De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 6
(1876)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 476]
| |||||||||||||||||||||||
Kunstkroniek.Den 12 September jl. is te Maastricht de echtverbintenis gevierd van den heer A.-J. Cosyn, redacteur van de Vlaamsche Kunstbode, met Mej. M.T.H. Quaekx. De heer burgemeester vereerde het nieuwe paar met eene schoone toespraak, en de vriend Peter Benoit, die de bruiloft bijwoonde, las een keurig gelegenheidsvers van Mevrouw Van Ackere voor.Ga naar voetnoot(1) (De Zweep). - Voor de vele bewijzen van deelneming allerzijds ter gelegenheid van zijn huwelijk ontvangen, betuigt onze Hoofdredacteur, ook namens zijne Echtgenote, den hartelijksten dank. | |||||||||||||||||||||||
Tooneel- En Letterkunde.- Op last van het Staatsbestuur werden, tijdens de laatste Septemberfeesten, in den Nederlandschen Schouwburg te Brussel, vertoond de oorspronkelijke drama's: ‘Jacob van Artevelde’ door Van Geert, ‘Grétry’ door Sleeckx en ‘Lena’ door Delcroix. - Uit oorzaak eener ongesteldheid van Prof. Heremans is de 4de Afl. van zijn Nederlandsch Museüm (1876) wat later verschenen. - Door den Stedelijken Raad van Brugge is, aangaande de zes Nederlandsche vertooningen, welke de bestuurder van den franschen schouwburg verplicht is te geven, de volgende beslissing genomen: eene toelage van 600 fr. zal gegeven worden als de Bestuurder enkel drama's opvoert; 1500 fr. als het zangspel Liederik (van Mertens en Billiet) verscheidene malen wordt opgevoerd; en 2000 fr. voor 't spelen van twee lyrische drama's. - Z.K.H. Prins Frederik der Nederlanden heeft voor den tooneelwedstrijd, ingericht door den kring Hooger zij ons doel van Amsterdam eene gouden medalie beschikbaar gesteld. - Aan den Eerevoorzitter van het XIVde Nederlandsch Congres, Burgemeester Pyls van Maastricht, werd dezer dagen eene schitterende ovatie gebracht, ter gelegenheid van | |||||||||||||||||||||||
[pagina 477]
| |||||||||||||||||||||||
zijn 25ste verjaarfeest als Lid van den Gemeenteraad. Zijne collega's hebben hem hunne in een kostbaar album bevatte portretten aangeboden, benevens een allerprachtigst bouquet. De heer wethouder Coenegracht maakte zich daarbij de tolk van den Gemeenteraad om den geachten jubilaris hulde te brengen voor de uitstekende diensten, door hem gedurende reeds het vierde eener eeuw aan Limburg's hoofdstad bewezen. Ter gelegenheid van dit Jubelfeest heeft de heer Pyls zijne collega's van den Raad en de heeren staatsafgevaardigden op een prachtig Banket vereenigd, waar de jubilaris op den Koning der Nederlanden eenen toast voorstelde, die zeer werd toegejuicht. Verder werd op dit broederlijk feestmaal nog het woord gevoerd door de heeren Franquinet, Coenegracht, Smeets, De Rijk en Seydlitz. Verschiliige zang- en muziekvereenigingen der stad, o.a. Apollo en Euterpe en de Fanfarenmaatschappij, hebben den gevierden Magistraat beurtelings met serenades vereerd. - Onze beste geluk wenschen aan den heer Pyls, en niet minder aan de stad Maastricht, die er terecht fier op wezen mag een zoo uitstekend man aan haar hoofd te bezitten. - De maatschappij De Ware Vrienden, van Hasselt, brengt ter kennis harer kunstgenoten dat Z.M. Leopold II haar met den titel van ‘Koninklijke Tooneelmaatschappij’ heeft. vereerd. Wij wenschen haar geluk met die vorstelijke onderscheiding. - De heer T.H. De Beer van Goes, heeft zijne Congresrede Over Dagbladen: Kritiek en Reclame wat meer uitgewerkt, en het handschrift gratis aan den heer Van Marie, uitgever te Arnhem afgestaan. Ter wille van de zaak die hij daarin voorstaat vestigen wij op die brochure volgaarne de aandacht van het lezend publiek en inzonderheid die der Congresleden. - Over eenigen tijd werd in de letterkundige Maatschappij ‘De Vriendschap’ van Rousselare een hartelijk broederfeestje gevierd, en wel ter eere van hun geachten Voorzitter den heer Horrie-Deckmyn, door Z.M. de Koning met het Ridderkruis der Leopoldsorde vereerd. Te dier gelegenheid werd van een der leden, den heer P. Van der Meiren, die zich reeds | |||||||||||||||||||||||
[pagina 478]
| |||||||||||||||||||||||
door een paar uitgaven in de letterkundige wereld gunstig heeft doen kennen, een gedicht voorgelezen, dat veel indruk schijnt gemaakt te hebben. Daarin wordt, in een achttal strofen, hulde gebracht aan de groote diensten door den heer Horrie aan de Teeken-Academie zijner stad bewezen, verder aan 's mans menschlievend karakter - ‘nooit bleef hij voor den lijder doof’ - en vooral aan zijne gehechtheid aan de belangen der Vlaamsche Beweging. ‘Het is, zegt eene nota van het “Huldeblijk” algemeen onder de Vlaamschgezinden bekond hoe de heer Horrie, voor den Provincialen Raad van Westvlaanderen, steeds de rechten der Vlamingen heeft voorgestaan.’ Ten slotte drukt het Gedicht de overtuiging uit, dat de borst waarop het Ridderkruis met eere prijkt nog lange jaren moge ‘voor Vlaandren's recht en zeden kloppen.’ | |||||||||||||||||||||||
Toonkunde.- Zooals te voorzien was, heeft het gelegenheidsdrama des heeren Emiel Van Goethem met muziek van Peter Benoit, tijdens de Gentsche Pacificatiefeesten opgevoerd, zeer veel bijval gevonden. Het stuk werd driemaal voor eene proppensvolle zaal in den Koninklijken Schouwburg gespeeld, en de artisten van het door M. Fauconnier bestuurd gezelschap hebben zich, op eene of twee rollen na, vrij goed van hunne taak gekweten. In een artikel ‘Boekbeoordeeling’ zullen wij op het drama van don heer Van Goethem nader terug komen. - Zeggen wij thans een woord over het muzikaal gedeelte van Benoit, dat voor den Vlaamschen meester een nieuwe triomf is geweest. Sommige passages hebben terecht de daverendste toejuichingen uitgelokt. Wij hoeven slechtste wijzen op de prachtige finaal van het eerste bedrijf: Het Eedverbond der Edelen, dat het publiek in geestdrift bracht; verder de beschrijvende muziek der Spaansche Furie, oen paar tusschenbedrijven en de merkwaardige Ouverture. De dansmuziek in het laatste bedrijf, dan als de Pacificatie geteekend is, gaf zeer goed de vreugde der Vlaamsche bevolking weer. Alleen scheen het ons dat de toondichter van dat walsje wat al te kwistig heeft gebruik gemaakt. Bij de ontknooping van oen stuk vooral moet alle langdradigheid met zorg worden vermeden. - Nu, in haar geheel beschouwd, | |||||||||||||||||||||||
[pagina 479]
| |||||||||||||||||||||||
is de nieuwe partitie van den heer Benoit alleszins op de hoogte van 's meesters uitstekenden kunstroem. Dit is zoodanig waar, dat zelfs een der hardnekkigste tegenstrevers van den Vlaamschen meester, de heer Samuël, daarover in een fransch blad van Gent het schoonste lofartikel schreef. - Volgens een Gentsch blad zullen de twee lyrische dramas van Peter Benoit Charlotte Corday en de Pacificatie van Gent in 't fransch vertaald, en te Bergen gespeeld wor den. Ook te Namen en te Luik zouden zij worden opgevoerd. - Op 24 September jl. had te Brussel de officieële uitvoering plaats van de bekroonde cantate ‘De Meermin’ des betreurden toondichters Is. De Vos. De Melomanen van Gent hadden daartoe hunne hooggeachte medewerking verleend. Na de uitvoering sprak de heer Gevaert, bestuurder van het Brusselsch Conservatorium, eene redevoering uit over het Muziekonderwijs in het verleden, het heden en de toekomst. Z.M. de Koning woonde die feestzitting bij. - Eene jeugdige, maar rijkbegaafde leerlinge der Muziekschool van Brugge, Mej. Simonis de Berlaere, heeft een paar veelbelovende pianostukjes in het licht gegeven, waarop wij in een bijzonder artikel nader terug komen. Vooralsnu zij gezegd dat deze eerstelingen op 't gebied der muzikale compositie van zeer veel aanleg getuigen. Er staat der jonge kunstenares - zjj is m.w. nog maar 16 jaar oud - eene schoone toekomst te wachten. Men mag hopen dat zij eenmaal tot roem onzer Vlaamsche School bijdragen zal, zooals zij thans reeds haren voortreffelijken Professor den componist Van Gheluwe tot eer strekt. | |||||||||||||||||||||||
Beeldende Kunsten.- Wij vernemen dat voor het Antwerpsch Museüm van Moderne schilderijen o.a. werken van de volgende meesters zijn aangekocht uit het Salon van 1876: Lamorinière en K. Ooms, van Antwerpen, Willem Geets, van Mechelen, Mej. Beernaert en Clays, van Brussel, en Munthe, van Dusseldorf. - De prijs van 1000 frs. door de Koninklijke Academie van Brussel in een wedstrijd tusschen de oudleerlingen uitgeloofd, werd behaald door den heer Lucien Gerard, een jongen kunenaar die veel voor de toekomst belooft. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 480]
| |||||||||||||||||||||||
Verschenen werken.
| |||||||||||||||||||||||
Aangekondigde werken.
|