ons blad allerzijds ontvangt, dit toch geeft ons de aanmoedigende overtuiging dat onze pogingen niet vruchteloos gebleven, en wij op de ingeslagen baan vooruitgestreefd zijn.
Dat wij alzoo - dank aan de door Noord en Zuid zoo broederlijk verleende medewerking - reeds ons bescheiden aandeel tot bevordering der nederlandsche literatuur hebben bijgebracht, daarvan kan wellicht een blik op de Inhoudstafel onzer twee eerste jaargangen overtuigen.
Zeker is het althans dat het Bestuur zich noch moeite noch opofferingen ontziet, om, onder stoffelijk zoowel als onder zedelijk opzicht, naar verbetering te streven. - Zoo zal ongetwijfeld elkeen, die in ons Tijdschrift belang stelt, niet zonder genoegen bemerken dat, te beginnen van heden, de Kunstbode met eene nieuwe letter wordt gedrukt.
Dit alles geeft ons, meenen wij, het recht te hopen, dat de ondersteuning wakkerer medewerkers, evenals de gunst van het letterlievend publiek, voortaan onzer vaderlansche en belanglooze onderneming minder dan ooit ontbreken zal.
De Redactie.