Vlissings redens lust-hof, beplant met seer schoone en bequame oeffeningen
(1642)–Anoniem Vlissings Redens lust-hof– Auteursrechtvrij
[Folio Mm2r]
| |
Op de wijse: Blaest op vergult Trompet.
O Heer mijn hulper doch
Wilt mijn wesen genadich,
En wilt mijn straffen niet
In u thooren onsoet,
Wilt my behoeden och,
Door duyvels listen schadich,
Als ghy maer sulcx gebiet
Geen dinck ons hinder doet.
2 Sulcks is an Hiob wel
En and're meer verscheyden,
Wie op den Heer altijt
Stelt sijn vertrouwen goet,
Het volck van Israel
Den goeden Godt geleyden,
Als God maer voor ons strijdt,
Geen dinck ons hinder doet.
3 Wie op den Heer betrout
En sal tot geenen stonden,
Al 's vyants listen boos
Treet Godt onder den voet,
Godt sijn volck onderhout
't Welck heden werdt bevonden
Breeckt duyvels listen boos,
Geen dinck ons hinder doet.
4 In uwen naem o Heer
Wilt ons al t'saem bewaren,
An wien wy sijn verplicht
Te bidden tot behoet,
Om bystant meer en meer,
Op dat men hoort verklaren
V naem met reyn gedicht,
Sulcx ons geen hinder doet.
Besluyt.
5. O Heer wilt door u geest
Ons al te saem verstercken,
Die u aenroepen recht
Met een vierich gemoet,
Om komen eens ter feest,
Als gehoorsame Klercken,
Als Godt maar voor ons vecht,
Geen dinck ons hinder doet.
Gods Engels gelooft. W.E. van Sevenbergen. In Liefden vierich. |
|