dit, spijts moeielijkheden van allen aard, gebrouwd door de politieke kleingeestigheid, die - jammer genoeg! - hare ezelooren overal, zelfs op tooneelgebied, wil tusschensteken.
De heer Aug. Deraedt heeft eene meesterlijke vertaling geleverd. De taal is verheven, zuiver, gespierd en vloeiend.
Echter moeten wij er eenige zinnen in afkeuren, waarin het lidwoord door eene te groote opeenhooping van bepalingen van zijn naamwoord gescheiden is. En dit zet onvermijdelijk loomheid bij. Enkele uitdrukkingen rieken wat Fransch. De H. Deraedt neme dat in aanmerking bij het herzien zijns gewrochts.
Ziehier den inhoud van het drama.
Eugenie Durmur, de bankiersdochter, is verloofd aan Jonkheer Dulaunay. Beiden minnen elkander teederlijk. Vóór zijn huwelijk moet Dulaunay eene groote handelsreis ondernemen, die hem 3 jaren van zijne geliefde scheidt. Karel, Eugenie's broeder, onderneemt intusschen eenen speeltocht. De eerste klerk, Maurits, vergezelt hem. Deze is een speler. Hij heeft regelmatig zijne jaarwedde verspeeld en reeds 30.000 fr. effekten onderteekend. Om zijnen schuldeischer te kunnen voldoen, vermoordt Maurits zijnen jongen meester en ontfutselt hem de 40. 000 fr. banknoten, waarvan Karel drager is. De ellendeling zelf, brengt der familie Durmur de droeve mare over. Hij verzekert met zijnen meester overvallen geweest te zijn, door baanstroopers, die Karel gedood en uitgestroopt hebben. Bij de verdediging heeft Maurits twee wonden, (die hij zich zelven toegebracht heeft) ontvangen Vader Durmur valt zinneloos. Na goed twee jaren, bekomt hij het verstand terug. Hij ijst bij de gedachte in de failliet gedompeld te zijn. Doch welke is zijne blijde verrassing: in stede van de armoede en de schande is zijne fortuim, dank aan den iever en eenige welgelukte speculatiën van Maurits, vervijfdubbeld. Durmur wil hem beloonen met de hand zijner dochter te schenken. Het kontrakt zou 's anderendaags geteekend worden, toen plotselings Jonkheer Dulaunay van zijne reis terug komt. Hij gaat Durmur zijne belofte herinneren. Deze zend den minnaar barsch de deur uit, tot groote wanhoop van Eugenie, die Maurits haat. Na vele uitstellen wordt de wissel van 30,000 fr. bepaaldelijk door Vauthier, geldleener, aan Maurits ter betaling aangeboden. Deze betaalt met de vrucht van zijn schelmstuk. De jood bemerkt dat de banknoten doorstoken en met bloed bevlekt zijn. Toch aanvaardt hij ze. 'S anderendaags, gaat hij vader Durmur een groote som 80,000 fr.) betalen. Onder de banknoten bevinden zich de doorstokene. De bankier bemerkt de bloedvlekken, de doorstekingen en herinnert zich de nummers.
Hij raadt alles. Vauthier wordt aangehouden, doch bekomt de vrijheid weer, daar hij de bebloede banknoten van Maurits ontving. Men wil Maurits aanhouden. doch deze stelt, door eenen kogel, einde aan zijn ellendig leven. Jonkheer Delaunay en Eugenie.... De rest raadt zich.