De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 16

[p. 530]

De Koninklijke Vlaamsche Akademie,

Woensdag, 27 Oktober heeft, in eene der zalen van de Bibliotheek der Gentsche Hoogeschool, de eerste zitting plaats gehad der Koninklijke Vlaamsche Akademie.

Waren tegenwoordig: de heeren P. Willems, hoogleeraar te Leuven, voorzitter; Fr. De Potter, letterkundige te Gent, eeuwigdurende secretaris; Jan De Laet, volksvertegenwoordiger te Antwerpen; Claeys, pastoor te Oostakker; Guido Gezelle, pastoor te Kortrijk; Snieders, hoofdopsteller van het Handelsblad te Antwerpen; Genard, stadsarchivaris, id.; Gailliard, archivaris te Brugge; Dr. Nolet de Brauwere van Steeland, letterkundige te Vilvoorde; D. Delcroix, afdeelingshoofd aan het Ministerie te Brussel; Notaris Stroobant, volksvertegenwoordiger, id.; Emmanuel Hiel, letterkundige en ambtenaar te Brussel; Nap. de Pauw, advocaat-generaal bij het Hof van beroep te Gent; Ferd. Van der Haeghen, Bibliothecaris der Gentsche Hoogeschool; Jan van Beers, letterkundige en professor aan het Athenaeum te Antwerpen; en Max Rooses, letterkundige en conservator van het Museum Plantijn, te Antwerpen.

Slechts één der zeventien leden, welke de Akademie telde, was afwezig, namelijk de heer Roersch, hoogleeraar te Luik, die ziek is.

Aan de dagorde stond de kiezing van acht nieuwe leden.

De heeren Jan van Beers en Max Rooses legden eene verklaring af, waarbij zij het onrecht deden uitschijnen door den Minister gepleegd tegenover de oudste en meest gekende liberale letterkundigen van Vlaanderen, die moedwillig uit de Akademie werden gesloten, alleen uit hoofde hunner staatkundige gezindheid. Daarom stelden zij voor op de acht opene plaatsen er vijf aan de volgende heeren toe te staan: Sleeckx, Julius Vuylsteke, De Geyter, Pol De Mont en Antheunis; en zij lieten de keus der drie andere namen aan de katholieke meerderheid over. De heeren Van Beers en Rooses verklaarden, dat zij zich verplicht zouden achten uit eene Akademie te treden, die deze vijf talentvolle liberale Vlamingen in haren schoot niet zou tellen.

[p. 531]

De heer Emanuel Hiel zegde, dat hij de vijf voorgestelde heeren insgelijks ondersteunde en er nog drie wilde bijvoegen: de heeren Alfons Willems, hoogleeraar te Brussel; Dr. Hansen, stads bibliothecaris te Antwerpen; en J. Van Droogenbroeck, letterkundige en ambtenaar aan het Ministerie te Brussel.

Als woordvoerder der katholieken trad alsdan de heer Jan De Laet op. Hij verwierp het voorstel der heeren Rooses en Van Beers en stelde de volgende acht namen voor: Paul Alberdingk Thijm, hoogleeraar te Leuven; kanunnik Servaas Daems, bibliothecaris der abdij van Tongerloo; L. Mathot, geschiedschrijver te Antwerpen; Julius Obrie, rechter te Dendermonde; J. Van Droogenbroeck, letterkundige te Brussel; J. Micheels, leeraar van het Athenaeum te Gent; D. Sleeckx, letterkundige te Brussel; en Hansen, bibliothecaris te Antwerpen. De heer Delcroix stelde op zijne beurt voor de heeren Stallaert, oud-leeraar van het Brusselsch Athenaeum te Saventhem, en Theophiel Coopman, letterkundige en ambtenaar aan het Ministerie te Brussel.

De heer notaris Stroobant stelde den heer Haerynck, leeraar aan het Athenaeum te Elsene en hoofdopsteller van Flandria, voor.

Eindelijk nam de heer Emanuel Hiel eene tweede maal het woord, om den heer Isidoor Teirlynck, letterkundige en leeraar der normaalscholen te Brussel, voor te stellen.

Daarna gingen de zestien akademieleden over tot de stemming, die den volgden uitslag opleverde:

De heeren Van Droogenbroeck 13 stemmen. Sleeckx 13, Hansen 12, Obrie 12, Kanunnik Daems 11, Alberdingk Thijm 10, Mathot 10, Micheels 8, Antheunis 7, Pol De Mont 7, De Geyter 6, Vuylsteke 6, Coopman 2, Haerynck 2, Stallaert 2, Alf. Willems 2, Teirlynck 1, Delgeur 1.

Aldus waren de heeren Van Droogenbroeck, Sleeckx, Hansen, Obrie, kanunnik Daems, Mathot en Prof. Alberdingk Thijm gekozen.

Eene tweede stemming was noodig, daar de heer Micheels de volstrekte meerderheid niet bekomen had; de tweede stemming gaf den volgden uitslag:

De heeren Micheels 8 stemmen, Antheunis 3, Vuylsteke 3, De Geyter 1.

Diensvolgens werd de Heer Micheels gekozen.

Ten gevolge dezer stemming hebben de Heeren Jan Van

[p. 532]

Beers en Max Rooses hun ontslag als lid der Akademie gegeven; de Heer Sleeckx heeft voor de benoeming bedankt; zoodat er thans 4 plaatsen open zijn, daar ook de Heer De Hondt vroeger reeds zijn benoeming geweigerd had.