De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 11

[p. 311]

De redactie van ‘De Vlaamsche Kunstbode’ aan de medewerkers en de inschrijvers.

Doordien het noodlottig afsterven van onzen hoofdredacteur sedert maanden te voorzien was, hebben wij sinds lang maatregelen genomen, om het bestaan en de regelmatige uitgave van dit tijdschrift te verzekeren. Wij zijn van gevoelen, dat wij daardoor den heere A.J. Cosyn eene hulde bewijzen, welke zijn onophoudelijke arbeid en zijne zelfopoffering ten volle verdienen. Ook koesteren wij de hoop, dat medewerkers en inschrijvers deze zienswijze zullen deelen en ons hunnen wederzijdschen steun niet onttrekken zullen.

Op het uitdrukkelijk verlangen van den Stichter van dit tijdschrift zal de Vlaamsche Kunstbode blijven wat hij steeds is geweest, namelijk, ‘een maandschrift, dat zich uitsluitelijk op litterarisch gebied beweegt, en alleen de beoefening der Nederlandsche letteren, de vrije ontwikkeling van den nationalen Kunstzin en de belangen van eigen Taal en Kunst beoogt.’⁽¹⁾

(1) Zie Voorwoord van den 6ⁿ Jaargang, Januari 1876.

[p. 312]

De Kunstbode zal het spoor blijven betreden, dat hij tot hiertoe gevolgd heeft. ‘Steeds naar volmaking strevende, zal naast degelijkheid zooveel mogelijk verscheidenheid worden betracht, en elke leemte aangevuld, die zich in deze uitgave mocht voordoen.’

De redactie zal zich bevlijtigen om in den geest van den Stichter dezes tijdschrifts werkzaam te blijven. Al hare pogingen zullen strekken om eene even onderhoudende als degelijke lectuur te leveren.

Met dit doel heeft zij zich reeds tot verscheidene letterkundigen van naam gewend en deze hebben bereidwillig haren oproep beantwoord.

Zal dus eenerzijds voor afwisseling en degelijkheid in de bijdragen worden gezorgd, anderzijds zal het kunstnieuws, in de Kroniek vervat, met alle nauwgezetheid en allen spoed worden bijeengebracht. Eene grootere uitbreiding zal voortaan gegeven worden aan de bibliographie. De beoordeelingen en besprekingen van nieuwe werken zullen, in het voordeel van uitgevers en schrijvers, met den grootsten spoed in dit tijdschrift verschijnen.

‘Op die wijze hoopt de Vlaamsche Kunstbode zich steeds der toenemende waardeering van het lezend publiek, en der bereidwillige medewerking van Noord- en Zuidnederlandsche lettervrienden waardig te maken.’

Men wordt vriendelijk verzocht alle letterkundige bijdragen, uiterlijk den 1^en der maand, te zenden aan het bureel: Van Leriusstraat, 22, te Antwerpen.

De Redactie.