Te gast
Dirk Tanghe
In 1986 gooide een jong Westvlaams regisseur hoge ogen met een sprankelende, hoogst originele versie van Shakespeares De getemde feeks bij Theater Malpertuis in Tielt. Dirk Tanghe (1956) had reeds eerder een aantal opmerkelijke voorstellingen gemaakt bij het Torhoutse amateurgezelschap St.-Rembert. Met De getemde feeks en kort nadien Romeo en Julia (K.V.S.-Brussel) in een mooie en meeslepende adaptatie, liet hij zich meteen kennen als een der creatiefste regisseurs in de Lage Landen.
Deze twee producties hadden zowat alle kenmerken en ingrediënten van Tanghes aparte stijl. Een klassiek repertoirestuk wordt op een erg persoonlijke, creatieve wijze aangepakt. Tanghe verplaatst de handeling en de personages naar een totaal eigen verbeeldingswereld die gevoed wordt door hedendaagse film, mode, design, etc. Daardoor oogt de voorstelling heel fris en eigentijds. Een constante in Tanghes werk is ook het efficiënt gebruik van muziek. Trefzeker kiest hij de juiste fragmenten of songs om de gewenste sfeer te creëren. Maar vaak bepaalt de muziek ook het ritme en de structuur van de voorstelling. Het sterk beeldende karakter van de enscenering, de grote zorg voor sfeer, samenhang en de muzikale kwaliteit blijven ook tot op heden waarmerken van een productie van Dirk Tanghe.
Kon men de jonge regisseur soms wel enige oppervlakkigheid of het hanteren van een ietwat modieuze esthetiek verwijten, dan bewees hij met zijn ensceneringen van o.m. Medea en Electra (N.T.G., 1988, 1990) dat hij daar een uiterst sober gebruik van middelen kon doordringen tot de menselijke en emotionele kern van dergelijke drama's.
Terwijl Dirk Tanghe in de beginfase van zijn loopbaan vrijwel alleen klassieke teksten regisseerde, wierp hij zich gaandeweg ook meer op het moderne repertoire. Door zijn typische vormentaal te toetsen aan een realistisch en zelfs intimistisch repertoire, bracht hij vaak onvermoed dimensies in deze stukken aan het licht.
In 1988-89 kwam Tanghe als heus regisseur naar het Nederlands Toneel Gent. Precies in dat seizoen moest het gezelschap wegens renovatiewerken aan de schouwburg aan het St.-Baafsplein de wijk nemen naar een sportzaal aan de Tolhuislaan. De schier onmogelijke opdracht om in deze reusachtige ruimte efficiënt theater te maken werd voor Dirk Tanghe een uitdaging die wonderwel aansloot bij zijn temperament. Keer op keer verblufte hij het publiek door het uiterst creatief en soepel gebruik van de ruimte, niet alleen in opvoeringen met een sterk show-gehalte zoals Jungleboek (1991) maar ook in de ensceneringen van realistische stukken zoals Het gezin van Paemel (1991). Voor dit drama was de ruimte van de sportzaal omgetoverd tot een prachtig korenveld. Daar midden in stond een grote boerentafel met huisraad en een Heilig Hartbeeld. Tanghes ruimtelijke aanpak brak het drama open en gaf een kosmische dimensie aan dit verhaal van kleine, door het noodlot verpletterde mensen.
Stijn Westenend, Robin van der Velde en Thomas de Bres
In 1996 werd Dirk Tanghe artistiek leider van De Paardenkathedraal te Utrecht. Hier schijnt hij de ideale context voor zijn werk gevonden te hebben. De Paardenkathedraal is een uiterst flexibele ruimte die Tanghes fantasie kan prikkelen. Bovendien ontwikkelt zich hier een intense en vruchtbare samenwerking met scenograaf Bart Clement, belichter Uri Rapaport en kostuumontwerpster Mirjam Pater. Met dit team werden succesvolle producties gerealiseerd van werk van o.m. Strindberg, Thomas Bernhardt, Bertolt Brecht, Tsjechov, Schnitzler, Peter Shaffer e.a.
Dirk Tanghe is een gedreven en intuïtief theatermaker. Trefzeker weet hij de emotionele kern van een dramatische situatie te vatten. Zijn directe beeldentaal heeft een sterke impact op het publiek. In het hedendaagse ‘postdramatische’ theater, gekenmerkt o.m. door fragmentering en ironisering, geeft een en ander hem een unieke plaats.
Jozef de Vos