Tentoonstelling in den Cercle Artistique.
Ik nam hoed en wandelstok en stapte weder naar den Cercle. Die jonge mannen geven aanhoudend werk. Ik was nieuwsgierig te zien wat zij nu weder op het doek gebracht hadden. Ik kom de zaal binnen en mijn oog valt op een levensgroot portret geteekend Nelis, een jongen schilder, die waarlijk bewijst dat hij veel talent heeft; de schildering is flink en de handeling is ongedwongen Dezelfde heeft ook een landschap als eerste poging tentoongesteld, men ziet wel dat de H. Nelis nog geen landschapschilder is, doch zijne poging is altijd prijzenswaardig. Indien Rubens alleen landschappen had geschilderd was hij misschien nu al vergeten geweest, daarom geen moed verloren.
Tusschen de jonge artisten hangen de schilderstukken van twee talentvolle en sinds lang beroemde schilders Het eerste is geteekend F. Pauwels en stelt voor De Ballingen. De teekening is uitmuntend, de kleur is fijn van toon, het is wel die dampachtige morgen, doch het onderwerp grijpt niet aan; het kunnen ook landverhuizers zijn.
Het tweede is geteekend Van Luppen, voorstellende een bosch, dat schoon van lijnen is, doch mij dunkt dat in een bosch de kleuren van het loof der boomen, meer verscheidenheid aan tonen opleveren. Men zegt altijd die schilderij is niet afgewerkt; welnu ik vind deze te veel afgewerkt onder opzicht van teekening, en niet genoeg onder opzicht van kleur. Sommige zullen dit als een paradoxe beschouwen. Wij weten echter dat men de natuur in het landschap niet photographisch kan teruggeven, en dat men altijd beneden de waarheid blijft van de détails, die men toch op een behoorlijken afstand met moeite kan onderscheiden. De plantengroei van den bodem in het bosch van den H. Van Luppen is voor mij niet wild genoeg, zij geeft mij te veel den indruk van een park door menschenhanden aangelegd, liever zag ik het landschap van denzelfde met mastenboomen, waarvan het karakter goed is uitgedrukt.
Het zeegezicht van den H. Weber is schoon, maar ik vind dat hij altijd dezelfde opvatting van de natuur voorstelt de H. Van Kuijck heeft een zeer verdienstelijk schilderstukje geleverd. Die belommerde dreef is vol waarheid en de figuurtjes zijn natuurlijk en goed geplaatst.
De typen van den H. de Jans die echter genoegzaam bewezen heeft dat hij veel talent bezit, vond ik dezen keer niet zeer gelukkig.
De schilderijen van de heeren Vinck, Wagner en Houben verdienen eene loffelijke melding.