De triomf van Bacchus
Olieverf op doek, 204 x 163 cm Kassel, Museumslandschaft Hessen Kassel, Gemäldegalerie Alte Meister
Dit is één van de fraaiste mythologische taferelen uit het oeuvre van Jordaens. Maar het stuk bleef veeleer onbekend in bredere kringen en is dus wellicht een ontdekking voor het grote publiek. Want sinds eeuwen leidt het een weinig opvallend bestaan in het museum te Kassel, enkel hooggeschat door kunsthistorici en Jordaens-specialisten. Vooral nu het werk speciaal is gerestaureerd naar aanleiding van de tentoonstelling in Brussel en Kassel, komen zijn frisse koloriet, zijn meesterlijke verfbehandeling en fijngevoelige psychologische expressie, weer ten volle tot hun recht. Het werd wellicht ook omwille van die kwaliteiten in 1749 aangekocht door Landgraaf Wilhelm VIII van Hessen-Kassel. En het was niet het enige werk van Jordaens in die vorstelijke verzameling want, zoals Justus Lange aanduidde, was hij in de achttiende eeuw meer in het algemeen een populaire en gezochte kunstenaar aan de Duitse hoven.
Jordaens behandelt hier Bacchus, god van de wijn, in een geheel ander register dan in de gelijknamige Triomf van Bacchus in het Brusselse museum, die elders in dit themanummer wordt besproken. Hier geen aan het oog van de toeschouwer voorbijtrekkende, langgerekte stoet van door elkaar krioelende dronken en baldadige volgelingen van de wijngod. Maar wel een helder en symmetrisch gestructureerd ensemble van monumentale figuren te halven lijve. Jordaens beroert hier veeleer een classicerende dan een uitbundig barokke snaar. Zoals Justus Lange opmerkte zorgen voor dit effect de vele referenties naar toonaangevende artistieke voorbeelden uit het verleden: de composities in hoogreliëf op Romeinse sarcofagen; het beroemde pseudo-antieke Bacchusbeeld van Michelangelo in het Bargellomuseum dat eertijds tot jolijt van de maker voor een echt Romeins werk werd aangezien; en de bekende Bacchus van Caravaggio in de Uffizi te Firenze, die de toeschouwer aanstaart, te halve lijve en met een wijnglas in de hand.
Irene Schaudies heeft ook terecht gewezen op de verwantschap met de Ecce Homo op naam van Rubens in de Hermitage te Sint-Petersburg. Een verwijzing waarbij wellicht ook Rubens' antieke bron mee resoneerde in de optiek van Jordaens, namelijk het antieke beeld van de Borghese-Centaur. Dat is een personage die in de antieke mythologie als een wezen van grote intelligentie gold en die zijn leerlingen tot wijsheid bracht. De associatie met Christus is dus subtieler dan op het eerste gezicht lijkt. Een wijs inzicht ook dat, gevoed door wijn, hier niet uitmondt in bandeloos gedrag en liederlijkheid maar veeleer in een tedere melancholie die Jordaens op prachtig genuanceerde wijze, en met name in Bacchus' gezichtstrekken, op de toeschouwer wist over te brengen.