Vlissings redens lust-hof, beplant met seer schoone en bequame oeffeningen
(1642)–Anoniem Vlissings Redens lust-hof– Auteursrechtvrij
[Folio Rr1v]
| |
Stemme: Gabriel was van Godt ghesonden.
GEluckigh is dat volck gepresen,
Dat Godt heeft tot sijn schut en scherm,
Die noyt steunen op geen of desen,
Op eenich vleeschelijcken erm:
Want dit is haren troost al vooren
Dat sy weten voor vast en goet,
Die God heeft tot zijn hulp verkooren
Geen dinck is dat hem hinder doet.
Hoe seer dat de vyanden rasen
En woeden tegen Godes Kerck,
't Is te vergeefs al wat sy blasen,
God die belachet al haer werck,
Haer aenslagen bestaen met schanden,
Waerom dit is de reden soet
Die God heeft tot hulp voorhanden
Geen dinck is dat hem hinder doet.
Steunt dan weerde Christen zielen
Op desen God van Israel,
Niet isser dat u sal vernielen,
Noch werelt, duyvel, doet, of hel,
Daerom op hem wilt doch vertrouwen,
Want ick segh u voor vast met spoet,
Die God heeft tot sijn hulp behouwen,
Geen dinck is dat hem hinder doet.
Schoon of wy hier hebben te strijden:
Met onse boose sonden quaet,
Soo wy God kennen t'allen tijden
Bermhertich, goedich, vol genaet,
In Christo geeft hy ons den zegen,
Want dit is de belofte vroet,
Die God heeft tot sijn hulp gekregen,
Geen dinck is dat hem hinder doet.
Prince.
Princelijcke weerde gheslachten
Daer is gheen steunsel inden noodt,
Als van den Heere te verwachten,
Want selfs midden in den doodt
Kont gy noch seggen ick sal leven,
En roepen met een bly gemoet,
Die God heeft tot zijn hulp verheven,
Geen dinck is dat hem hinder doet.
Matthijs Ionck-Heere. Tracht nae beter. |
|