Teerlinck twee ambities: de collectie verder uitbouwen met een accent op design en kunst, en het bouwen van een nieuwe huisvesting. Zij was curator van de exposities Americana (2012) en Litterature met werken rond het thema van het woord uit de eigen collectie (2012).
Expositie Hôtel-Dunkerque. (© RR)
Zoals voor alle overheidsprojecten werd een architectuurwedstrijd georganiseerd en werden vijf equipes geïnviteerd een voorstel te formuleren. Stad en bestuur kozen voor een monumentaal havengebouw, de oude loods van het bedrijf ACF (Ateliers et Chantiers de France de Dunkerque). Opgestart in 1898 als scheepswerf werd deze onderneming opgedoekt in 1988. Vier van de vijf bureaus kozen om binnen deze open ruimte van de loods het bouwprogramma te realiseren. Het bureau Lacaton & Vassal kwam met een onverwachte en verrassende oplossing. De grote hal werd intact gelaten, wat enige verwantschap heeft met de Tate Modern in Londen van de architecten Herzog & de Meuron waarbij de grote turbinezaal met haar bijna kathedraalachtige dimensie ongeschonden bleef. L & V stelden voor een identiek volume aan de kant van de zee te bouwen, een volume met een gevel bekleed met translucide polycarbonaat panelen. Daardoor ontstond ook het beeld van een groot lichtbaken, een nieuwe ‘vuurtoren’ nabij de haven van Duinkerke. Het concept van een gebouw in een gebouw gaf de mogelijkheid de tussenruimte aan te wenden als zonnewering. In de gesloten binnenvolumes zijn per verdieping grote depotruimtes voorzien die aan hoge technische normen moesten beantwoorden. Over de volledige hoogte in de noord-westzijde is er depotruimte voor de collectie. De noord-oostzijde bevat de expositieruimtes, de administratie en de educatieve diensten. Op de bovenste verdieping is een belvedère aangebracht met een wijds uitzicht op de zee en de havenmonding.
Een belangrijk onderdeel van hun ontwerp is de lange passerelle die de zeedijk van Malo-les-Bains, over een havengeul, verbindt met de nieuwbouw. Deze lineaire verbinding komt uit op niveau +1 en gaat over in een grote vide in het interieur, de zone tussen het bestaande gebouw en de gesloten binnenvolumes van de nieuwbouw. Wie op de passerelle wandelt, kijkt doorheen het gebouw en ziet de kranen die achteraan in de haven staan.
Het bureau L & V heeft een internationale faam opgebouwd. Zij kregen grote waardering voor de verbouwing van Palais Tokyo wat neerkwam op het strippen van het gebouw. Ook met verschillende transformaties van woontorens en de architectuurschool in Nantes kreeg het bureau een internationale uitstraling. Reeds in 2008 kwamen de architecten een lezing geven in de BOZAR in Brussel en sindsdien verschenen verschillende monografieën. Met de FRAC Nord-Pas de Calais leverden zij een uitzonderlijk gebouw waarmee Duinkerke op de architectuurkaart van Frankrijk werd gezet. Dit project behoort tot de shortlist van 40 gebouwen van de Mies van der Rohe Award 2015, de tweejaarlijkse architectuurprijs van de Europese Unie.
In november 2013 opende de FRAC haar deuren. Zowel de collectie, de architectuur als de openingstentoonstelling werd lovend onthaald. Tijdens de eerste zes maanden waren er 38.000 bezoekers, waarvan vele buitenlanders. Zowel in de Franse pers als in internationale vaktijdschriften werd het werk van L & V uitvoerig besproken bij de opening. In het Franse vakblad Le Moniteur gaf Margot Guislain haar artikel de titel: Deux halles nées sous le signe des Gémeaux. In 2014 nam Teerlinck afscheid van het FRAC en wil zich nu toeleggen als freelance curator. Sindsdien werkte zij mee aan Beaufort 05 en adviseerde zij het Middelheimmuseum in Antwerpen. Dankzij haar inzet en haar equipe is FRAC in Duinkerke uitgegroeid tot een culturele pool in Noord-Frankrijk. Ondertussen is de vacature opengesteld voor een nieuwe directeur. Hij of zij die deze functie zal krijgen, kan ook persoonlijke accenten leggen op de verdere uitbouw van de collectie.
‘Uitgegroeid tot culturele pool in Noord-Frankrijk.’
Tot 3 januari zijn er twee exposities te zien. Vooreerst Hôtel Dunkerque, een installatie waarbij curator Klara Wallner een interieur samenstelde met designobjecten uit de collectie gecombineerd met fotografische werken. In dit geheel zijn ook twee ontwerpen opgenomen van Maarten Van Severen. De tweede expositie kreeg de titel Paradis Perdu waarbij werken uit de collectie worden ‘herlezen’ vanuit het boek Paradise Lost van John Milton, een meesterwerk van de Britse letterkunde uit de 17de eeuw. In de tentoonstelling ook twee geïnviteerden: Guidette Carbonell (1910-2008) met haar ceramische tapijten en Alain Declercq met My Home is a Castle II.
# Marc Dubois is architect en was tot oktober 2015 hoofddocent Faculteit Architectuur KULeuven. Hij was commissaris Biënnale INTERIEUR 96 & 98 in Kortrijk en curator van de expositie Maquettes: Verbeelding op Schaal in het STAM (2014). Hij publiceert in verschillende Europese vakbladen en is redactielid van Kunsttijdschrift Vlaanderen.
Meer info kunt u vinden op www.fracnpdc.fr, www.lescollectionsdesfrac.fr en www.lacatonvassal.com |