[nummer 288]
Woord vooraf
Jean Luc Meulemeester
Het is een open deur intrappen te stellen dat iedere lezer van Vlaanderen een eigen bibliotheek bezit. Zelfs in onze jachtige economische en industriële maatschappij blijft lezen voor velen gelukkig een rustgevende bezigheid, al moet natuurlijk gezegd worden dat boeken alleen niet daarvoor worden geschreven en uitgegeven. Ze vormen tegelijk een bron van wijsheid en onvermogen, van eruditie en wanhoop, van emotie en spanning. Boeken worden terzelfder tijd verfoeid en gekoesterd. Iedere auteur omfloerst zijn eigen geesteskind met de nodige aandacht en genegenheid. Wat neergepend en gedrukt staat, kan zo maar niet worden weggewist en vernietigd. Misschien juist de luttele overgebleven en dus zeldzame exemplaren van een bepaalde uitgave worden het onderwerp van een gepassioneerde collectie.
Vanaf de uitvinding van het schrift - vermoedelijk door de Sumeriërs in Mesopotamië omstreeks het vierde millennium voor het begin van de westerse tijdrekening - verzamelden mensen teksten. Al in de Oudheid verwierven de bibliotheken van Alexandrië, Pergamon en Ephesus bij wijze van spreken wereldfaam, al werden er toen enkel boekrollen in nissen opgestapeld. Tijdens de Middeleeuwen bouwden ijverige kloosterlingen, wijze kapittelheren en rijke burgers collecties handschriften op. Die van de Bourgondische hertogen en van Lodewijk van Gruuthuse in Brugge behoorden naast de librije van de Franse koningen tot de voornaamste. Zeker is het dat humanisten in de Renaissance met zorg allerlei uitgaven spaarden en zelfs boeken op een paar specimens lieten drukken. Zo kan de geschiedenis verder worden overlopen want collectioneren zit ons in het bloed. Dit is vandaag niet anders. Met een intense kracht, alsof ons leven eeuwig lijkt, schuimen sommigen de ene veiling na de andere af, pluizen ze het ene antiquariaat na het andere uit, bezoeken ze de ene boekpresentatie na de andere om toch maar het zeldzaamste, waardevolste of uniekste druksel, handschrift of tekst te bezitten. Waarom? Trekt de geur van een (nieuw, onaangeroerd) exemplaar ons zo aan? Doen we het als een heuse geldbelegging? Blijft de inhoud ons voortdurend boeien? Is het om de opdracht, die er met liefde werd ingeschreven? Spreekt de esthetiserende vormgeving van het binnenwerk, van de kaft en/of van de stofwikkel ons zo aan? Gaat het om de zeldzaamheid van het exemplaar? Verzamelen we omwille van dé auteur die we de beste vinden? Of gewoon omdat we de desbetreffende uitgave dagelijks kunnen gebruiken als onuitputtelijke bron van wijsheid en om zelf nieuwe gelijkaardige realisaties op de markt te brengen? Misschien omwille van de lederen ruggen, met goudopdruk, die pronken in de
huiskamer?... Allemaal onopgeloste vragen, maar hoe dan ook mensen blijven geboeid door het boek en het schrift in al zijn vormen.
In dit themanummer bespreken een tiental verzamelaars hun eigen samengestelde bibliotheek. Enkele zijn semi-openbaar en aldus toegankelijk geworden voor geïnteresseerden, wetenschappers en nieuwsgierigen. De andere zitten verscholen achter de muren van soms onopvallende huizen, achteloos tussen een rij andere woningen, maar binnenin koestert de eigenaar zijn verzameling met een intense zorg. De boeken staan er als Pruisische militairen netjes gedrild op een houten plank, verborgen voor het invallende licht (of curieuze huisgenoten en eventuele belangstellenden) maar iedere dag bewonderd door de enthousiaste bezitter. Niet alle aangeschreven collectioneurs vonden het geraadzaam met hun schatten naar buiten komen, des te meer zijn we de schrijvers-verzamelaars van dit themanummer dankbaar, omdat ze op onze vraag ingingen om hun boekenkast te openen en die aan ons te tonen. We probeerden gevarieerde verzamelingen verspreid over Vlaanderen op te sporen. De oogst - gedeeltelijk mislukt omdat niet iedere bezitter graag zijn buit bekend maakt - vindt de geïnteresseerde lezer hierna. In elk geval een tiental boeiende verhalen over verzamelen en ingekaste boeken.
Het is genoegzaam bekend dat heel wat mensen op het toilet een krant, weekblad of boek lezen. Dit zgn. boekentoilet is een leuke illustratie in dit verband. Het bevindt zich op de eerste verdieping van het zomerhuis van ‘Den Wolsack’ in het hartje van Antwerpen (Oude Beurs 27).
Bij een bezoek aan dit zgn. boekentoilet zal het wel opvallen dat alle boeken nep zijn. Het gaat om houten blokken van vier om diepte en oorspronkelijk bekleed met goudleer waarop de titel stond. Ze werden net als in een echte bibliotheek soms met de nodige nonchalance in de rekken geplaatst.
[Foto: Antwerpen, Dienst Monumentenzorg Vlaamse Gemeenschap]