Kroniek.
Tooneel- en letterkunde.
- In den jaarlijkschen tooneelprijskamp, uitgeschreven door den Belgischen bond der werkersgenootschappen, is de eerste prijs, bestaande uit eene som van 250 frank, behaald door den heer Pol Anri, met Willem de Vondeling, drama in twee bedrijven en in verzen. Een zilveren eeremetaal is toegekend aan het stuk Romania, blijspel in een bedrijf, voor werkmanskringen, door den heer Prosper Matton.
De niet bekroonde stukken mogen teruggevraagd worden vóór 1 Januari, aan Mevr. Duyckers, hoofdonderwijzeres, St. Pietersnieuwstraat, te Gent.
Een nieuwe prijskamp met dezelfde voorwaarden is open voor het jaar 1889. Handschriften vóór 1 September 1889 te zenden aan den heer Karel Weyler, schoolbestuurder, Keistraat, Antwerpen.
- Een reuzenwerk voltooid. Geen dozijn jaren na den aanvang van zijn arbeid voltooide prof. Burgersdijk de vertaling van den geheelen Shakespeare, met Sonnetten en Gedichten van anderen aard er bij.
Geen oordeel kan juister zijn, dan dat, wat de dichterlijke vertolker zelf aangaande zijn arbeid aflegt. Hij is er van overtuigd, dat er bij Shakespeare ‘een zoo innig verband is tusschen den inhoud en den vorm zijner scheppingen, dat de vertaler, wil hij met zijn arbeid ongeveer denzelfden indruk geven als het oorspronkelijke, verplicht is, niet alleen den inhoud getrouw over te brengen, maar ook den vorm zooveel mogelijk te behouden.’
Aan dat beginsel is de geniale vertaler steeds getrouw gebleven en het is van dat standpunt, dat men deze vertaling moet beoordeelen. De ervaren Shakespeare-lezer, die licht wil ontvangen over eene tot dusverre niet begrepen plaats uit Shakespeare, behoeft Burgerdijk's vertaling niet te raadplegen. Trouwens dit is ook onnoodig. De duistere plaatsen in Shakespeare worden eer twistpunten, dan opgehelderde plaatsen.
De vertaling is vóór alle dingen bestemd om gespeeld te worden, om - gelijk Shakespeare's oorspronkelijke tekst - ter juiste waardeering te worden gehoord, maar niet om te worden gelezen. Wie met de pen in de hand Shakespeare leest, woord voor woord commentarieerende, zal wellicht op de hoogte komen, van wat Abbott noemt ‘Shakespearian English’, zoowel als van de zeden, gewoonten, gebruiken en dergelijk van dien tijd, maar den dichter Shakespeare zal hij op die wijze niet leeren verstaan.
- Wij vernemen dat de letterkundige en muzikale komitei-