Uit Noord Nederland.
De Maatschappij ‘de Toekomst’ hield Zondag 1e October, haar jaarlijksche algemeene vergadering te 's Hage onder voorzitterschap van den heer W.F.G. Nicolaï. Uit het door den secretaris, den heer D.M.H. Bolten, uitgebracht verslag bleek, dat het ledental bedroeg 398, aldus verdeeld: donateurs en donatrices 321, eereleden 27, leden van verdienste 5, werkende leden 43, nietwerkende leden 2, terwijl zich voor het nu begonnen jaar reeds 9 dames en heeren als donatrices en donateurs hebben opgegeven. Verder bracht de verslaggever hulde aan de nagedachtenis der eereleden en begunstigers, die de Maatschappij in het afgeloopen jaar door den dood werden ontnomen, en wel in de eerste plaats aan Z.K.H. Prins Frederik, wiens zedelijke en stoffelijke steun zooveel heeft bijgedragen tot den tegenwoordigen bloei dezer Maatschappij, en door wiens vorstelijke bijdragen de opbrengst harer concerten steeds een vrij aanzienlijk cijfer bereikte. In de tweede plaats aan het eerelid, wijlen jhr. mr. F.G.A. Gevers Deynoot, oud-burgemeester van 's Gravenhage, aan wien de Maatschappij zooveel te danken had; en eindelijk aan wijlen den heer F. Botgorschek, in leven ondervoorzitter der Maatschappij, wiens overlijden in het bestuur een leemte deed ontstaan, die, hoe voldoende ook aangevuld, toch nooit de verdiensten van den overledene jegens de Maatschappij ‘de Toekomst’ zal doen vergeten. De heer B. toch was feitelijk de oprichter dezer Maatschappij; aan zijn tusschenkomst was het te danken, dat mevr. Jenny Lind-Goldschmidt er toe overging om een concert te geven, dat de eigenlijke grondslag werd, waarop sedert 27 jaren werd voortgebouwd, en waarvan zij gelukkig nog den tegenwoordigen bloei mag beleven. Dat de Maatschappij ‘de Toekomst’ den heer B. zeer ter harte ging, bewijst ook nog dat hij haar bij testamentaire beschikking een legaat, groot f. 200, vermaakte. Zijn
afsterven zal zich dan ook nog lang doen gevoelen, vooral onder de leden van het bestuur, die uit den aard der zaak meer intiem met hem in aanraking kwamen, en daarom ook beter dan ieder ander konden weten, dat hij altijd bereid was zich alle moeite te getroosten om den bloei der Maatschappij te verhoogen. Verder wijst het verslag op het verblijdend verschijnsel, dat in het afgeloopen jaar als donatrices en donateurs zijn toegetreden 9 dames en 21 heeren.
In het bestuur werd gekozen voor de vacature Botgorschek de heer E. Benedictus, die benoemd werd tot commissaris van orde, terwijl het ondervoorzitterschap werd opgedragen aan den heer C.L.W. Wirtz. De dit jaar volgens rooster aftredende heeren D.M.H. Bolten