Bedrijf met een ziel
Vader Ernest Espeel is oorspronkelijk boerensmid. Hij richt in 1954 in een atelier aan de Moorseelsesteenweg in Rumbeke het metaalbedrijf op dat zijn familienaam draagt. Het maakt intern transport voor de industriewereld. Zoon Michel zet vaders groeiende bedrijf voort. Het verhuist in dezelfde straat van nummer 66a naar de nummers 22-24 en het weet met een grote flexibiliteit competitief te blijven. Twintig jaar lang werkt Michel samen met kunstenaars tot hij bij zijn pensionering in 2009 Constructies Espeel overlaat aan Dacar Holding, de holding van David en Caroline (Dacar) Vanheede. Zij veranderen de naam van Constructies Espeel in MotuShapes.
Het boek Walk With Me herinnert aan de veelzijdige samenwerking tussen Constructies Espeel en kunstenaars in de hoop dat anderen dat voorbeeld navolgen. Ook bij MotuShapes kan het verhaal een vervolg krijgen. Af en toe doet een kunstenaar op dat bedrijf een beroep en de bestaande banden werden niet verbroken. Zo wenst Hans Op de Beeck een film te maken waarin laswerk voorkomt. Dat fragment wordt bij MotuShapes opgenomen. Het spoor van Espeel loopt niet dood, de trein loopt wat vertraging op, maar de goodwill is er om door te gaan.
En de ziel van het bedrijf werd niet verkocht. Die was volgens Michel niet te koop. Hij had eerder een typisch bedrijfsmatig contract gesloten met de kunstenares Claire Roudenko-Bertin die wenste te waken over de ziel van het bedrijf. Zij vreesde de klauwen van de industrie en de mechanismen van het kapitaal. Als
■ De Franse kunstenares Claire Roudenko-Bertin met Michel Espeel. [© Espeel]
mede-eigenares waakt zij over de oorspronkelijke bezieling van Constructies Espeel. Het ‘virus’ dat sommige werknemers en kunstenaars te pakken hebben, moet niet uitgeroeid, maar verspreid worden. Daartoe richtte Claire het ‘Label Culture Espeel’ op dat ze over de planeet wil verspreiden. Michel klopte aan bij zijn bevriende zakenpartner Dirk Vyncke om dat label op te starten in zijn bedrijf in Suzhou in China. Sinds 27 januari 2010 is de zetel van Label Culture Espeel gevestigd bij Suzhou. De Franse kunstenares gaat daar geregeld aan de slag naast haar tentoonstellingen in het museum voor hedendaagse kunst in Bordeaux. Op die locaties houdt ze alvast de ziel van Espeel levend.
Info:
Charlotte Bonduel & Luc Derycke (red.), Walk With Me. Over kunstenaars, het bedrijf Constructies Espeel en hun samenwerkingen, Lannoo, Tielt, 2008, 152 p.
Marc Ruyters, Kunstenaars & ondernemers. Een nieuwe relatie, LannooCampus, Heverlee-Leuven, 2006-20072, 144 p. www.arteconomy.be.
maar het bleef beperkt tot eenmalige performances. Belangrijker dan het eenmalige eindresultaat is het wordingsproces. Wanneer werknemers en de kunstenaar samen een creatieve weg afleggen, verandert dat de mentaliteit. Om die in ruimere ondernemerskringen te promoten, wou ik meer doen. Zo ontstond Arteconomy als denktank. Die komt samen rond de relatie tussen kunstenaars en ondernemers, moedigt studies daarover aan en dat leidt tot publicaties zoals het boek van Marc Ruytens, Kunstenaars & ondernemers. Dat bundelt de seminaries ‘Kunst en economie: wij zien geen verschil’. Arteconomy sensibiliseert met lezingen, rondetafelgesprekken, workshops en individuele contacten’, legt Julie uit.
‘We hadden wel ervaring, maar wisten niet goed hoe die over te brengen. Passie alleen volstond niet. We trokken daarom naar de Vlerick Management School die vanuit de economie ons verhaal onderbouwde, en naar het Instituut voor onderzoek in de kunsten (Ivok) van de K.U. Leuven dat hetzelfde deed vanuit de kunstwereld. Het is belangrijk dat ook kunstenaars hun kijk geven op het partnerschap met de industrie, want voor hen bestaat het gevaar dat ze door de economie worden geïnstrumentaliseerd. Ook de UGent hield in 2004 een sociologische gevalstudie bij het vijftigjarige bestaan van Espeel. We bevorderen zo de wetenschappelijke research. Arteconomy besteedde opdrachten uit aan universiteiten die het artistiek, economisch en sociologisch onderzoek stimuleerden’, zegt Michel.