te vullen. Let wel op, dat ik mij niet waag aan eene bespottelijke vergelijking. Ik wil alleenlijk beduiden, dat men verre moet achteruitgaan om bij 'nen twintigjarigen schilderzooveel bezieling en talent te ontmoeten.
Welk fraai tafereel!
Neen, maar kent gij schoonere groep? Hoe los en bevallig, hoe geestig, eenvoudig en kunstvol ineengezet! Zooveel portretten, zooveel verschillige houdingen en uitdrukkingen, zooveel karakters. Ik hoef slechts te wijzen op de heeren Chappel, Albrecht, Brunin en andere.
Op den bleekhof van denzelfden veelbelovenden kunstschilder is insgelijks een zeer verdienstelijk doek.
Van de twee bloemstukken des heeren Chappel verkiezen wij het tweede, Pioenen getiteld, dat met zeer veel zwier en smaak gedaan en zijn reeds gekend talent waardig is. Ook Fritz Hanno heeft in hetzelfde vak een paar goede stukken geleverd.
Fraaie landschappen werden ingezonden door Rul, Pieters, Leigh en De Smeth. Vooral Hofgracht van den eerste, en Goede buren van den tweede munten uit door schoone hoedanigheden.
De heer Albrecht heeft twee uitstekende paneeltjes: Na den arbeid en Namiddag, die beide veel kennis van teekening, kleur en bewerking verraden. Ook Leo Brunin doet zijne oude faam gestand. Streelende critiek, en bijzonderlijk Bij den gieter zijn twee voortreffelijke binnenhuisjes, terwijl zijn lief kinderkopje een stukje is om te stelen. De Kaartspelers van Van Snick vormden geene bevallige schilderij, maar zij waren met veel kunstkennis gepenseeld.
De heer Van Beurden stelde twee fraaie werken ten toon: Een pleisteren portret van zijnen vriend Luyten, en een aardig marmeren borstbeeldje, de Schalk geheeten.
J.F. Van Cuyck.