Transit
Samenstelling Patrick Lateur
Ballade des dames du temps jadis
Dictes moy où, n'en quel pays,
Est Flora, la belle Romaine,
Qui fut sa cousine germaine,
Echo parlant quant bruyt on maine
Dessus riviere ou sur estan,
Qui beaulté ot trop plus qu'umaine.
Mais où sont les neiges d'anten?
Où est la tressaige Esloÿs,
Pour qui chastré fut et puis moyne
Piere Esbaillart à Saint denys?
Pour son amour eust ceste essoyne!
Semblablement, où est la royne
Fut gecté en ung sac en Saine?
Mais où sont les neiges d'anten?
La Royne blanche comme liz,
Qui chantoit à voix de seraine,
Berte au plat pié, Bietrix, Aliz,
Garanburgis qui tint le Maine,
Et Jehanne, la bonne Lorraine,
Qu'Engloys brulerent à Rouen,
Où sont ilz, où, Vierge souvraine?
Mais où sont les neiges d'anten?
Prince, n'enquerrez de sepmaine
Où elles sont, ne de cest an,
Qu'à ce reffrain ne vous remaine:
Mais où sont les neiges d'anten?
Ballade van de dames van eertijds
Zeg mij waar zij gebleven is,
Flora, de bloem van de Romeinen,
Waar Archipiades en Thaïs,
Haar volle nicht, gebleven zijn en
Waar Echo, die wij horen kwijnen
Als weergalm bij rivier of meer,
Waar schoonheid niet meer mag verschijnen.
Waar is de sneeuw nu van weleer?
Die als ontmande zag verdwijnen
Pierre Abélard in Saint-Denis
En zelf verging van liefdespijnen?
Zeg mij, waar is de soevereine
Die Buridan genaaid in leer
Gebood te werpen in de Seine?
Waar is de sneeuw nu van weleer?
Zeg mij waar Blanche gebleven is,
Zo zoetgevooisd als een Sirene,
Waar Berta, Beatrix, Alys,
Haranburgis, gravin van Maine,
Waar Jeanne, gezonden uit Lorreinen
En in Rouaan door vuur verteerd.
Zeg waar ze zijn, o Hemelreine,
Waar is de sneeuw nu van weleer?
Prins, zoek niet langer waar ze zijn en
Herhaal niet langer keer op keer
Als droef refrein op mijn refreinen:
Waar is de sneeuw nu van weleer?
FRANÇOIS VILLON (1431 - na 1463). De grootste Franse dichter van de middeleeuwen stamde uit een arm gezin, maar kon dankzij een Parijse beschermer studeren. Wegens vechtpartijen, diefstal en doodslag werd hij diverse malen opgesloten en ten slotte tot ophanging veroordeeld. Hij kreeg gratie, werd voor tien jaar verbannen en verdween uit de annalen. Le Grand Testament (1463) bevat balladen, rondelen en andere lyrische gedichten. De toon is levendig, baldadig en soms melancholiek. Deze ballade is een variatie op het bijbelse ubi sunt?-thema: waar zijn de grootste doden van weleer?
|
|