Concert Hinderyckx.
Het concert Hinderyckx heeft verledene week te Brugge veel bijval gehad.
Het bestond uit twee deelen; het eerste uit stukken van verschillenden aard; het tweede uit de vertolking der cantate Doornroosje.
Ongetwijfeld is het Scherzo voor orkest, het nr 4 van het eerste deel, een der voornaamste gewrochten van M. Hinderyckx, datgene wat het meest van verbeeldingskracht en kennis van orchestratie getuigt.
Zijn openingstuk in ré majeur is ook niet onverdienstelijk, maar eenigszins lang.
In de zangstukken, doch voornamelijk in de Mijmering, woorden van Julius Sabbe, gaf de toondichter de beste bewijzen van gevoelvolle strekking, en stipte terruggeving in zijne muziek van hetgeen de dichter aan zijn verzen wil doen zeggen.
Het uitgebreide werk Doornroosje, gedicht van J. Droogenbroeck, is een verhaal getrokken uit de aloude tooververtelsels, waarin er onvermijdelijk spraak is van tooverkasteelen met overschoone prinsessen door booze vrouwen gevangen gehouden, van prinsen die haar verlossen en er mede trouwen.
Zulk onderwerp, eerst het stille somber woud toonende, welk later door het juichend gewoel eener jacht wordt levendig gemaakt; daarna den verdoolden prins, die bij toeval het tooverslot en de prinses Doornroosje vond; zijn strijd, zijne zegepraal en vreugdekreten van zijn gevolg;