| |
| |
| |
Samenstelling Fernand Bonneure
Jaarkroniek
sinds 1830
Aanvullende informatie bij een selectie van verenigingen, tijdschriften, figuren, in cultureel Wallonië.(*)
1830 Louis Dubois (Brussel - ibidem 1880). Kunstschilder. Studeerde in Parijs waar hij invloed onderging van Courbet. In 1868 stichtte hij de Société libre des Beaux-Arts. Schilderde vooral stillevens, portretten en landschappen. In de koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel Roulette en De Ooievaars (1858).
1831 Constantin Meunier (Etterbeek - Elsene, 1905). Aanvankelijk kunstschilder en graficus van religieus werk. Vanaf 1885 beeldhouwer van de adel van de arbeid. Sociaal geëngageerde en vaak geïdealiseerde bronzen beelden van arbeiders, zoals in Antwerpen in Middelheim en De Buildrager in het Museum voor Schone Kunsten. In Brussel aan de Van Praetbrug Monument van de arbeid, in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten Het Grauwvuur. Meuniermuseum in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, Koningsplein 1-2 in Brussel.
1833 Félicien Rops (Namen - Essones, Parijs, 1898). Kunstschilder en zeer talentvolle etser en lithograaf van portretten, karikaturen, veel boekillustraties, meestal satirisch en erotisch getint. Stichtte in 1856 samen met Charles De Coster het kritische weekblad Uylenspiegel, Journal des ébats artistiques et littéraires, tot 1864. Rops werd in 1869 voorzitter van de Société Internationale des Aquafortistes. In 1875 stichtte hij de vereniging Le Chrysalide als voortzetting van L'Art Libre; ook zangers en muzikanten konden toen lid worden. Tot 1881. Félicien Ropsmuseum in Namen, rue Fumal 12.
1842 Joseph Grandgagnage, genoemd de uitvinder van het woord Wallonië. Zijn neef Charles Grandgagnage (1812-1878), dialectoloog uit Luik, publiceerde Dictionnaire étymologique de la langue Wallonne, het eerste wetenschappelijk werk over een Gallo-Romaans dialect.
1852 Jef Lambeaux (Antwerpen - Brussel 1908). Beeldhouwer. Vestigde zich in 1880 in Brussel, waar hij in 1884 lid werd van de Groupe des XX. Enkele werken (naast veel portretten): Brabofontein op de Markt in Antwerpen, De Kus in het Museum Antwerpen, De menselijke hartstochten in het park van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van Brussel.
1855 Emile Verhaeren (Sint-Amands aan de Schelde - Rouen Fr. bij een treinongeluk, 1916). Belangrijke dichter van bekende bundels als Les Heures Claires (1896), Toute la Flandre (1904) en essays over Rembrandt, Ensor, Rubens en enkele toneelwerken. Huldemonument in zijn geboortedorp.
Georges Rodenbach (Doornik - Parijs, 1898). Dichter en romanschrijver volop in de geest van het symbolisme. Advocaat en medewerker van La Jeune Belgique. Vanuit Gent ging hij in Parijs wonen, alwaar vriendschap met o.a. Stéphane Mallarmé. Publiceerde in 1892 zijn meest bekende roman Bruges-la-Morte, vertaald in tien talen, voor opera bewerkt en verfilmd, gevolgd door Le Carillonneur (1897). Beide romans zijn in Brugge gesitueerd. Sculptuur (1903) door George Minne in het begijnhof Sint-Elisabeth in Gent.
1856 Ontstaan van de Société Liègeoise de Langue et de Littérature Wallonne,
(1858) Fernand Khnopff, Mijn hart treurt om vervlogen tijden, potlood, kleurpotlood en wit krijt op grijsblauw papier, Hearn Family Trust, New York.
ter verspreiding van de letterkunde in Wallonië.
Léon Frédéric (Brussel - Schaarbeek 1940). Baron. Leerling van J.Portaels. Realistisch schilder op grote formaten en veelluiken, zoals Het Begrafenismaal, museum Gent, Maanlicht en De Wever (Brussel). Was vertegenwoordigd op de Wereldtentoonstelling in Parijs 1900 met het drieluik De Beek, een hulde aan Beethoven.
1858 Fernand Khnopff (Grembergen - Brussel 1921). Bracht zijn kinderjaren door in Brugge. Kunstschilder, een van de typische vertegenwoordigers van het symbolisme in België. Grote interesse voor de Prerafaëlieten. Anglofiel schreef hij talrijke bijdragen in het Londense tijdschrift The Studio. Lid van Les XX. Volgeling en vriend van Sar Péladan en de Rose + Croix - beweging. Waterverf en pastel waren de meest gebruikte materialen voor zijn mistige, dromerige stadsgezichten en voorname taferelen. Ook portretten, vaak met zijn zuster Marguerite als model. Grote retrospectieve tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten Brussel, tot 16 mei 2004.
1859 Eugène Ysaye (Luik - Brussel 1931). Componist, violist en dirigent. Was tot 1881 orkestdirigent in Berlijn, daarna in Parijs. Stichter van het strijkkwartet Ysaye en van de Société des Concerts Ysaye. Zeer bekend als vioolvirtuoos. De Muziekkapel Koningin Elisabeth werd naar zijn richtlijnen opgericht en in 1937 vond de eerste internationale muziekwedstrijd plaats. Hij schreef composities voor viool en orkest en een opera. Museum Ysaye in de Impasse des Ursulines in Luik.
1861 Victor Horta (Gent - Brussel 1947). Baron. Architect. Met Henry van de Velde de vermaardste architect van het modernisme in België. Hij werkte ook met metaal en glas als structurele elementen. Bekend zijn (waren) in Brussel het Volkshuis (1895-99) nu verdwenen, het Hôtel Solvay (1894-1900), het warenhuis L'Innovation (1901) afgebrand, het Brugmannhospitaal (1912-24), het Paleis voor Schone Kunsten, het Museum voor Schone Kunsten in Doornik (1922-28). Victor Hortamuseum (1969) in zijn eigen woning en studio's Amerikaanse straat 23-25 Brussel.
Charles van Lerberghe (Gent - Brussel 1907) Studeerde in Brussel. Woonde veelal in Bouillon. Franstalige dichter en toneelauteur, een van de bekendste symbolisten. Bewonderde de Prerafaëlieten. Zijn beste werk zijn de zangen in La Chanson d'Eve (1904). Zijn politieke satire Pan was vooral gericht tegen de katholieke partij. Biografie: Raymond Trousson Charles van Lerberghe, le poète au crayon d'or.
1862 Georges Le Roy (Gent- Elsene 1941). Franstalige dichter, etser en kunstschilder onder invloed van het symbolisme. Werd de Vlaamse Verlaine genoemd. Zijn bekendste werk was Mon coeur pleure d'autrefois (1889). Werd conservator van het Wiertzmuseum in Brussel. Publiceerde in het Nederlands de roman Fierlefijn.
1863 Jules Destrée (Marcinelle - Brussel 1936). Werd advocaat en socialistisch volksvertegenwoordiger voor Charleroi van 1894 tot aan zijn dood. Beroemd is zijn Lettre au Roi (Koning Albert I), brief van twintig pagina's, verschenen in 1912 in La Revue de Belgique en waarin de fameuze uitspraak Sire, il n'y a pas de Belges, een pleidooi voor de administratieve scheiding van Vlaanderen en Wallonië. Was een van de kopstukken van de Waalse Beweging en medestichter van de Assemblée Wallonne. Stichtte in 1905 in Marcinelle de Université Populaire. Op zijn voorstel werd de Académie Royale de langue et de literature françaises gesticht in 1920. Schreef sociaal geïnspireerde verhalen en ook juridische en kunstkritische essays o.m. over Rogier van der Weyden. Zijn broer Olivier Georges (Marcinelle 1867 - Leuven 1919) trad in 1898 in bij de paters benedictijnen. Publiceerde religieuze en literaire essays en symbolistische poëzie.
Henry van de Velde (Antwerpen - Oberägeri CH 1967) Kunstschilder, architect, vormgever. Als student was en bleef hij bevriend met de latere Franstalige dichter Max Elskamp. Werd lid van de Groupe des XX in 1888. Bouwde zijn eigen woning Bloemenwerf in Ukkel 1895-96. In 1900 naar Berlijn waar hij leider werd van de Kunstgewerbeschule. In 1925 terug naar België. Docent architectuur aan de Universiteit Gent en in Brussel in 1926 stichter van het Institut Supérieur des Arts Décoratifs Abbaye de la Cambre (Ter Kamereninstituut) waarvan hij directeur bleef tot in 1936. Anto Carte werd leraar aan dit instituut en ontwierp de glasramen voor koor en poort van de abdij. Bekend werk van Van de Velde: de bibliotheek (boekentoren) van de Universiteit Gent
| |
| |
1864 Eugène Laermans (Sint-Jans Molenbeek - Brussel 1940). Baron in 1927. Kunstschilder. Naturalistisch realisme onder invloed van Pieter Bruegel. Meestal sociale thema's: arbeiders, armen, verstotenen. De Dronkaard, Een Stakingsavond (1893) in Museum Brussel. De Storm, Landverhuizers in Museum Antwerpen
1865 Emile Fabry (Verviers - Brussel). Symbolistisch kunstschilder en lithograaf. Stichtte met Delville, Rops, Mellery de vereniging Pour l'Art. Muurschilderingen in de Muntschouwburg in Brussel. Samenwerking met architect Horta.
Overlijden van Antoine Wiertz (Dinant 1806). Kunstschilder. Prijs van Rome in 1832.Rubens en Rafaël waren zijn grote voorbeelden. Werkte op groot tot zeer groot formaat. Zijn atelier is nu het Wiertzmuseum in de Vautierstraat 62 in Elsene. Romantische kunstenaar met voorkeur voor thema's als moord, zelfmoord, dood, ziekte, waanzin. Apotheose van de Koningin (1856) in Museum Brussel alwaar ook De mooie Rosine.
1867 William de Gouve de Nunques (Monthermé Fr. - Stavelot 1935). Kunstschilder. Bevriend met Jan Toorop, met wie hij in Machelen een atelier deelde. Symbolistisch en surrealistisch werk, zoals Pauwen (1896) in museum Brussel. Lid van La Jeune Belgique. Ontwierp theaterdecors en kostuums. Aan het eind van zijn leven schilderde hij veelal landschappen van de Ardennen en de streek van Stavelot.
Jean Delville (Leuven - Vorst 1953). Kunstschilder en dichter van het symbolisme. Lid van La Jeune Belgique. In 1900 werd hij professor aan de Glasgow School of Arts. Daarna en tot 1937 aan de Brusselse Academie. Grote lichtende taferelen met religieuze of mythologische inslag. In 1892 stichtte hij in Brussel de vereniging Pour l'Art (tot 1941).
Henry de Groux (Brussel 1867 - Marseille 1930). Kunstschilder, beeldhouwer, etser, lithograaf. Veel sociale thema's zoals De dronkaard bij zijn stervende vrouw in Museum Brussel. Historische schilderijen over de Eerste Wereldoorlog.
1868 Stichting van La Société Libre des Beaux-Arts, vereniging van landschapschilders onder invloed van de School van Barbizon, met o.m. Louis Artan, Constantin Meunier, Charles de Groux, Félicien Rops, Alfred Verwee. Gericht tegen het academisme en voor het realisme in de kunst. Gaf in 1871-1875 het tweemaandelijks tijdschrift L'Art Libre uit met Félicien Rops en Camille Lemonnier als redacteuren.
1869 Overlijden van François-Joseph Navez (Charleroi 1787). Academisch geschoolde kunstschilder vooral van staatsieportretten van prominente figuren. Werk in bezit van diverse Europese musea.
1870 Guillaume Lekeu (Heusy - Angers Fr. 1894). Jonggestorven talentvolle componist, leerling van César Franck. Liet een vijftigtal composities na, vooral werken voor piano en snaren.
Henri Evenepoel (Nice - Parijs 1899). Belgische kunstschilder. Studeerde aan de Academie van Brussel. Vertrok in 1892 naar Parijs. Leerling van Moreau. Contacten met Manet en Toulouse-Lautrec. Symbolistisch werk dat evolueerde tot fauvisme. Portretten en genrewerk zoals in museum Brussel Henriette met de grote hoed (ook op een postzegel) en in museum Gent De Spanjaard in Parijs.
1873 Antoine Pompe (Brussel - ibid. 1980). Talentvolle tekenaar en architect. Onderging enige invloed van de Duitse romantiek. Was ook ontwerper van tapijten en siersmeedwerk. Architect van het Volkshuis (1914) in Luik en van de wederopbouw (1915-1919) van Dinant. Werd door Henry van de Velde aangesteld als leraar meubelkunst in het Ter Kamereninstituut van bij de stichting (1926) tot 1939.
1875 Ontstaan van het begrip en het woord Impressionisme. Eerste tentoonstelling van impressionistische kunst in het atelier van fotograaf Nadar in Parijs.
1876 Thomas Braun (Brussel - ibidem 1937). Advocaat aan de Brusselse balie. Dichter van o.a. Le Livre des bénédictions (1900), in symbolistische sfeer en Fumée d'Ardenne (1912), waarin hij zijn liefde voor de streek van de Haute-Lesse uitsprak. Lid van de Académie royale de langue et de littérature françaises.
1879 Overlijden in Brussel van Charles de Coster (München 1827).Was ambtenaar bij het Rijksarchief in Brussel. In 1868 publiceerde hij La Légende et les aventures héroiques, joyeuses et glorieuses d'Ulenspiegel et de Lamme Goedzak au pays de Flandre et ailleurs, een schelmenroman naar het Duitse Till Eulenspiegel, een epos van de vrijheidstrijd van de Nederlanden tegen Spanje in Vlaanderen. Zijn boek werd een veelvuldig vertaald wereldsucces.
1881 Stichting door oudstudenten van de U.C.L en de U.L.B. van de literaire beweging met tijdschrift La Jeune Belgique (tot 1897). Motto Soyons Nous. Verdedigde het principe
(1879) Omslag van Charles De Costers bekendste werk
L'Art pour l'Art. In de redactie: Emile Verhaeren, Georges Rodenbach, Charles van Lerberghe, Grégoire Le Roy, Maurice Maeterlinck. Beïnvloed door Baudelaire en de Parnasse voor de poëzie, door het realisme en vanaf 1887 door het symbolisme voor het proza.
Opening in Brussel van Dietrich & Cie, boekhandel en eerste kunstgalerie in België.
Pierre Paulus (Châtelet - Sint-Gillis 1959). Baron en bekende kunstschilder, etser, lithograaf en keramist. Vooral het leven in de Borinage heeft hem geïnspireerd. Zijn werk was vrij somber van koloriet en altijd sociaal bewogen: Jeunesse (1909) in het Stadhuis van Charleroi, Le mineur en La Sambre industrielle (1930) in museum Brussel. Voorts werk in musea van New York en Buenos Aires.
Franz Hellens (Brussel - Sint-Gillis 1972) Ps. van Frans Van Ermengem. Auteur van poëzie en essays over Ensor, Terborch, Evenepoel, Mellery.
1883 Oprichting in Brussel van Les XX (of Le Groupe des XX) door twintig stichters o.a James Ensor, Fernand Khnopff, Theo van Rysselberghe, Jef Lambeaux, George Minne, Henry van de Velde. Zonder manifest of programma, alleen met als actieve secretaris de advocaat Octave Maus. Hun tijdschrift was L'Art Moderne (tot 1914). Tien jaar lang organiseerden zij een Salon met vooral Europese avantgarde en veel buitenlandse contacten. Vorm primeerde boven inhoud. Ontbonden in 1894.
Marie Gevers (Edegem - ibidem 1975). Zij begon met poëzie en werd aangemoedigd door Emile Verhaeren en Max Elskamp. Vanaf 1930 schreef zij novellen en romans, ook enkele reisverhalen uit Afrika, zoals Des mille collines aux neuf volcans. Zij was de eerste vrouw die lid werd van de Académie de langue et de littérature françaises. Vijfjaarlijkse staatsprijs voor Franstalige Letterkunde in 1960. Fonds Gevers & Willems (haar zoon) in het Archives et Musée de la littérature.
1884 Vanaf 1884 tot 1914 was Brussel met Les XX en La libre esthétique de artistieke hoofdstad van Europa en het jaarlijks trefpunt van de kunstscene. Maar anderzijds werden dit jaar in het officiële Salon van Brussel de volledige inzendingen van Ensor, Vogels, Finch geweigerd. Ensor publiceerde dan zijn satire Trois semaines à l'Académie in het tijdschrift L'Art Moderne.
Clément Pansaers (Neerwinden - Brussel 1922. Dichter en vriend van dadaïsten als Picabia, Tsara, Aragon, Eluard. In 1921 verscheen zijn Apologie de la Paresse. Was medewerker aan het Antwerpse tijdschrift ça ira.
Charles Counhaye (Verviers - Brussel 1971). Expressionistische kunstschilder. Leraar (o.a. van Roger Somville) monumentale schilderkunst aan het Ter Kamereninstituut.
1885 Henry Lacoste (Doornik - Oudergem 1968). Een van de grote architecten in het interbellum. Zijn werk vertoont veel voorbeelden van Art Deco met historische verwijzingen. Crematorium in Ukkel (1929-1931) samen met L.de Vestel. Tentoonstellingspaviljoenen voor de Wereldtentoonstelling (1935) in Brussel, o.a. het Paviljoen van het Katholiek Leven. Kerken in Beringen en Zwartberg. Universiteitsbibliotheek Leuven (1944-1953). Leraar (1954) architectuurgeschiedenis aan de Academie van Brussel.
Joseph André (Marbais (Villers-la-Ville) - Charleroi 1969). Architect van grote publieke gebouwen in eclectische stijl. Was samen met architect Jules Cézar laureaat van de prijskamp voor het nieuwe stadhuis van Charleroi, in 1935 ingewijd, een monument van Art Deco. De zeventig meter hoge klokkentoren, werelderfgoed van de UNESCO, werd opgetrokken in baksteen, blauwe en witte hardsteen en bekroond met een bronzen torentje. In de Haute Ville aldaar: Palais des Beaux Arts (1957), Sint-Kristoffelkerk (1955), Palais des Expositions (1954).
1886 Heel België in beroering door betogingen en mijnstakingen vanuit Luik naar Henegouwen. Verwoesting van kastelen en fabrieken in de Borinage, massaal onderdrukt door het leger. Vierentwintig ‘opstandelingen’ neergeschoten. Ensor, Rops, Meunier beeldden staking en opstand uit in hun werk.
Stichting in Luik van het literair tijdschrift La Wallonie (1886-1892) door Albert Mockel, Hector Chainaye, Charles de Tombeur. Spreekbuis van het symbolisme met Emile Verhaeren, Georges Rodenbach, Maurice Maeterlinck, Camille Lemonnier ook Fransen als Stéphane Mallarmé en André Gide.
Anto Carte (Mons - Elsene 1954). Kunstschilder vooral van figuren in een symbolistische-expressionistische stijl, enigszins verwant met de Vlamingen Gustave van de Woestijne en Valerius de Saedeleer. Religieuze en sociale onderwerpen. In 1924 exposeerde hij een zestigtal doeken in het Carnegie Institute in Pittsburgh, U.S.A. Later werk was minder gedreven. Retrospectieve tentoonstellingen in het Museum van Elsene (1949) en in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel (1969).
In het dorp Spy, nu deel uitmakend van de gemeente Jemeppesur-Sambre, vinden de Luikse geleerden Marcel de Puydt, archeoloog en Max Lohest, geoloog, in een grot boven de rivier de Orneau, twee skeletten van circa 50.000 jaar oud. Sindsdien bekend als De mens van Spy, die gelijkenis vertoont met de Neanderthaler in 1867 ontdekt in Duitsland.
1887 Stichting van het dagblad Le Soir in Brussel. De eerste nummers gratis uitgedeeld.
1888 De Belgische bankbiljetten tweetalig. Een deel van Le Moniteur Belge (Belgisch Staatsblad) in het Nederlands.
1889 Stichting door Alfred Vallette (1858-1936) van het ook in Wallonië invloedrijke Franse tijdschrift Mercure de France dat in het begin helemaal openstond voor het symbo- | |
| |
lisme, later ook voor andere literaire stromingen. Aanvankelijk maandelijks, vanaf 1905 om de twee weken. Literaire teksten, ook kritische bijdragen over beeldende kunsten, letterkunde en wetenschappen. Niet tijdens W.O.II en in 1965 opgeheven.
1890 Overlijden in Parijs van César Franck (Luik 1822). Wonderkind op viool en piano. Met twaalf jaar reeds repetitor van orkesten. Componist en muziekleraar die zijn loopbaan vond in Parijs. Oratoria, symfonische gedichten voor piano en kamerorkest, liederen en orgelmuziek Zelf een uitmuntende organist.
Marcel Caron (Enghien, Seine & Oise Fr. - Luik). Geboren uit Luikse ouders. Zijn vader was schilder en tekenaar bij de Manufacture des Gobelins. In 1901 terugkeer naar Luik. Legde het schilderen stil in 1930 en werd beeldhouwer in hout en diverse steensoorten. Expressionistisch, later abstract werk. Was lid van L'Envol (1921) en L'Escalier (1926). Stichter (1948) van de groep beeldhouwers in de vereniging APIAW. Monografie door P.Y. Lesaive, Marcel Caron.Mémoire, Universiteit Luik.
1891 In Dresden verscheen het tijdschrift Das Kunstgewerbe.
In het Volkshuis in Brussel werd de Section d'Art et d'Enseignement Populaire gesticht (tot 1911), culturele afdeling van de socialistische partij, met Henry van de Velde, Jules Destrée, Fernand Khnopff, Leo Picard, Emile Verhaeren. Letteren, concerten, tentoonstellingen, cursussen.
1893 Als voortzetting van Les XX stichting van La Libre Esthétique met eveneens jaarlijkse maar minder vernieuwende salons in 1894, 1895.
1894 Eerste verkiezingen volgens algemeen meervoudig stemrecht. De socialisten behaalden 28 verkozenen en werden meester in Luik, Mons, Charleroi. Edmond Picard, Emile Vandervelde, Jules Destrée verkozen.
Overlijden in Parijs van Adolphe Sax (Dinant 1814). Instrumentenbouwer, vooral van blaasinstrumenten. In 1846 liet hij zijn uitvinding van de saxhoorn en de saxofoon officieel octrooiëren.
Jules Lacasse (Doornik - Parijs 1975). Schilder, graficus, keramist, beeldhouwer. In 1909 maakte hij een serie abstracte schilderijen, waarschijnlijk de eerste in België. Kleurig en dynamisch werk. Daarna werkte hij weer twintig jaar figuratief.
1895 Eerste Biënnale van Venetië Eerste bioscoop van de gebroeders Lumière
Fernand Crommelynck (Luik - ibidem 1968). Kunstschilder. Onderging enige invloed van de Duitse expressionisten. Religieus geïnspireerde werken. Landschappen van de Hoge Venen. Catalogus door de Stad Luik (1986).
1896 Het tijdschrift Die Jugend verscheen in München (tot 1933). Wekelijks met telkens een nieuwe kaft in kleuren. Dit blad lag aan de basis van de zogeheten Jugendstil, in Frankrijk en Engeland genoemd Art Nouveau.
Marcel-Louis Baugniet (Luik - ibidem) Kunstschilder, graveur, designer. Aanvankelijk kubistisch werk, later opnieuw figuratief en kleurig met o.a. collages
Jean Leroy geboren (Péruwelz, Henegouwen - Doornik 1939. Expressionistisch kunstschilder. Grote figuren, scherpe kleuren. Was bevriend met Joseph Lacasse en Marcel Degand. Stichtte het Lentesalon in Doornik met Georges Grard en Maurice De Koster. Leraar aan de academie van Doornik. Retrospectieve tentoonstelling Doornik 1949. Monografie door Norbert Gadenne, Charleroi 1985.
Auguste Mambour (Luik - ibidem 1968). Belangrijke expressionistische kunstschilder, leraar (1932) aan de Luikse academie. Nam deel aan de Biënnale van Venetié in 1922 en 1925. Zijn reis in Congo in 1923 had grote invloed op zijn thematiek. Werd wegens collaboratie veroordeeld en geïnterneerd 1944-1947, in 1961 gerehabiliteerd. In 1984 grote retrospectieve tentoonstelling van schilderijen, sculpturen, etsen en litho's door de Stad Luik georganiseerd. Monografie door J. Panisse, Auguste Mambour. Une oeuvre. Un destin, 1984.
Victor Leclercq (Soignies - ibidem) Expressionistische kunstschilder van landschappen en dorpsgezichten. Werd in 1942 door de Gestapo gearresteerd en overgebracht naar Duitsland waar hij in het kamp van Gross Rosen verbleef en in het kamp Dora overleed. Pas in 1965, na de dood van zijn weduwe kunstschilderes Nelly Fernande-Guiche, werden zijn schilderijen ontdekt door kunstschilder Jo Delahaut, die ze voor het eerst exposeerde.
1897 Paul Delvaux (Antheit bij Hoei aan de Maas - Veurne, 1994). Na een expressionistische start vanaf 1934 kunstschilder van tempels, naakte figuren, skeletten, treinen, stations in een persoonlijke, zeer realistische stijl. Doctor honoris causa van de Université Libre de Bruxelles. Werk in alle Belgische en talrijke buitenlandse musea. Museum (1980) in Sint-Idesbald. Schilderij in het station Beurs van de Brusselse Metro.
Michel de Ghelderode, ps. van Aldemar Martens (Elsene - Schaarbeek 1962). Auteur van vaak bizarre verhalen en van bekende en veel opgevoerde toneelstukken zoals Escurial, Sire Halewyn, Barabbas. Ook essays zoals La Flandre est un songe (1953). Er bestaat een Fondation Internationale Michel de Ghelderode met een af en toe verschijnend ‘bulletin de liaison’ Le Papagay.
Marie Howet (Libramont - overleden 1984). Expressionistisch-fauvistische kunstschilderes van stillevens en landschappen. Waardering van Henri Matisse.Prijs van Rome 1922. Lid van de Académie Luxembourgeoise.
Victor Bourgeois (Charleroi - Brussel 1962). Architect en pionier van het modernisme. Was leraar aan het Ter Kamereninstituut. Redacteur van het tijdschrift 7Arts samen met zijn broer de dichter Pierre Bourgeois, Flouquet, Maes en Monier. Enige invloed van De Stijl. Medewerker en organisator van de Belgische afdeling van de congressen van CIAM (Congrés Internationaux d'Architecture Moderne). Was architect van het Stadhuis van Oostende (1954) en van kunstenaarswoningen, zoals voor Oscar Jespers en het (gesloopte) huis voor Herman Teirlinck in Sint-Idesbald (1929).
Victor Servranckx (Diegem - Vilvoorde 1965). Kunstschilder. Zijn vroege werk was reeds abstract expressionistisch. In 1918 ontmoette hij in Parijs artiesten als Fernand Léger en Marcel Duchamp en nam hij in 1925 deel aan de manifestaties van L'Art d'aujourd'hui. Wisselend tussen de geometrie met de gulden snede en grilliger oefeningen, onder invloed van Miro en Kandinsky. In het Museum Brussel Opus 47 (1923).
1898 René Magritte (Lessines, Henegouwen - Schaarbeek 1967). Een van de grootste en zuiverste surrealisten in België en Europa. Zijn schilderijen zijn wereldbekend. Is vertegenwoordigd in veel Belgische en ook buitenlandse musea en verzamelingen. Het Rijk van het Licht (1954) in Museum Brussel. Museum in zijn woning Essegemstraat 135 in Jette.
1899 Henri Michaux (Namen - overleden). Dichter en kunstschilder. Autodidact sinds 1937. In 1955 tot Fransman genaturaliseerd. Auteur van prozagedichten met surrealistische trekken. Plume is een romanfguur die vaak in zijn werk verscheen en verschillende van zijn diepste gevoelens belichaamde.
Maurice Carême (Waver - Brussel, 1978). Dichter van vlotte, soms melancholische poëzie, zoals zijn liefdesgedichten Chansons pour Caprine (1930) die herhaaldelijk vertaald werden, ook in het Russisch en het Arabisch. Veel frisse en succesvolle kindergedichten. Museum in Anderlecht, Nellie Melbalaan 14. Fondation Maurice Carême op hetzelfde adres.
1900 Pierre Louis Flouquet (Parijs - Brussel 1967). Kunstschilder en dichter. Medeoprichter van het tijdschrift 7Arts, waarvan hij redacteur en illustrator was. IJverde vooral voor integratie van alle kunsten. Later hoofdredacteur van het tijdschrift Bâtir en als dichter in 1931 stichter van Le Journal des Poètes.
1901 Georges Grard (Doornik - Sint-Idesbald 1984). Beeldhouwer van monumentale, vooral vrouwelijke figuren. Ging in 1931 aan de kust wonen. Beelden van hem op talrijke publieke locaties in Antwerpen (Niobe, 1947 in Middelheim) Luik, Doornik, Brussel, Oostende, Kortrijk. Stichting Grard en permanent museum in Gijverinkhove (West-Vlaanderen) sinds 1984.
Suzanne Verbist (Gent). Echtgenote van Albert Lilar, jurist en politicus, en moeder van Françoise Mallet-Joris. Frans schrijvende toneelauteur en essayist, o.a. 60 Ans de Théâtre Belge en essays over Sartre en de Beauvoir.
1902 De aristocraat Albert du Bois publiceerde Le Catéchisme Wallon (één miljoen exemplaren) waarin en waarmee hij wilde bewijzen dat de Walen in feite Fransen waren en zijn.
1903 Georges Simenon (Luikse Outre-Meuse - Lausanne CH 1989) Journalist bij La Gazette de Liège. Achttien jaar oud publiceerde hij zijn eerste roman Au Pont des Arches. In 1922 naar Parijs waar zijn onvoorstelbaar druk schrijversleven begon met bijna vierhonderd romans, waarvan vierentachtig met commissaris Maigret, een figuur die hij ontwierp in Delfzijl, Nederland, waar nu een Maigretmonument staat. Nederland was decor van Un crime en Hollande (1931). Chez les Flamands (1932), verscheen in het Nederlands als Maigret en de familie Peeters en speelt zich af in Givet.Vertalingen van zijn
(1903) Omslag van het boek Simenon malgré lui door Anne Richter
(La Renaissance du Livre)
werk verschenen in 55 talen. Naar zijn werk meer dan vijftig films en televisieprogramma's. Doctor honoris causa in 1973 aan de universiteit van Luik, alwaar ook een Simenonwandelroute.
(1903) Omslag van de biografie Marguerite Yourcenar. Qu'il eût été fade d'être heureux door Michèle Goslar (Racine)
| |
| |
Marguerite Yourcenar ps. van Marguerite Cleenewerck de Craeyencour (Brussel - Mount Deserts, V.S.A., 1987). Amerikaanse in het Frans schrijvende auteur. Kinderjaren op de Zwarte Berg, in West- en Frans-Vlaanderen. Werd in 1981 het eerste vrouwelijke lid van de Académie Française. Publiceerde gedichten, toneel, essays, autobiografische mémoires en enkele merkwaardige romans zoals Mémoires d'Hadrien (1950) en L'Oeuvre au Noir (1968), dat zich afspeelt in Brugge in de 16de eeuw en vertaald en verfilmd werd. Biografie door Michèle Goslar, stichteres van het Centre International de Documentation Marguerite Yourcenar (CIDMY) met een trimestrieel bulletin.
Aubin Pasque (Chératte - overleden). Kunstschilder van het magisch-realisme. Illustrator. Medestichter van de internationale groep Fantasmagie.
Edouard Leon Théodore (E.L.T.) Mesens (Brussel - ibidem 1971). Surrealistisch tekenaar en collagist. Ook toondichter en dichter. Een van de grote figuren van het internationale surrealisme. Stichter van tijdschriften en galeries.
1904 Stichting in Brussel van Vie et Lumière, vereniging van luministische kunstschilders zoals Emile Claus, Willem Paerels, James Ensor, William de Gouve de Nunques
1905 Stichting in Dresden (D) van de groep Die Brücke (tot 1913) met expressionistische kunstenaars zoals Heckel, Kirchner, Nolde, Schmidt-Rottluff, Klee. Invloed in geheel Europa
Jean Milo ps. van Emile van Gindertael (Sint-Joost ten Node - overleden). Abstracte schilder en graveur, later nieuwe figuratie. Ook dichter en romanschrijver. Stichtend lid van La Jeune Peinture Belge.
1908 Antoine Mortier (Sint-Gillis Brussel - ibidem 2001). Eerst beeldhouwer en later kunstschilder van grote krachtige tekens in donkere kleuren. Medestichter van La Jeune Peinture Belge.
Jules Lismonde (Anderlecht - Linkebeek 2001). Tekenaar, lithograaf en cartonontwerper voor wandtapijten en glasramen. Laureaat van de Biënnales van Venetië (1958) en Sao Paulo (1959). Uitgenodigd op de Biënnale van Tokyo (1964) en Documenta Kassel (1964). Grote retrospectieve tentoonstellingen in Brussel (1977, 1992). Kunstwerk in het metrostation Pétillon. Stichting Lismonde, gevestigd in zijn woning, waar archief en artistiek oeuvre bewaard worden, Dwersstraat 1, 1630 Linkebeek.-
Anne Bonnet (Brussel - ibidem 1960). Kunstschilderes. Stichtte in 1939 met Louis van Lint en Gaston Bertrand La route libre en was in 1945 medestichter van La Jeune Peinture belge. Lyrisch-abstracte schilderkunst in strenge opbouw en met verfijnde kleuren.
1909 Idel Ianchelivici (Leora, Roemenië - Brussel). Verbleef het grootste deel van zijn leven in België. Figuratieve beeldhouwer. Monumenten en talrijke borstbeelden van prominente figuren. Ook boekillustrator. Museum in La Louvière, Place Communale 1.
Marcel Brunfaut (Schaarbeek). Was samen met zijn vader Fernand (1886-1972) de vertrouwde architect van Belgische socialistische instellingen. Werkte samen met V. Horta in Brussel en Doornik. Schepen van Openbare Werken in Laken. Ontwierp het gebouw van de kranten Vooruit in Gent en Le Peuple in Brussel, beide in 1930. Voorts het sanatorium in Tombeek-Overijse (1934) en het luchthavengebouw in Zaventem (i.s.m. Bontinck en Mouschen 1955-1961).
1910 Gaston Bertrand (Wonck - 1994). Aanvankelijk animistische kunstschilder, later overgegaan naar non- figuratief werk. Medestichter van La Jeune Peinture Belge. Prijs van Rome 1937.
Jean Rets (Parijs). Kunstschilder. Lid van APIAW en EGAU in Luik. In Droixhe, Luik een betonreliëf (1958). In het station Guillemin Luik een glas- en betonraam. Lid van Jeune Peinture Belge, Art Abstrait, Art Construit.
Django Reinhardt (Liberchis nabij Charleroi - Samois-sur-Seine, Parijs 1953). Deze Belgisch-Franse zigeuner (manouche) werd de grootste gitarist die de Europese jazz ooit heeft voortgebracht. In 1934 richtte hij samen met Stéphane Grapelli het kwintet van de Hot Club de France op. In 1946 speelde hij in de Carnegie Hall, New York een duoconcert met Duke Ellington.
Raoul Ubac (Malmédy 1910). Beeldend kunstenaar. Vestigde zich in 1929 in Parijs als experimentele fotograaf. Werd lid van Cobra. Vanaf 1947 leistenen sculpturen en reliëfs.
1911 Jo Delahaut (Vottem bij Luik - Brussel 1992). Studeerde kunstgeschiedenis aan de universiteit van Luik. Belangrijke kunstschilder van zeer kleurige geometrische abstractie, veelal geïntegreerd in de architectuur. Monumentaal werk. Mobiles en spatiale reliëfs. Ondertekende het manifest van Le Spatialisme (1954). Rythme Bruxellois (1975), een kleurige wandschilderij in het Station Montgomery in de metro van Brussel.
Maurice Maeterlinck (Gent 1862 - Nice 1949), dichter, toneelauteur en essayist, onderscheiden in 1911 met de Nobelprijs voor literatuur, enige Belgische auteur tot nog toe die deze uitverkiezing ooit haalde. Hij was o.m. de vertaler van werk van Ruusbroec in het Frans. In 1932 in de adelstand verheven, te zamen met zijn vriend, de Vlaamse auteur Cyriel Buysse. Zijn toneelstuk Pelléas et Melisande (1892) werd door Claude Debussy in 1902 als opera gecrëerd
Pierre Caille (Doornik) een van de pioniers van de keramiekkunst. Altijd zeer kleurig werk. Realiseerde verschillende monumentale assemblages van keramiekpanelen, met meestal figuren in profiel. Ook in het buitenland zeer gewaardeerd en onderscheiden. Les Voyageurs (1979) is een groep van 21 beelden in het station Kruidtuin van de Brusselse metro.
Stichting van de groep Der Blaue Reiter in München met grote expressionistische kunstenaars als Kandinsky, Marc, Macke, Jawlensky, Kubin, Klee.
1913 De Paulushaan, Le Coq Paulus, wordt het officiële Waalse symbool: een rode haan op een gele achtergrond, de Luikse kleuren. Vanaf dit jaar worden Les Fêtes de Wallonie jaarlijks gevierd vanaf 15 september. Concreet begin in 1922 onder impuls van François Bovesse.
Jacques Moeschal (Ukkel). Architect en beeldhouwer. Was een van de eersten die beton gebruikte voor monumentale sculpturen. Signal op de autosnelweg Groot-Bijgaarden. Weg van de Vriendschap
(1913) Le Coq Paulus, rode haan op gele achtergrond (de kleuren van Luik), officieel symbool van Wallonië en van de Communauté française
voor de Olympische Spelen in Mexico 1968. Structure Rhythmées op plafond en wanden in Zuidstation Brussel. Voorts aan de Naamse Poort in Brussel en op de Belgisch-Franse grens.
Dominique Rolin (Brussel). Auteur van een veertigtal romans. Haar debuutroman Les Marais (1942) werd gunstig onthaald en ook in het Nederlands vertaald. In Le futur immédiat spelen de tijd en de perceptie ervan een grote rol. Veel van haar prozawerk vertoont verwantschap met de nouveau roman. Zij is ook een gewaardeerde tekenares o.m. in Les Nouvelles Litttéraires.
Roger Bastin (Couvin - Namen 1986). Een van de belangrijkste architecten in de tweede helft van de 20ste eeuw. Vernieuwer van de religieuze bouwkunst met de Sint-Alenakerk in Brussel (1938-1973), het groot seminarie in Salzinnes (1958-1967), het bedevaartsoord van Beauraing (1958-1960), de wederopbouw van het Museum van Mariemont (1962-1967) en vanaf 1970 verschillende gebouwen voor de Université Notre-Dame de la Paix in Namen en het Museum voor Moderne Kunst (1984) in Brussel.
1914 Gustave Camus (Châtelet). Figuratief kunstschilder en ontwerper van wandtapijten. Werd herhaaldelijk onderscheiden in binnen- en buitenland. Prijs van de Jeune Peinture Belge 1951. Was directeur van de academie van Bergen.
Béatrix Beck geboren in Villars-sur-Ollan (CH), dochter van Christian Beck, dichter en polemist uit Verviers. Zij nam de Franse nationaliteit aan. Een veertigtal publicaties, poëzie en romans, waarvan enkele bekroonde: Léon Morin, prêtre (1952) Prix Goncourt en verfilmd. In 1997 kreeg zij de Prix Littéraire de l'Académie Française voor haar gehele oeuvre.
Marc Mendelson (Londen 1915). Kwam in 1921 naar België en studeerde in Brussel en Antwerpen. Van een kubistisch expressionisme evolueerde hij naar een materieschilderkunst met aarde, bladeren, kristallen. Ook alfabetten en symbooltekens in posters.
1919 Claude Lyr ps. van Claude Vanderhaeghen geboren in Pessac Bordeaux Fr. Schilder, graveur. Directeur van de academie van Elsene. Van impressionisme geëvolueerd naar symbolisme en fantastiek.
1920 Stichting in Luik van Groupe d'Art Moderne de Liège, door Georges Linz en René Liège, met het tijdschrift Anthologie. Futuristisch geïnspireerd. Leden: Victor Servranckx, Jean Milo, Paul Bourgeois.
Jean Tordeur. Journalist en dichter. Medewerker aan verschillende Franstalige dagbladen en bij de uitgeverij Desclée De Brouwer in Brugge. Cultureel en literair medewerker van Le Soir tot 1985. In 1974 lid geworden van de Académie de langue et de littérature françaises, waarvan hij in 1989 Bestendig Secretaris werd in opvolging van Georges Sion. Momenteel is Jacques de Decker bestendig secretaris van deze academie.
Edmond Dubrunfaut (Denain Fr.) Kunstschilder en ontwerper van wandtapijten. Monumentaal werk. Lid van L'art mural en van Art et Réalité. Mensen, dieren, planten in zijn schilderij in het station Louiza in Brussel.
Léopold Plomteux (Flémalle-Grande). Lyrisch abstracte kunstschilder. Was lid van Cobra, Art Abstrait en Réalités Nouvelles.
Sélection, kunstgalerie in Brussel gesticht door P.G. van Hecke en André de Ridder. Gaven ook het tijdschrift uit Sélection. Chronique de la vie artistique et littéraire. Tot 1926.
1921 Fernand Carette (Marcinelle) kunstschilder van abstract werk. Van zijn hand was de plafondschilderij (1961) in de Handelsbeurs van Charleroi.
Xavier Mellery overleden in Laken, was aldaar geboren in 1845. Kunstschilder. Prijs van Rome in 1870. Allegorische thema's, aanleunend bij de oude frescoschilderijen en bij de Prerafaëlieten. Leermeester van Fernand Khnopff. Werk in de musea van Elsene, Brussel, en in het museum Antwerpen Keuken (1890).
André Jacqmain (Anderlecht). Maakte deel uit van het atelier Groenhove in Torhout, samen met de drie geboeders Strebelle en Carlo de Brouckère en van de Ateliers du Marais, alwaar contacten met Christian Dotremont, Pierre Alechinsky en Roel D'Haese. Architect van het privémusuem Urvater (1959-1960) in Sint-Genesius Rode.
1922 Christian Dotremont (Tervuren - Buizingen 1979). Dichter, tekenaar, kunstschilder. Met achttien jaar publiceerde hij zijn eerste gedicht Ancienne Eternité in het Franse tijdschrift La Main à Plume en werd
| |
| |
daardoor bekend in Franse surrealistische kringen. Was van dichtbij betrokken bij de stichting van COBRA. In 1945 lanceerde hij samen met Paul Colinet en Marcel Marien het weekblad Le ciel bleu, waarvan slechts negen nummers verschenen. Stond bekend om zijn integratie van beeld en schriftuur in zijn logogrammen. Een voorbeeld hiervan is het werk Sept Ecritures (1976) samen met Pierre Alechinsky in het station Anneessens van de metro in Brussel.
Pol Bury.(Haine-Saint-Pierre). Aanvankelijk surrealistisch kunstschilder, lid van COBRA en van La Jeune Peinture Belge. Werd een van de pioniers van de kinetische en optische kunst in België. In 1956 medeoprichter van de groep Formes met de kunstcritici Jean Séaux en K.L. Elno en met de kunstenaar Jo Delahaut met het oog op nauwere samenwerking tussen architecten en kunstenaars. Dit streven werd verder gezet in de beweging Le Spatialisme (1954). In het station Beurs van de metro in Brussel monteerde hij Moving Ceiling, een plafondconstructie van bewegende stalen cilinders.
1923 Georges Collignon (Flémalle-Haute bij Luik). Lid van La Jeune Peinture Belge, Cobra, (de Luikse versie Cobra-Réalité), Egau, Art Abstrait. Werkte twee decennia in Parijs als kunstschilder van abstracte schilderijen met grote gekleurde vlakken. Na WO II werd zijn werk surrealistischer en narratiever van aard. Auteur van het essay Le Crayon et l'Objet, ook verschenen in Cobra 10. Monografie Georges Collignon. Peintures abstraites 1946-1966 door Fernand Bonneure, 1990.
Roger Somville (Schaarbeek). Expressionistische kunstschilder, ontwerper en keramist. In 1947 was hij een van de leden van Forces Murales. Zijn kunst is monumentaal en veelkleurig. Zo o.a. het realistisch en ritmisch bewogen fresco Onze Tijd (1976) in het metrostation Hankar in Brussel. Publiceerde: Pour le réalisme. Un peintre s'interroge (1969).
Roger Foulon (Thuin). Romancier, dichter en criticus. Zijn bibliografie omvat 120 titels. Lid van de Académie Royale de langue et de litérature françaises. Voorzitter (1973-1994) van de Association des Ecrivains belges de langue française. Stichtte (1965) en leidt het literair tijdschrift Le Spantole en de Association des Artistes de la Thudinie (Thuin en omgeving).
1924 Marcel Broodthaers (Brussel - Keulen 1976). Aanvankelijk surrealistisch dichter en beeldend kunstenaar. Later progressief adept van de popart (eierschalen, frieten, pot mosselschelpen) en met typisch en persoonlijk drukwerk en prenten zoals in het Broodthaerscabinet van het Groeningemuseum in Brugge. Realiseerde in 1958 een film over Kurt Schwitters.
Serge Creuz (Sint-Jans - Molenbeek). Expressionistish kunstschilder, ook decors voor toneelstukken. Stichtend lid van de La Jeune Peinture Belge.
1925 Hubert Nyssen (Brussel). Lagere school in Ukkel waar Albert Aygusparse een van zijn onderwijzers was. Keerde België de rug toe en werd Fransman. Woonde in de Provence, waar hij in 1978 de uitgeverij Actes Sud stichtte en leidde. Zeer verzorgde boeken met een even fijn geselecteerde inhoud. Hij publiceerde zelf poëzie, romans en essays. Zijn overgrootmoeder uit de streek van Tours heette Proust. Zijn archief werd gedeponeerd in de Universiteit van Luik.
1926 L'Escalier, Luikse kunstenaarsgroep gesticht door Auguste Mambour, Marcel Caron, Edgard Scauflaire, René Graindorge. Zij verdedigden modernistische opvattingen. en ageerden tegen het heersende postimpressionisme. Ontbonden in 1928.
André Delvaux (Heverlee - Brussel 2002). Studeerde Germaanse filologie en Rechten aan de VUB. Loopbaan als cineast met succesvolle films die ook in het buitenland gewaardeerd werden. Werkte graag met literaire werken als basis, zoals L'Oeuvre au noir (1988) naar de gelijknamige roman van Marguerite Yourcenar, Benvenuta (1983) naar de roman La confession anonyme, van Suzanne Lilar; In 1965 en 1968 zorgde hij voor de verfilming van De man die zijn haar kort liet knippen en De trein der traagheid, werken van de Vlaamse auteur Johan Daisne.
1927 Pierre Alechinsky (Brussel). Tekenaar en kunstschilder. Medestichter van de Jeune Peinture Belge (1945) en van Cobra (1947). Monumentaal werk met soms abstracte tekeningen en schriftuur. Sept Ecritures (1976) is de titel van zijn veeldelig wandschilderij in het station Anneessens in Brussel, gemaakt in samenwerking met Christian Dotremont. Hommage à Maiakovsky (1970) in museum Gent.
Guy Vaes (Antwerpen) een van de laatste Franstalige Vlaamse auteurs. Was journalist en tekenaar. Zijn eerste roman Octobre longue Dimanche (1947) verscheen ook in het Nederlands en bracht een hoofdfiguur die zijn eigen identitiet onderzoekt en wijzigt. In de roman L'Envers (1983) gebeurt een verrijzenis.
1928 Variétés, Revue mensuelle illustrée de l'esprit contemporain. Kunsttijdschrift onder leiding van de criticus Paul-Gustave van Hecke, bracht 25 afleveringen met o.m. in juni 1929 een speciaal nummer over het surrealisme in België, samengesteld door André Breton en Louis Aragon.
Charles Delporte (Marcinelle). Autodidact. Kunstschilder, tekenaar, beeldhouwer, ook dichter en toondichter. Overweldigend monumentaal werk. Cyclussen in realistische tot neosurrealistiche geest.
1929 Vanaf 10 januari verscheen Tintin, creatie van Hergé - pseudoniem van Georges Rémi (1907 Etterbeek - 1983 Sint-Lambrechts Woluwe), als stripverhaal in Le Petit Vingtième, kinderbijlage van het katholiek dagblad Le Vingtième Siècle. Later en in albumvorm, ook in het Nederlands onder de naam Kuifje. Wereldbekend, vertaald in vijftig talen en verfilmd. Start van een eigen Waalse stripverhaalkunst met onder meer werk van Jean-Claude Servais
(1929) Kuifje, getekend door Hergé. Illustratie uit het album Kuifje en het zwarte goud (Casterman)
(La Tchalette), François Walthéry (Natasja), Peyo (De Smurfen) e.a. Dupuis (1898) in Marcinelle en Casterman (1780) in Doornik waren jarenlang pioniers-uitgevers van stripverhalen. Figuren uit de Tintinalbums hebben de studio's Hergé afgebeeld in een 135 meter lange fries in het metrostation Stokkel in Brussel. In 2003 werd in Angoulème Fr., internationaal centrum van het stripverhaal, een Rue Hergé geopend. Biografie van Hergé door Benoît Peeters, Flammarion, 2000.
Roger Dudant (Leplaigne, Henegouwen). Abstracte schilder vaak geïnspireerd door het landschap, maar dan uitgewerkt in lineaire meestal horizontale structuren. Negen meter brede wandcompositie De Stad in mozaïek in het station Park in Brussel.
Jacques Brel (Brussel - Parijs 1978). Dichter, toondichter, zanger. Wereldbekende auteur en uitvoerder - teksten en muziek - van poëtische liederen als Le plat Pays, Ne me quitte pas, Les Vieux. Ook protestliederen zoals Les Bourgeois, Les Flamandes. Bronzen beeldhouwwerk Marieke door Jef Claerhout in Brugge.
(1929) Omslag van het boek Jacques Brel. L'imagination de l'impossible door Patrick Baton (Labor).
Jacqueline Harpman (Brussel). Vluchtte in 1940 naar Noord-Afrika en kwam in 1945 naar Brussel terug. Prix Rossel (1959) voor haar eerste roman Brève Arcadie. Prix Medicis (1996) voor de roman Orlanda, vertaald in het Nederlands zoals ook La Plage d'Ostende. In een heel verzorgde precieuze taal beschrijft zij vaak en bij voorkeur de bourgeoisie.
1930 Françoise Mallet-Joris, geboren Lilar (Antwerpen). Belgische Fransschrijvende auteur. Woont en werkt in Parijs. Le rempart des béguines, verhaal over een lesbische relatie, is wellicht haar meest bekende werk. Voorts Les mensonges (1956), Lettre à moi-même (1963) over haar bekering tot het katholicisme, en het dagboek La maison de papier (1970).
1931 Felix Roulin (Dinant). Beeldhouwer met grote voorkeur voor roestig metaal, ook ingeschakeld in de architectuur of als versiering op openbare pleinen en gebouwen, zoals in het Maison de la Culture (1966) in Namen, in het openluchtmuseum van Sart Tilman Luik en in het station Thieffry van de Brusselse Metro. Kunstwerken in de residentie van de Waalse Regering in Jambes-Namen.
1933 Ontstaan van L'Art vivant au Pays de Charleroi, onder impuls van Pierre Paulus, kunstschilder, etser, lithograaf en met vooral de Borinage als onderwerp. Ontbonden in 1940 en in 1946 opgevolgd door de nieuwe groep Les Artistes des Cahiers du Nord.
Emile Souply (Charleroi). Beeldhouwer en designer van monumentale constructies in metaal, glas, aluminium. In het Brusselse station Kruidtuin een installatie met gekleurde stalen buizen.
Pierre Cordier (Brussel). Fotograaf. Experimenteerde met fotografie en chemigrafie, met licht, tijd en materie. Zigzagramme (1988) is een treffend voorbeeld in het station Rogierplein Brussel.
1934 De vereniging Rupture gesticht in Haine-Saint-Paul door de dichter Achille Chavée, André Lorent, Marcel Parfondry e.a. Hun activiteit steunde op marxistische theoriën en op het surrealisme. Zij lanceerden het tijdschrift Mauvais Temps, waarvan slechts één aflevering verscheen. In 1935 organiseerden zij een groepstentoonstelling in La Louvière, waar ook werk te zien was van René Magritte, E.L.T. Mesens, Max Ernst, Joan Miro. In 1938 ontbonden.
Jean-Michel Folon. Studeerde eerst voor architect. Werd kunstschilder, graveur, tekenaar, ook voor film en toneelopvoerngen. Exposeerde in de Biënnale van Venetië 1970. Magic City (1995) is een creatie in het metrostation Montgomery Brussel.
1935 Axell ps. van Eveline Antoine, (Namen - overleden 1972). Was leerlinge van René Magritte. Kunstschilderes van de Nieuwe Figuratie. Figuren in schaduwrijke vormgeving. Prijs van de Jeune Peinture Belge in 1969.
Raymond Ceuppens (Brussel - ibidem 2002). Journalist, fotograaf, scheepbouwarbeider, visser. Verde- | |
| |
diger van de wijk de Marollen in Brussel. A bord de la Magda was zijn romandebuut. In 1982 werd hij onderscheiden met de Prix Roussel voor de roman L'été pourri die zich afspeelt in de buurt van Boom.
1937 Roger Nellens (Luik). Schilder van treinstellen, motoren, ook onderdelen van andere voertuigen en machines en vaak aan de hand van oude plannen of ontwerptekeningen, zoals het schilderij Le Tropolitain (1976) in het station Gribaumont van de metro in Brussel. Kreeg adviezen van René Magritte en Felix Labisse.
1938 Jean Glibert (Brussel). Leraar in Ter Kameren. Studeerde en experimenteerde omtrent de kleur en de invloeden ervan op glas, tegels, wanden. Carrelage Cinq (1976) is een honderd meter lange compositie in keramiektegels in het station Merode in Brussel.
1939 Jacques Charlier (Luik). Kunstschilder en tekenaar. Vermeld in de prijs Jeune Peinture Belge in 1964 en 1968.
1940 William Cliff (Gembloux). Studeerde Romaanse filologie aan de U.C.L. Dichter. Homo sum was een van zijn eerste bundels. Zijn poëzie heeft een vertellend en wijdlopend karakter en vertoont af en toe contesterende en ironiserende trekken.
(1940) William Cliff
[Foto Nicole Hellyn/AML]
Salvatore Adamo (Sicilië). Woonde in Jemappes waar zijn vader mijnwerker was. Oudste van zes kinderen. Na humaniora in Doornik bouwde hij een loopbaan uit als zanger, schrijver en toondichter van levensliederen, waarvan enkele een wereldsucces werden: Tombe la neige, Inch A'llah, La nuit, Vous permettez Monsieur. Autobiografie Le souvenir du bonheur est encore du bonheur (2001). Levensverhaal door de Luikse journalist Thierry Coljon Adamo, c'est sa vie (2003) ook in het Nederlands uitgegeven.
1941 Bruno Albert (Bevercé, Malmédy). Postmoderne architect Enkele werken: Sportcentrum van Blanc-Gravin in Sart-Tilman Luik (1985), kantoorgebouw van de uitgeverij Mardaga Luik (1988). Sociale woningen in Amsterdam met medewerking van de kunstenaars Narcisse Tordoir en Dan van Severen. Prijs Baron Horta (1992). Grote Prijs voor Architectuur van België (1996).
1944 Op 1 februari werd de liberale politicus François Bovesse (Namen 1890), in zijn woning door Rexisten vermoord. Een van de grote Waalse staatslieden, parlementslid, provinciegouverneur en minister. Altijd een vooruitstrevende figuur, die o.m. reeds opkwam voor de bescherming van het milieu. Advocaat, dichter en militant van de Waalse Beweging. In 1912 stichtte hij het Naamse weekblad Sambre et Meuse, met als motto Pour l'art et la Wallonie.
In Luik werd clandestien APIAW gesticht, Association pour le Progrès Intellectuel et Artistique de la Wallonie door Fernand C. Graindorge, advocaat, verzamelaar en mecenas. Organiseerde in Luik belangrijke tentoonstellingen ook van buitenlandse meesters als Picasso, Klee, Braque, Kandinsky. Een van de voorname initiatieven was EGAU (Etudes en Groupe d'Architecture et d'Urbanisme) een architectengroep die de nieuwe wijk La Plaine de Droixhe, ten noorden van Luik langs de Maas, opbouwde met medewerking van plaatselijke kunstenaars als Collignon, Delahaut, Bury, Rets.en volgens de principes van het Charter van Athene.
In december werd de Slag om de Ardennen uitgevochten tussen Duitse en Amerikaanse troepen. Het Amerikaans Memoriaal van Mardasson Bastogne herinnert hieraan met een groot stervormig complex met vijf vertakkingen van elk 31 meter. Boven op de rand staan de namen van de 49 staten van de Verenigde Staten en van de voornaamste eenheden die aan de Slag deelnamen.
1945 Onder invloed van de Jeune Peinture Française werd in Brussel La Jeune Peinture Belge gesticht door Robert L. Delevoy, auteur van het gelijknamige boek en de mecenas René Lust. Vanaf 1950 schreef Lust een jaarlijkse prijs uit voor kunstschilders onder de 35 jaar, later ook voor beeldhouwers. Onder de eerste oprichters bevonden zich Louis van Lint, Gaston Bertrand, Marc Mendelson, Jan Cox, Luc Peire, Rik Slabbinck. De vereniging is nog steeds actief.
In december werd de. Groupe Surréaliste en Hainaut gesticht door Pol Bury, Achille Chavée, Marcelle Havrenne.
Congrès National Wallon. Op 1048 stemgerechtigden opteerden 486 voor aanhechting bij Frankrijk, 391 voor autonomie, 154 voor onafhankelijkheid en slechts 17 voor behoud van het unitaire België.
Stichting door Albert Ayguesparse van het driemaandelijks literair tijdschrift Marginales. In elk nummer van 128 pagina's een 25tal artikels, die inspelen op de nationale en internationale actualiteit als La Belgique, stop ou encore?, Bruxelles est un pluriel; Les Fla, les Fla, les Flamands; Le monde selon Bush; L'heure du leurre. Jacques de Decker is directeur. Luce Wilquin in Avin uitgever.
(1945) Omslag van het driemaandelijks tijdschrift Marginales.
1947 9 juli verscheen in het communistische blad Le Drapeau Rouge het manifest Le Surréalisme Révolutionnaire, tevens titel van het tijdschrift, waarvan slechts één nummer verscheen, en werd de stichting aangekondigd van een surrealistische, revolutionaire groep in België, met als motto: Pas de quartiers dans la Révolution. Gericht tegen het doctrinaire, esoterische surrealisme van André Breton en gelanceerd door Christian Dotremont en o.m. Joseph Noiret, Jean Seeger, Paul Bourgoignie, Marcelle Harvenne. Van 29 tot 31 oktober in Brussel Internationale Kunstconferentie met Belgen (Dotremont), Fransen (Arnaud), Denen (Jorn), Tsjechen (Istler). Moderator was Achille Chavee. Uit deze conferentie ontstond COBRA in de Strostraat 10 in Brussel, adres van Alechinsky, en kort daarop ook in de Ateliers du Marais in de Broekstraat. Dit werd het internationaal onderzoekscentrum van Cobra. Het huis is nu gesloopt. Op 8 november 1948 signeerden in Parijs Constant, Corneille, Appel (NL), Dotremont en Noiret (B), Jorn (DK) het manifest van COBRA (Copenhagen, Bruxelles, Amsterdam). Onder de Belgen waren bij de eerste leden: Pierre Alechinsky en zijn vrouw, de keramist Olivier Strebelle, de dichter Joseph Noiret en voorts Pol Burry, Leon Ubac, Louis van Lint, Serge Vandercam, Reinhoud. Bij de eerste bezoekers waren Willem Sandberg, Peggy Guggenheim, Paul Fierens. Dotremont zei: Cobra moet een obsessie worden, een mythe.
1948 Fernand Flausch (Luik). Leraar aan de academie aldaar. Maakte muurschilderijen in het kasteel van Gorez. Een stripverhaalachtige fries in het station Ribaucourt in Brussel.
1949 In de zomer werd door Cobra, België het Festival van de Experimentele Film georganiseerd in het Casino van Knokke.
Eerste nummer van Le petit Cobra. 19 tot 27 maart: Eerste groepstentoonstelling van Cobra in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel; tweede van 8 tot 28 november in Amsterdam.
1950 Caroline Lamarche (Luik). Auteur van romans en verhalen zoals Lettres du pays froid (2003) en L'Ours (2000). Woonde in Spanje, Parijs, Afrika. Sensualiteit en mystiek, lijdzaamheid en dominantie, man en vrouw zijn polen die herhaaldelijk in haar literatuur tegenover elkaar staan. Weelderig en subtiel taalgebruik. Ironie, ondergeschiktheid en volharding zijn wapens van de mindere.
1951 6 tot 18 oktober: In het Palais des Beaux Arts in Luik, Parc de la Boverie, werd de derde en laatste tentoonstelling van Cobra georganiseerd, met werk van de schilders Collignon, Bury, Alechinsky, Cox, Dhaese, Doucet, Strebelle, Ubac, Van Lint. Affiche door Michel Olyff.
1952 In Brussel ontstaan van de groep Espace gesticht door kunstschilders en architecten. Art Abstrait gesticht door Pol Bury, Georges Collignon, Jo Delahaut, Jean Milo.
1953 Phantomas, vereniging en tijdschrift, gesticht door zeven Franstalige Belgische schrijvers met o.a. Joseph Noiret, Marcelle Havrenne, Theodore Koening die al betrokken waren bij Cobra. Kenmerkend is een typische absurde humor, maar vooral het internationalisme, dat door Cobra was gelanceerd. Het laatste nummer van dit tijdschrift verscheen in 1980.
1955 François Muir (Brussel - ibidem 1997). Uiterst vreemde en onbegrepen figuur. Romancier en dichter, kunstschilder in een voluit surrealistische en fantastische sfeer. Verschillende bundels dragen titels als L'hypothèse du miroir, La tentation du visage en bevatten meestal metafysische en hermetische poëzie.
1956 De groep Formes opgericht door de kunstcritici Jean Séaux en K.L. Elno en de kunstenaars Jo Delahaut en Pol Bury met het oog op een nauwere samenwerking tussen architecten en kunstenaars. Dit initatief werd voortgezet tot 1964 met dezelfde figuren in de Spatialistische Beweging.
1960 Het Koninklijk Museum van Mariemont door brand vernield. De wederopbouw door R. Bastin gebeurde met gewapend beton, silex, glas en metaal. Het museum is sinds 1985 een wetenschappelijke staatsinstelling. Het ligt in een uitgestrekt park met beeldhouwwerk van o.a. Auguste Rodin. Constantin Meunier, Jef Lambeaux, Victor Rousseau. Afdelingen over archeologie, porselein, antieke kunst. Bibliotheek en tentoonstellingen.
Xavier Hanotte (Mont-sur-Marchienne). Studeerde Germaanse filologie met Engels als hoofdvak. Vertaalde in het Frans werk van o.a. Elsschot, Ruyslinck, Lampo en van de Engelse dichter Wilfrid Owen. Zijn roman Derrière la Colline vertaald in het Nederlands, brengt het realistisch aangrijpende verhaal van de Engelse dichter Nigel Parsons, soldaat-vrijwilliger aan de Somme tijdens W.O.I. In Bellewaerde, West- | |
| |
Vlaanderen speelt zich nog een oorlogsverhaal af beschreven in zijn roman Les lieux communs (2002).
1961 Ontstaan van Les jeunesses poétiques in Brussel, vereniging ter verspreiding en bekendmaking van de hedendaagse poëzie. In 1965 volgde de stichting van Théâtre-Poème, waar poëzie, actuele ook oudere, ook buitenlandse gebracht wordt voor een publiek. Grote promotor van beide verenigingen was en is Monique Dorsel, voordrachtkunstenares, toneelspeelster en organisator.
1964 Philippe Blasband (Iran). Sinds 1979 in Brussel als auteur van romans en toneelwerk, ook scenarioschrijver en filmregisseur. Debuteerde met de roman De cendres et de fumée, bekroond met de Prix Rossel in 1990 en in het Nederlands verschenen onder de titel As.
1968 Mouvement Réalité opgericht in Brussel door Roger Somville, Edmond Dubrunfaut, Michel Boulanger en de Vlaming Godfried Vervisch. Volgens hun manifest wilden ze samen zoeken en de realiteit, het wezen van de kunst, benaderen.
1972 Te midden van weiden en akkers werd de nieuwe stad Louvainla-Neuve gesticht, universiteitsstad U.C.L. met enkele grote creaties van hedendaagse architectuur, zoals de bibliotheek, de universiteitshallen en de kerk. De Aula Magna, ontworpen door Philipps Samyn, heeft een toneelzaal en ruimten voor congressen, tentoonstellingen, concerten. Het Museum van Louvain-la-Neuve is het rijkste museum van kunst en geschiedenis in Waals-Brabant.
1978 Le Carnet et les Instants begint te verschijnen. Tweemaandelijks tijdschrift (niet in juli en augustus) over de Lettres belges de langue française. Voorstelling van auteurs, nieuwe uitgaven, herdrukken, toneel, tijdschriften, dossiers. Verantwoordelijk uitgever: Jean-Luc Outers. Geïllustreerd, 88 pag. per nummer. Jaarlijkse opgave van bibliografie (in 2002 839 titels).
(1982) Omslag van het semestrieel tijdschrift Krautgarten, speciaal nummer van 2002.
1979 In Bois-du-Luc, La Louvière kwam een Museum van de Mijnbouw tot stand.
1982 Ontstaan van het tijdschrift en de uitgeverij Krautgarten (Kruidentuin) in Sankt-Vith. Enig literair tijdschrift in de Duitstalige Gemeenschap van België, behorend tot het Waals Gewest. Verschijnt tweemaal per jaar. Banden met Luxemburg, Aken, Keulen, Zwitserland, Oostenrijk en contacten met een 50tal Franstalige Belgische auteurs in Malmédy en Luik die in het blad publiceren, ook vertalingen van Vlaamse auteurs. Bij het twintigjarig bestaan in 2002 verscheen de aflevering Ostende ist nicht Ostia / Ostende n'est pas Ostie (naar een vers van Jacques Izoard), een bloemlezing met werk van auteurs uit Duitsland, Groothertogdom Luxemburg, Elzas, Frankrijk en de Duitstalige Gemeenschap van België. Neundorf 33, 4780 Sankt-Vith.
1983 Het Manifeste pour la Culture Wallonne op initiatief van Jean Louvet ondertekend door honderden Waalse kunstenaars en intellectuelen om te bereiken dat het Waals Gewest ook culturele bevoegdheden zou krijgen.
1984 Namur Bouge is de naam van een groep gesticht rond drie keramisten: Della, Sleppe en Bernard Thiran, nadat ze de tentoonstelling ‘Who is afraid of American Pottery?’ zagen in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. In het atelier van Thiran nabij Namen werkten ze samen. In 1984 organiseerden zij een symposion met een aantal Belgische keramisten. Het verkeersbord Namur Bouge was punt van afspraak en omen.
1989 CAPA werd het letterwoord waarmee Charleroi zijn toekomst van een Projet de Ville wilde uitdrukken: Connection, Attractivité, Parternariat, Adéquation, een methodologie voor stadsontwikkeling en urbanisatie.
1990 14 december. Bij decreet van de Franstalige Gemeenschap kreeg het Waals een officieel statuut. De regionale talen maken sindsdien officieel deel uit van het patrimonium van de Franstalige Gemeenschap. Bij de Union Culturelle Wallonne (UCW) met zetel in Luik zijn 227 verenigingen aangesloten.
De meeste jongeren verstaan nu geen Waals meer. Waals is geen dialect van het Frans, maar een eigen Romaanse taal, behorend tot de Oil-groep. Er zijn in Wallonië drie grote taalgroepen: het Picardisch (Tournai, Mons), het Gaums (Belgisch Lotharingen) en het Waals met vier subdialecten: Luiks Waals, Naams Waals, Wallo-Picardisch Waals (Charleroi o.a.) en Wallo-Lotharings Waals (Marche, Bastogne).
1993 Stichting van het Franstalige tijdschrift Archipel, Cahier international de littérature, door Alain Germoz, dichter en kroniekschrijver. Verschijnt semestrieel in Antwerpen. In nummer 1 een artikel van Laurent Busine over Magritte, van Denis Gielen over Broodthaers.
1999 Klavecimbel van Ruckers-Taskin, eind 17de eeuw. Brussel, Muziekinstrumentenmuseum. [Foto: Koning Boudewijnstichting]
1998 De restauratie van de Koninklijke Schouwburg van Namen voltooid. Het 19de eeuwse gebouw wordt algemeen beschouwd als een van de mooiste theaters in Italiaanse stijl.
1999 De beroemde kathedraal van Doornik, met vijf torens, ernstig beschadigd door een windhoos. In de volgende jaren zijn wederopbouw en restauratie in volle gang.
Het Muziekinstrumentenmuseum (MIM), dat al meer dan een eeuw bestaat, heropend in zijn nieuwe behuizing, het vroegere warenhuis Old England, Hofberg 2, Brussel. Dit gebouw van staal en glas werd in 1898 ontworpen door architect Paul Saintenoy. Dit museum, vierde departement van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, is een van de grootste en rijkste muziekmusea van Europa. Bezit 7000 instrumenten, waarvan 1500 en 700 inconografische stukken worden geëxposeerd. Driemaandelijks tijdschrift Mimento.
De Waalse Regering richtte het Institut du Patrimoine Wallon ((IPW) op met als doel de studie en de opleiding in verband met de renovatie van beschermde goederen. In 1997 werd als afdeling van het IPW het Centre de Perfectionnement aux Métiers du Patrimoine gesticht in de Abdij van Paix-Dieu in Amay.
2003 Verschijnen van het eerste nummer van het tijdschrift L'invitation au musée, uitgegeven door het cultureel patrimonium van de Franstalige Gemeenschap van België.
| |
(*) Bronnen:
Uitgaven van het Ministère de la Communauté française, Direction Générale de la Culture, Boulevard Léopold II 44, 1080 Brussel:
o | P. Dartevelle e.a., Guide des Musées Wallonie Bruxelles 2004, Communauté française de Belgique. 288 p. |
o | M. Lahaye e.a. Guide Culture de la Communauté française de Belgique, 200 p. |
o | C. Lison e.a., Charleroi Danses, Centre chorégraphique de la Communauté française Wallonie-Bruxelles, 148 p. |
o | Lectures, Centre de lecture publique de la Communauté française de Belgique, tweemaandelijks 128 p. per nummer. |
o | H. Ingberg e.a., L'Art même, Chronique des Arts Plastiques de la Communauté française de Belgique, driemaandelijks. |
o | M. Lahaye e.a., L'Invitation au Musée, Courrier du Patrimoine Culturel de la Communauté française, driemaandelijks. |
o | J.L. Outers e.a., Le Carnet et les Instants. Lettres belges de langue française, tweemaandelijks. |
o | M. Lahaye e.a., Répertoire des auteurs et illustrateurs livres pour l'enfance et jeunesse en Wallonie - Bruxelles, 2001. |
o | www.guidedeslesttresbelges.be |
L. Bekkers J. Fontier e.a, Kunst in de Metro. Twintig Jaar Monumentale Kunst, 1993, Uitg. Gemeentekrediet Brussel. |
L'Arbre à Paroles, tweemaandelijks, Maison de la Poésie, Amay |
Tamat, (Tapisseries Art Mural Art du Tissu), driemaandelijks, Hotel Gorin, Tournai |
J. De Decker e.a., Marginales, driemaandelijks, 128 p. per nummer. |
Hainaut - Tourisme, tweemaandelijks, 280 p. per jaar. Uitg. Fédération Tourisme Province de Hainaut |
|
|