Polen), waar Stevin was uitgenodigd om als expert zijn advies te geven over havenwerken. Omstreeks 1614 huwt Stevin met de jonge Catharina Cray. Ze krijgen samen vier kinderen: Frederic, Hendrik, Susanna en Levina. Zijn tweede zoon, Hendrik, publiceerde postuum een aantal werken van zijn vader. Stevin overleed in Den Haag ergens tussen 20 februari en begin april 1620, vermoedelijk in zijn huis in de Raamstraat, dat hij in 1612 voor 3800 gulden had gekocht.
Stevin bekleedt in de geschiedenis van de Lage Landen een bijzondere plaats. Er zijn heel wat pleinen en straten naar hem genoemd. In zijn geboortestad Brugge werd in 1846 een bronzen standbeeld van Stevin onthuld, wat gepaard ging met een groots feest. Er zijn ook ontelbare Simon Stevin Genootschappen, van de meest uiteenlopende aard. Zo zijn er in Nederland en België Simon Stevin zeilclubs, is er een Simon Stevin studentenorganisatie voor ingenieurs in de elektromechanica aan de Technische Universiteit Eindhoven, zijn er verschillende observatoria naar hem genoemd, is er een Simon Stevin technisch instituut voor architectuur, gezondheidswetenschap en management, en ook een Simon Stevin Stichting die de studie, het behoud en de restauratie van vestingen wil bevorderen.
Bovendien is de invloed van Stevin op verschillende wetenschappelijke organisaties en instanties vandaag de dag duidelijk. Zo bestaat er een internationaal Simon Stevin uitwisselingsprogramma tussen acht departementen voor wetenschapsgeschiedenis in Nederland, Engeland en Noord-Amerika. Ieder jaar looft de Nederlandse Technologiestichting STW de prestigieuze titel ‘Simon Stevin meester’ uit aan een vooraanstaande onderzoeker op het vlak van technologie. De titel gaat vergezeld van de mooie som van 1 miljoen gulden. Op de webstek van de BBC, in de onderwijsafdeling, zijn er onder de kop ‘plaatselijke helden’ vier pagina's gewijd aan Simon Stevin. Ook vermeldenswaard is het Belgische wetenschappelijke tijdschrift ‘Simon Stevin, wis- en natuurkundig tijdschrift’, dat nu bekend is als het Tijdschrift van de Belgische Mathematische Vereniging. Simon Stevin wordt door vooraanstaande auteurs vermeld op een lijst van een tiental historische figuren van wie het werk, de visie en
Het huis van Simon Stevin in de Raamstraat in Den Haag
de technische kennis de computers van vandaag mogelijk hebben gemaakt. Hij wordt in één adem genoemd met figuren als Pascal, Babbage, Hollerith, von Neumann, Zuse, enzovoort. ‘De Thiende’ van Stevin staat op de beroemde Philadelphialijst ‘Printing and the Mind of Man’, die boeken op de voorgrond plaatst die een belangrijke invloed hebben gehad op de evolutie van de westerse beschaving. Er dient op gewezen te worden dat er voor de 16de eeuw maar 65 boeken zijn opgenomen. Bij de herdenking van de 400ste geboortedag van Stevin, in 1948, wijdde de Belgische Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten een volledig nummer van 112 pagina's aan Simon Stevin. In 1995 werd een tentoonstelling rond het werk van Stevin opgezet in de Biekorf, de stadsbibliotheek van Brugge, waar heel wat unieke historische manuscripten worden bewaard. In 1998 werd een tentoonstelling over Stevin opgezet door de Centrale Bibliotheek van de Universiteit Gent, waarin werken van Stevin die in het bezit zijn van de bibliotheek werden geconfronteerd met die van zijn tijdgenoten. De catalogi die voor die twee tentoonstellingen werden gepubliceerd, geven een goed overzicht van onze huidige kennis over de grote wetenschapper en uitvinder. Op 11 en 12 december 1998 werd er in Brugge onder de titel ‘Simon Stevin Bruggelinck’ een symposium georganiseerd door de auteurs van dit stuk en Dr. C. van den Heuvel, toen van Den Haag en nu van Maastricht. Specialisten uit Nederland, Denemarken en België gaven er uiteenzettingen over het belang van Stevin voor de wetenschap en de technologie.
In de laatste vijftig jaar zijn er geregeld publicaties verschenen over Stevin. Het zou ons te ver leiden om ze allemaal te citeren, en we beperken ons hier tot een aantal van de belangrijkste. Een van de bekendste Nederlandse wetenschapshistorici, E.J. Dijksterhuis, publiceerde samen met een aantal collega's een zeer uitgebreide studie van de verzamelde werken van Stevin, waarin een groot deel van zijn werk wordt gereproduceerd, van commentaar voorzien en in modern Engels vertaald. Dirk Struik, een Nederlandse wiskundeprofessor aan het MIT (V.S.) geeft zijn persoonlijke kijk op de wetenschap in de Gouden Eeuw en besteedt daarbij een belangrijk deel aan Stevin. In ‘Geschiedenis van de wetenschappen in België van de Oudheid tot 1815’ wordt uitvoerig naar de werken van Stevin verwezen, met name in de bijdrage van Prof. Paul Bockstaele voor dit werk.
Vandaag de dag bestaat er nog steeds een grote belangstelling voor de bijdragen van Stevin die sinds lange tijd erkend zijn als pionierswerk. Eén van de eerste boeken die Stevin publiceerde, was ‘Tafelen van Interest’ (1582) waarin voor het eerst in West-Europa interesttabellen publiek werden gemaakt. Voor die tijd waren er alleen maar manuscripten beschikbaar, die voor erg hoge prijzen werden verkocht aan handelaars, kooplieden en bankiers. Stevin was zonder enige twijfel de eerste die een volledige beschrijving introduceerde van decimale breuken en de bewerkingen die je ermee kunt uitvoeren, in een boekje dat de titel ‘De Thiende’ (1585) draagt. Het werk handelt ook over de praktische toepassing van decimale breuken in de landmeetkunde, bij maten en gewichten en bij de onderverdeling van munten. De Engelse vertaling van Robert Norton (Londen, 1608), ‘Disme, The Art of Tenths or Decimal Arithmetic. Invented by Simon Stevin’ was een inspiratiebron voor Thomas Jefferson toen hij voor de jonge Verenigde Staten een decimaal monetair stelsel voorstelde. Tegenwoordig wordt een tiende van een dollar dan ook nog steeds een ‘dime’ genoemd. De Schotse wiskundige en theologische auteur, John Napier, was geïnspireerd door het werk