| |
Kroniek.
- 15 Februari - 15 Maart, 1881. -
Tooneel- en letterkunde.
- De Belgische Academie van Oudheidkunde heeft, voor den wedstrijd van 1881, de volgende prijsvragen uitgeschreven, die reeds voor 1880 waren voorgesteld geweest:
1ste Onderwerp. (Prijs 500 frs.) Een opstel betrekkelijk de Geschiedenis der Oudheidkunde van de provincie Namen. De keuze van 't onderwerp is vrij.
2de Onderwerp. (Prijs 500 fr.). Eene studie over de Belgische Aardrijkskundigen der XVIde eeuw, en over den invloed dien zij op de geographie van dit tijdvak hebben uitgeoefend. - Deze prijs werd gesticht door het Internationaal Aardrijkskundig Congres.
De antwoorden (in het Nederlandsch of in het Fransch opgesteld) moeten voor 1 December 1881, worden ingezonden bij den heer Sekretaris dier Academie: Leopoldstraat, 15, te Antwerpen.
- De Vijfjaarlijksche Staatsprijs, voor de Nationale Geschiedenis in België, werd door de Jury toegekend aan den heer Gachard, voor zijn laatste werk over België in XVIIde eeuw.
- De uitslag van den Tooneelwedstrijd te Alkmaar is de volgende: Het maximum punten voor de verschillende vakken
| |
| |
was 84. De eerste prijs werd behaald door Jan Van Beers te Utrecht met 80 punten, de 2de door Thalia te Amsterdam met 77 punten, terwijl de 3de prijs, bij loting met De Génestet van Utrecht, behaald werd door Tollens te Delft met 74 punten; Oefening en Vriendschap uit den Haag bekwam 70 en de Dilettanten-club van Amsterdam 66 punten.
- De wereldberoemde zangeres Mev. Albani heeft te Brussel met schitterenden bijval eene reeks voorstellingen geven. Ook te Antwerpen trad zij een paar malen op, en wel in de Somnambule en Faust, twee harer beste rollen.
- De heer Minister van Binnenlandsche Zaken heeft aan de Tooneelcommissiën in de verschillige vlaamsche provinciën eenen omzendbrief gestuurd, waarin hij te recht betreurt, dat, ondanks de staatspremiën, de toestand van ons Nationaal repertorium nog steeds zeer veel te wenschen laat. Diensvolgens verzoekt hij, dat voortaan in het toekennen der premiën eene billijke strengheid worde in acht genomen, ‘enkel gematigd door de begeerte om schrijvers aan te moedigen van stukken, waarin gegronde en wezentlijke beloften voor de toekomst besloten liggen.’
- Te Brussel zijn van Staats- en te Gent van Stadswege klachten uitgebracht tegen de keuze der opgevoerde stukken op het gesubsideerde ‘Nationaal Tooneel.’ Er wordt teveel aan den slechten smaak toegegeven, door spektakelstukken, die weinig of niets met de kunst gemeens hebben.
- Het blad ‘l'Artiste’ van Brussel heeft opgehouden te verschijnen; doch in denzelfden aard is een ander weekblad gesticht, getiteld ‘L'art moderne, revue critique des arts et de la littérature.’
- Onze gevierde romandichter Hendrik Conscience gaf onlangs zijn honderdste boekdeel in het licht. De Zweep van Brussel richt te dier gelegenheid eenen oproep tot het Vlaamsche volk, om in den loop van den aanstaanden zomer dien zeventigjarigen hoofdman onzer Vlaamsche letterkunde op plechtige wijze te vieren. Wij hopen wel dat deze oproep, tot alle Vlamingen, zonder onderscheid van staatkundige gezindheid, een gunstig onthaal vinden zal. Immers, de
| |
| |
diensten door Conscience aan de Vlaamsche Beweging en de Vlaamsche letteren bewezen, zijn onberekenbaar. Het is derhalve een heilige plicht voor al wie aan eigen taal en kunst, aan nationalen roem niet onverschillig is, meê te werken opdat het ontworpen feest ter eere van den genialen dichter op schitterende wijze moge gelukken. Immers, zooals de dichter Coopman zegt in een gelegenheidsvers: ‘Zijn honderdste Boekdeel:
‘Het zuiden viert zijn Hugo
Wij moeten Conscience vieren.’
- Het huis, waarin mr. Willem Bilderdijk de laatste maanden zijns levens woonde en den 18n December 1831 gestorven is, heeft eenen gevel, ten deele gothisch, ten deele zeventiende eeuwsch. Die gevel was tot heden vrij wel in den staat gebleven, waarin Bilderdijk hem had gekend, dank vooral aan de nauwgezette zorg van eenen eigenaar, die het huis, slechts weinig jaren geleden, uitwendig had doen herstellen. - Thans echter, eene halve eeuw na des dichters dood, zal het perceel, dat in andere handen is overgegaan, uitgebroken en ingericht worden tot een Bierhuis. - Had Bilderdijk daar een voorgevoel van, toen hij in zijn vers ‘het Tabakrooken’ wel wat zwartgallig, uitriep:
‘Waar ben ik? in wat Hel van rampen?
Op ieder voetstap waar ik treê,
Omwalmt mij 't walglijk onkruiddampen,
En doet mij borst en longen weê.’
- De voorstellingen, welke het Rotterdamsch Tooneelgezelschap ll. zomer te Londen gaf, hadden de Hollandsche tooneelspeelkunst met eere gekroond. Bij zijnen terugkeer werd het gezelschap dan ook feestelijk ontvangen, en o.a. besloten aan de leden eene zooveel mogelijk volledige verzameling aan te bieden van alle opstellen, door de Engelsche dagbladen en tijdschriften aan die voorstellingen gewijd. Aan dit besluit werd dezer dagen gevolg gegeven. In een net boekdeeltje van ruim honderd bladzijden zijn de artikelen van de
| |
| |
Daily Chronicle, Daily Telegraph, Standard, Globe, Times, The Ilustrated Sporting and Dramatice, News, Athenaeum, Graphic, Era, Saturday Review, Punch, enz. in chronologische volgorde verzameld. Eene vertaling is daarbij gevoegd.
- Te Amsterdam hebben eenige jonge tooneelspelers - de heeren De Vos, Schulze, Van Schoonhoven, Clous, Rössing en Ising, de dames Tonia Poolman, Anna Sablairolles en mevr. De Vos-Valois - eene vereeniging opgericht, onder den naam van: ‘Het jonge Holland.’ Zij willen door deze vereeniging zooveel mogelijk medewerken om de Nederlandsche tooneelspeelkunst aan hare roeping te doen beantwoorden. Zij stellen zich voor elkander in de beoefening van hunne kunst met raad en daad te steunen, en alleen diegenen als leden te erkennen en aan te nemen, die ervan overtuigd zijn, dat het voor eenen kunstenaar van groote waarde is, een beschaafd ontwikkeld en moreel mensch te zijn.
- Bij haren terugkeer uit Amerika zal Sarah Bernhardt in Amsterdam en in den Haag optreden, onder andere in Froufrou en Adrienne Lecouvreur.
- Victor Hugo's 80ste verjaardag is te Parijs met buitengewonen geesdrift gevierd geworden.
- En nieuw stuk van Alex. Dumas fils ‘La princesse de Bagdad’ is bij zijne eerste opvoering in het ‘Théàtre Français’ uitgefloten geworden. Dit neemt niet weg dat dit stuk het publiek naar den schouwburg lokken blijft.
- Van Zola's ‘Nana’ is eene vertaling in het nieuwgrieksch te Athene verschenen. Een der atheensche bladen had een begin gemaakt met het werk als feuilleton te geven, doch staakte de uitgaaf op de talrijke klachten die van alle kanten werden aangeheven!!
- Emile Zola's beruchte Nana, met medehulp van Busnach voor 't tooneel bewerkt, is te Parijs met buitengewone tooneelpracht opgevoerd geworden. Van het oogpunt der kunst beschouwd moet deze poging een deerlijk fiasco wezen. Het kon niet ànders.
- In de voornaamste steden van Duitschland werd dezer
| |
| |
dagen de 100ste verjaardag van Lessing's afsterven gevierd, met de voorstelling van 's dichters schoonste dramatische werken. Te Hamburg zal aan den beroemden tooneeldichter en criticus een prachtig monument worden opgericht.
- In den trant van het bekende ‘Paris-Murcie zal bij Schorer te Berlijn, ten behoeve der ‘Maatschappij tot redding van schipbreukelingen’ eerlang een zeer belangwekkend Autographie-Album verschijnen:
Deze uitgave, getiteld ‘Aus Sturm und Noth’ bevat handschriften en handteekeningen van uitstekende Duitsche mannen en vrouwen. Zoo treffen wij reeds in het ons toegezonden proefblad (prospectus) keurige teekeningen van Achenbach, Kröner en Werner, welke laatste ons de type van Bismarck in hoogst realistische opvatting voorstelt. Verder een aantal puntige spreuken en eigenaardige gedachten, geteekend Keizer Wilhelm, Veldmaarschalk von Moltke, Karl Emil Franzos, Emm. Geibel en Johan Strauss. De prijs van het Album is 5 mark.
- Het beroemd Duitsch tooneelgezelschap de Meiningers, dat verl. jaarte Amsterdam zooveel bijval vond, zal eerlang te Londen optreden, o.a. met een nieuw stuk van Wildenbruch Die Karolinger.
- Van Lord Beaconsfield's Endymion zal bij Pyttersen te Sneek een Hollandsche, en bij Brockhaus te Leipzig een Duitsche vertaling verschijnen.
- Wagner's Tannhauser wordt deze maand te Moscou in de Russische taal oggevoerd.
- In de Gaceta van Madrid vinden wij het programma van den nationalen wedstrijd, dien de Academia Espanola uitgeschreven heeft bij gelegenheid van Calderons eeuwfeest. Aan dengene, die vòòr 30 April eerstkomende het schoonste gedicht inzendt ter eere van Spanjes grootsten dramatischen auteur, zal in eene plechtige, openbare zitting een gouden medaille van honderd gram gewicht, met het beeld van den dichter en het emblema der Academie voorzien, uitgereikt worden. Het vers moet in het Castiliaansch geschreven zijn, geheel in regels van elf, of afgewisseld met regels van zeven letter- | |
| |
grepen, en mag uit niet minder dan 100, niet meer dan 350 regels beslaan. De bekroonde blijft de eigenaar van zijn werk. Ook dichters van het buitenland worden uitgenoodigd een gedicht in lyrischen of epischen vorm te vervaardigen. De lengte en maat wordt aan hunne keuze overgelaten, mits zij niet afdalen van het thema: De verheerlijking van Calderon. Het werk zal beoordeeld worden door eene Jury van drie bekende letterkundigen, onder voorzitterschap van den Spaanschen gezant, en zulk eene jury zal gevormd worden te Berlijn, Stokholm, Parijs, Athene, Den Haag, Londen, Rome, Weenen, Lissabon en Sint-Peterburg. Een accessit wordt niet uitgereikt en de premie zal gelijk wezen aan die van den nationalen wedstrijd.
| |
Beeldende kunsten. Prijskampen.
- De regelingscommissie voor de tentoonstelling van hulpmiddelen voor den boekhandel, te houden in Augustus 1881 in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, heeft besloten eene prijsvraag uit te schijven voor eene teekening, groot 35 bij 45 cM., voor een eere-diploma, in overeenstemming met het doel der tentoonstelling. Voor de best gekeurde teekening wordt een premie uitgeloofd van honderd gulden.
- De heer Edm. Grandgaignage, algemeen Secretaris van den Cercle artistique te Antwerpen, is tot ridder der Leopoldsorde benoemd. Ziedaar voorzeker eene wèlverdiende onderscheiding, die door de leden van den Cercle oprecht zal worden toegejuicht.
- In den Cercle artistique te Brussel is met veel bijval eene tentoonstelling der werken van den betreurden landschapschilder Huberti geopend.
- Naar wij vernemen zal de tentoonstelling van schilderijen van oude meesters, die te 's Hage ten voordeele der slachtoffers van den watersnood gehouden zal worden, plaats hebben van 20 Maart tot 30 April, met eene mogelijke verlenging tot ultimo Mei.
- De heer Mr. J.O. De Vigne heeft in het Nederlandsch Museüm, geschiedkundig het bewijs geleverd dat de kwestie
| |
| |
der naakte meisjes op Macart's reeds wereldberoemde schilderij ‘Intrede van Keizer Karel te Antwerpen’ geenszins op eene historische waarheid, maar enkel op eene legende berust. De oorsprong dezer legende is een misverstand, gesproten uit de verkeerde uitlegging van een werkje van zekeren Manlius, die in eene reeks anekdoten ook eenige regelen wijdt aan de Intrede van Keizer Karel.
- In het Museüm der Vereeniging voor Geschiedenis en Kunst, te Rotterdam, is eene nieuwe schilderij tentoongesteld van den Vlaamschen schilder Alex. Struys, tegenwoordig professor te Weimar.
- Aangaande de ontdekking van eene schilderij van Rembrandt, schrijft men het volgende:
‘Het diadeem der schilderkunst bezit eene nieuwe en kostbare parel te meer. Op de openbare verkooping van schilderijen van MM. Soenens, gehouden op 23 December ll. te Gent, werd onder andere eene schilderij aangeboden, die men als zijnde van eenen meester geschilderd beschouwde. Toen de veiling van de schoonste tafereelen geëindigd was, veilde men een zwarten opgerolden doek, die de zoogezegde kopie der bovengemelde schilderij moest zijn. Bij het openrollen zag een zeer gunstig gekend liefhebber der stad Gent, M. Robert de Pauw, een handje, dat onder de vuilnis, die de schildering bedekte, schitterde. Dit gaf hem het vermoeden, dat het stuk door een meesterlijk penseel vervaardigd was, en eenige oogenblikken later was hij eigenaar van het doek.
Hoe groot was de verbazing van M. De Pauw, toen gedurende de kuisching voortdurend het vermoeden toenam, totdat eindelijk het kunststuk den naam van Rembrandt vertoonde.’
| |
Vlaamsche taalbelangen.
- Onder het eerevoorzitterschap van H. Conscience vormde zich deze week te Brussel een comiteit, dat geldmiddelen zal inzamelen, om het huisgezin van wijlen Schoep te ondersteunen en eene Vlaamsche opvoeding aan dezes weezen te geven. Men weet, dat Schoep het slachtoffer was zijner Vlaamsche overtuiging; ook dat hij aanleiding gegeven heeft tot het stemmen der
| |
| |
wetten in rechterlijke en burgerlijke zaken. Wij mogen voorzien dat die edelmoedige onderneming ruimschoots ondersteuning vinden zal in het Nederlandsch gedeelte van het land. Opoffering verdient vergelding.
(Volksbelang).
- Het Algemeen Bestuur van het Willemsfonds heeft aan den heer Minister van Openbaar Onderwijs een nieuw vertoog gericht, waarin, na een woord van dank voor hetgeen reeds ten voordeele onzer taal in het Middelbaar Onderwijs werd gedaan, de hoop en het vertrouwen wordt uitgedrukt dat verdere verbeteringen zullen volgen. Verder sluit zich het Willemsfonds aan bij het stelsel van den algemeenen raad van den Onderrichtsbond (Ligue de l'Enseignement).
Het vertoog eindigt met de volgende bewoordingen:
‘Ons bij deze vernieuwde uitdrukking en uiteenzetting onzer wenschen op het gezag van den Onderrichtsbond beroepende, denken wij alle tegenwerping op voorhand te verijdelen. Mochten inderdaad in de oogen van sommigen de klachten der Vlaamschgezinden wel eens verdacht voorkomen, als ingegeven door eene uitsluitende, zelfs blinde voorliefde voor hunne taal, - aan de besluiten van den Onderrichtsbond, die zich stellig alleen door beweegredenen van paedagogischen aard en door het algemeen belang liet leiden, kan dat euvel niet kleven.
Wij verwachten dus den besten uitslag van onze pogingen gevoegd bij die van meergemelden Bond, en eindigen met het verzoek, dat het aanbevolen stelsel onmiddelijk zal toegepast worden op al de nieuwe onderwijsgestichten die, volgens het hans aanhangig ontwerp, in onze Vlaamsche provinciën zullen ingericht worden, en op de andere binnen eenen termijn van ten langste vijf jaren.’
- De Antwerpsche afdeeling van het Willemsfonds heeft, zooals men weet, het initiatief genomen van een manifest aan het volk van Engeland, ten voordeele der onafhankelijkheid van de Transvaalsche Boers. Dit indrukwekkend manifest, dat niet alleen alhier, maar in het gansche land den meesten bijval ontmoet heeft, werd door den dichter Jul. De Geyter opgesteld.
| |
| |
| |
Toonkunde.
- Het Duitsch operagezelschap, dat te Gent een vrij gunstig tooneeljaar heeft beleefd, zal voor eene der laatste vertooningen opvoeren Die Albigenster, het succèsstuk van onzen landgenoot De Swert, wiens bijval in Duitschland wij vroeger in den Kunstbode hebben vermeld.
Gister gaf dit puik gezelschap hier in Antwerpen eene voorstelling van Wagner's Lohengrin, die een schitterenden bijval genoot. Hierover denkelijk nader.
- Te Luik werd dezer dagen de Rubens-cantate van De Geyter en Benoit ten gehoore gebracht. Te oordeelen naar de beperkte elementen waarover de uitvoerende vereeniging l'Emulation te beschikken had, mag de uitslag voortreffelijk heeten, dank vooral aan de knappe leiding van den heer Hutoy. De bijval was zeer groot, en Benoit, die de uitvoering van zijn werk bijwoonde, drukte zijne verwondering uit over het effekt dat men met betrekkelijk geringe middelen had weten te bekomen.
- La Gazette van Brussel deelt het bericht mede, dat binnen kort de Charlotte Corday-Ouverture van Peter Benoit te Parijs zal worden vertolkt. Dit stuk prijkt op het programma van het aanstaande ‘Concert-Colonne’.
- De heer Mertens, de componist van ‘Liederik’ en van ‘de Zwarte Kapitein’, is tot bestuurder van de ‘Société de Musique’ te Brussel benoemd, in plaats van den heer Henri Warnots.
- Heden, 15 Maart, heeft in den Vlaamschen schouwburg de eerste voorstelling plaats van een nieuw lyrisch drama ‘Stella’, door Teirlinck-Styns, muziek van Waelput.
- De beroemde violist Vieuxtemps, die zich gedurende drie jaar in Algiers ophoudt, is van zijn zenuwlijden in zoo ver hersteld, dat hij zich weder aan zijne compositiën wijden kan. Men hoopt, dat de kunstenaar nog in het loopende seizoen een concert in Parijs zal kunnen geven.
|
|