‘Want de Vorst is in 't Vaderland
‘Wat de vader is in 't huisgezin;
‘Dus wat ge ook worden moogt op aard,
‘Zingt steeds trouw rond hem geschaard:
en donderend viel het koor in:
‘Hoerah! de Koning leef! aan hem ons hart en hand,
Ons goed en bloed aan hem en 't heilig Vaderland!’
en heel het koninklijk gezelschap, door onze geestdrift meegesleept, klapte luidruchtig in de handen, ook Hare K. en K. Hoogheid de Hertogin van Brabant, thans onze gevierde Koningin, juichte mede, want van toen reeds, ofschoon nog maar drie jaren in België, verstond zij onze taal. Het zij me toegelaten dat te bewijzen.
Nadat de koninklijke bezoekers, door de nooit vergeten bestierder, Mr de Coster en de professoren begeleid, het gansche gesticht hadden afgezien, kwamen zij om de hoofdpoort te bereiken over de koer, waar de leerlingen in twee lange rijen geschaard hen nogmaals geestdriftig begroeteden. Indien M. nog leeft en dit artikel leest, hij zal het kunnen getuigen, dat hij, toen de aartshertogin hem voorbijging, en hij ze van dicht bij had mogen aanschouwen, wat al te luide dacht: ‘Bolot! da's e schoo' maske!’ en dat Hare K. en K. Hoogheid, gevoelig aan die zeker ongelikte maar toch welgemeende hulde, zich omkeerde en bij 't zien van haren bewonderaar in eenen hertelijken lach schoot.
Dat is drie en dertig jaar geleden! Sedertdien hebben er groote veranderingen in ons land plaats gehad! Sedertdien hebben wij Vlamingen veel gestreden om onze moedertaal in hare rechten te doen herstellen; met stukken en brokken hebben wij eenige dier rechten uit de knuisten der verblinde en hardnekkige bestierders losgekregen. Op het papier begint onze taal al voor iets te rekenen, zoo ik meen, en van den anderen kant zou ik gaan denken, dat het nog maar bitter weinig is, wanneer ik als eene wetenswaardige gebeurtenis kan aanhalen, dat onze koningin Vlaamsch heeft gesproken. Zij zelve zal over dergelijk eene verwondering verwonderd staan en denken: Die Vlamingen zijn toch gemakkelijk tevreden te stellen!
Maar wat nog meer te verwonderen is, dat is de wijze, waarop zij het naar 't schijnt heeft moeten aanleggen, om onze taal te leeren spreken: zij heeft een meisje uit de Kempen in dienst genomen!