positiever klinkend alternatief voor allochtone kunstenaar), een cultuur van mengvormen waarin fenomenen als mestiesering, creolisering, fusion en vermenging centraal staan? Of zijn kunstenaars een speciaal geval - intellectuele of artistieke ‘expats’, buitenbeentjes die zich net zo goed in Lokeren als in Berlijn, New York of Casablanca kunnen vestigen maar die eerder toevallig in Vlaanderen aanbeland zijn?
In Vlaanderen is de discussie over de Vlaamse identiteit amper drie generaties aan de gang. Daarvoor dachten we nauwelijks na over onze ‘eigenheid’ - of werd ze niet als een ‘probleem’ aangekaart. Identiteit en eigenheid veronderstellen echter altijd een erkenning van het ‘anders zijn’, van de eigen ‘Andersheid’ (otherness, autreté). Hoe verhouden we ons tegenover de Andere? Weten we, dank zij onze confrontatie met de Andere, beter wie we zelf zijn? Gaan we op de duur anders - en beter - met onze eigenheid, met ons anders-dananderen-zijn om? En kunnen we uiteindelijk ook anders - en beter - omgaan met verschillen, met diversiteit, met discensus?
Vanuit hun bevragende en kritische functie kunnen kunstenaars van hier-en-elders in ieder geval boeiende vraagstellingen en wellicht ook elementen van antwoorden aanreiken. Dit nummer wil het niét over problemen hebben, maar focust nadrukkelijk op talent. Hoewel de problematiek van de subsidiëring door de Vlaamse Gemeenschap - een vorm van separatisme of segregatie, geïnspireerd eerder door de bezorgdheid voor sociale onrust dan door belangstelling voor creativiteit, aldus Hazim Kamaledin - niet uit de weg kan worden gegaan. Hoewel kunst, zo getuigt Charif Benhelima, ook het resultaat kan zijn van een onderzoek naar het (problematische) gevoel van vreemdeling te zijn. Dit nummer gaat over professionele kunstenaars uit verschillende disciplines, over kunstenaars die, elk op hun terrein, op enige erkenning kunnen rekenen. Naast de reeds genoemden zijn dat: Sidi Larbi Cherkaoui, Nedda El-Asmar, Philip W. Badenhorst en een hele reeks voortreffelijke musici. Andere talentvolle allochtonen kunnen hier helaas niet aan bod komen: kunstenaars die niet voltijds professioneel bezig zijn, jonge allochtonen in artistieke opleidingen, beginnende kunstenaars, aanstormend talent, vertegenwoordigers van spontane, volkse of niet-autonome kunstvormen. Toch zijn we er ons van bewust dat die kunstenaars evenzeer, elk op hun manier, het culturele landschap van Vlaanderen verrijken.
Kan kunst de wereld redden? Die polemische vraag die in 1993, toen Antwerpen Europa's Culturele Hoofdstad was, erg nadrukkelijk gesteld werd, is nog steeds onbeantwoord. En dat is maar goed ook. Wie heeft immers ooit gesteld dat kunst er is om de wereld te rédden? Het is al heel wat als kunst de wereld mooier maakt, of als kunst een extra dosis verbeelding in onze wereld injecteert, of als kunst, op onverwachte wijze, onze wereld bevraagt. Kunst kan een ontmoetingsplaats zijn, een kans bieden om ‘de andere’ te leren kennen, te leren begrijpen en te leren waarderen. Culturele diversiteit gaat uit van de behoefte aan een eigen traditie van waaruit gezocht wordt naar ontmoeting. Culturen mengen zich steeds sneller, laven zich aan elkaar, bevruchten elkaar. Culturele diversiteit is de enig mogelijke cultuur van de toekomst. Wie dat ontkent, leeft in de voltooid verleden tijd.
Op zaterdag 18 december, van 18.00 tot 19.00 u, kan u in het programma ‘Rans’ op KLARA luisteren naar een klinkende illustratie van het artikel ‘Culturele diversiteit in het Vlaamse muzieklandschap’.