Te gast
Koen Broucke en Patrick Lateur
Ook dit jaar brengt Kunsttijdschrift Vlaanderen een creatief nummer, waarbij een kunstenaar vorm en inhoud bepaalt. Vorig jaar was dat kalligraaf Brody Neuenschwander. Dit jaar viel de keuze van de redactie op Koen Broucke en Patrick Lateur. En voor 2013 staat een fotografienummer op stapel.
Als visueel kunstenaar drukt Koen Broucke zich uit in tekeningen, schilderijen, video's, publicaties, installaties en performances. Na zijn studies geschiedenis aan de Ufsia en de VUB volgde Koen Broucke schilderkunst aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen. Zijn werk wordt gekenmerkt door een brede diversiteit, maar tegelijkertijd door een grote mate van herkenbaarheid. Koen Broucke stelde onder meer tentoon in België, Nederland, Frankrijk, Finland en Italië. Zijn werk is onder andere opgenomen in de collecties van het Stedelijk Museum Het Domein in Sittard, het Museum voor Hedendaagse Kunst in Antwerpen, de provincie Antwerpen, het Vlaams Parlement en het Vincent Van GoghHuis Zundert. Voor het S.M.A.K. creëerde hij in 2009 de huiskamervoorstelling Moscow/ Braaklanden. Een sterke interesse in teksten en onderzoek is eigen aan het werk van Koen Broucke. Zo schreef hij biografeën van fctieve kunstenaars, kroop als het ware in hun huid en produceerde kunstwerken in hun geest. Illustratief is in dat verband het project ‘Het kabinet van dokter Hahneman’, in 2006 te zien in het Gentse Museum Dr. Guislain en recent nog in het Musée de la Vie Wallonne in Luik. Koen Broucke bracht er het kabinet van de fictieve psychiater Dr. Hahneman, die kunstenaars behandelt, hun ziektebeeld beschrijft en hun werken verzamelt.
Veelal maakt Koen Broucke reeksen kunstwerken die een eigen universum vormen. Hij maakt daarbij gebruik van diverse technieken en media. Ook aandacht voor andere kunstvormen zoals muziek is kenmerkend voor zijn werk. In een reeks werken staat de megalomaan centraal, een ietwat excentrieke imitator van Franz Liszt. Aansluitend verzorgde Koen Broucke performances, waarbij hij zelf in de huid van zijn personage kroop, en als Liszt-imitator optrad. Ook het Odyssee-project sluit aan bij Koen Brouckes interesse voor het narratieve en voor kunstgeschiedenis. Reeds in 1991 maakte de kunstenaar een reeks werken naar aanleiding van een intense lezing van de Bucolica van Vergilius en van een studie rond de Grand Tour en de Italië-tekeningen gemaakt door o.a. Claude Lorrain, Nicolas Poussin, J.M.W. Turner, de minder bekende John Robert Cozens en Francis Towne... Hij noemt het ‘één van de meest intense reeksen die ik ooit heb gemaakt’. Zijn Odyssee-reeks van de voorbije maanden bestempelt hij als een limiet-ervaring wat intensiteit en concentratie betreft.
Patrick Lateur publiceert dichtbundels, vertalingen en bloemlezingen. Hij is redacteur van Kunsttijdschrift Vlaanderen en sinds 2005 lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Recent verscheen van zijn hand bij Uitgeverij Davidsfonds de bloemlezing Italië in 100 brieven. Van Plato tot Pasolini. Als vertaler debuteerde Patrick Lateur in 1996 met het Pervigilium Veneris. Centraal in dit anoniem gedicht uit de vierde eeuw, de herfst van de antieke Latijnse poëzie, staat Venus, godin van de liefde. De dichter evoceert in zijn verzen de universele kracht van de liefde én heft een aangrijpende klaagzang over zijn eigen eenzaamheid aan. ‘De nieuwe vertaling, voorbeeldig chic uitgegeven, is geschreven in het perfecte idioom. Je denkt aan en je hoort verzen en woorden van Gorter, Ida Gerhardt en Van Wilderode. In weinig gedichten barsten de bloembotten zo klinkend open als in dit Pervigilium Veneris van Patrick Lateur’, oordeelde Patrick De Rynck in Poëziekrant. In 1999 verscheen bij Athenaeum-Polak & Van Gennep de vertaling van Pindaros' Zegezangen. Pindaros bezingt de succesvolle atleet, zijn stam en zijn stad. Hij plaatst die lof in het archaïsche systeem van religieuze overtuigingen en waarden en bezingt het broze geluk van de mens die zich even een god weet. Hij grijpt daarvoor terug op de oude mythen. Pindaros gelegenheidsgedichten werden omwille van de rijkdom van zijn taal en denken doorheen de geschiedenis bewonderd. Criticus David Rijser prees in NRC Handelsblad de vertaling van Patrick Lateur omwille van de poëticale kracht. Bij dezelfde uitgever verscheen in 2010 de vertaling van Homeros' Ilias. Wrok in Troje. De Ilias beschrijft een episode uit het laatste jaar van het beleg van Troje, wanneer
Achilles opnieuw het zwaard opneemt om de dood van zijn dierbare vriend Patroklos te wreken. Lateurs vertaling in rijmloze vijfvoetige jamben of blanke verzen werd in Nederland en Vlaanderen erg lovend ontvangen. ‘Laat na zo een Ilias de Odyssee maar gauw volgen!’, schreef Maarten de Pourcq in Poëziekrant. Die vertaling van de Odyssee, het epos over de omzwervingen en thuiskomst van de Griekse held Odysseus na het beëindigen van de Trojaanse oorlog, zal in 2014 verschijnen. De lezer van ons tijdschrift krijgt er in dit themanummer een voorproefje van.
| GEERT SWAENEPOEL |