zal moeten dragen.
| |
[pagina 12]
| |
Schenk aan mijn geest getuigenis,
Dat zij door Jezus lijden, sterven,
Gods waardig kind geworden is;
En in hem 't eeuwig heil zal erven.
ô Mogt uw godlijk liefdevuur,
Een liefdegloed in mij ontsteeken,
Waar door mijn zondige natuur,
Gezuivert word' van haar gebreken.
Zo ga ik, door uw geest geleid,
Den zek'ren weg tot beter leven;
Om, in een eindlooze eeuwigheid
Met de englenrei U de eer te geeven.
C.R.
|
|