kon maken op dezen naam, toen beweerde men, dat het Duitsche muziek was. En nu komt ons een Engelschman vertellen, dat het... Fransche muziek is! Dit zal voorzeker machtig veel plezier doen aan de Franschgezinden, die Benoit voortaan als een der hunnen zullen kunnen vieren. Wij voor ons trekken er alleen deze moraliteit uit, dat de muzikale critiek waarlijk eene heele schoone zaak is...
Wij leggen thans de Times terzijde, met al den eerbied, dien wij aan het wereldblad verschuldigd zijn, en werpen eenen blik op de Daily News, die zegt, niet te weten ‘of de Lucifer zal aangenomen worden door de Engelsche muziekliefhebbers als een oratorio, in elk opzicht bevallende aan hunnen smaak. Vooreerst het is geen gewijd oratorio, zooals wij dit woord verstaan; ook is de dunne intrigue niet voldoende om er eene echte dramatische cantate van te maken.’
Ons schijnt het, dat Daily News laboreert aan eene indigestie van Händel, en dat er een geruimen tijd zal verloopen, eer zijne maag genoeg ontlast is, om smaak te krijgen voor nieuwe spijs. Maar dat zal wel komen.
De Evening Standard zegt: ‘Het is Benoits levensdoel geweest, het bestaan van een echten Vlaamschen stijl te bewijzen, die, in zijne voornaamste kenmerken, meer overhelt naar de Duitsche dan naar de Fransche school.’
Dit moge de Evening Standard goed trachten te maken tegenover zijnen confrater, de Times.
Hetzelfde blad zegt verder nog:
‘M. Benoit bewijst, dat hij al de hulpmiddelen zijner kunst kan behandelen met de bedrevenheid van eenen meester, en zijne muziek is op merkwaardige wijze vrij van alle herinneringen aan andere componisten, Het zou inderdaad moeilijk zijn te zeggen, van welk der groote lichten van de kunst hij voornamelijk den invloed heeft ondergaan. Hij vertoont weinig overeenkomst met Händel en Bach, daar de fuga in de koren uitmunt door hare afwezigheid. Van een anderen kant, zijn de stempartijen met meer vrijheid en kunst geschreven dan wij dit gewoon zijn in de werken der hedendaagsche Fransche school, hoewel soms een zin doet denken aan Berlioz.’
Zij hebben het dus nog niet gevonden. De tijd zal hen wel leeren.
Wat het poëma van Emmanuel Hiel betreft, de Evening Standard denkt dat de dichter zijne inspiratie kan gevonden hebben in Miltons prachtig tafereel van den gevallen aartsengel; voor de Times, is de invloed van Victor Hugo duidelijk merkbaar in de wijze van behandeling.
Overigens zijn de verschillende bladen het eens om hulde te brengen aan de muziekale hoedanigheden van Benoits compositie. Wij onthouden ons van verdere aanhalingen, die alleen voor de mannen van het vak een wezenlijk belang kunnen opleveren.
De uitvoering wordt geestdriftig geroemd, zoowel wat de koren en het orkest betreft, als voor hetgeen de solisten aangaat. Mevrouwen Lemmens Sherington en Patey, de heeren Blauwaert, Fontaine en De Bom hebben eenen zeer wezenlijken bijval bekomen. Dit bevestigen, niet alleen de hierboven gemelde bladen, maar ook de Standard, de Morning Post, enz.
Wij hebben ook particuliere brieven gelezen, aan stadgenooten gestuurd door personen, die de uitvoering in Albert Hall hadden bijgewoond. Ook daaruit blijkt, dat de indruk diep is geweest, maar de schrijvers bekennen dat zij noodig zouden hebben, het werk opnieuw te hooren om er zich geheel mee vertrouwd te maken.