Te gast
Linda Molleman
Ik zie de kunst van Linda Molleman als synergie van voelen, begrijpen en schouwen. Dit samenspel vormt het hart van haar werk. Beelden creëren is voor haar handelend denken.
Een kunstwerk groeit in haar geest, in de donkerte, in het verborgene. Het onnoembare ondervraagt zij. Zij stelt vragen aan zichzelf en aan het leven. Haar thema's zitten vol religieuze en mythologische referenties, astronomische connotaties en alchemistische allusies. Haar bronnen zijn veelvuldig als delta's van een stroom.
Zij toont respect voor de materialen die zij wil temmen, beheersen. Een beetje zoals vaklieden die een gevecht aangaan met de materie. Juist in dat gevecht ligt de liefde van hun metier. Ambachtelijkheid is ook voor haar belangrijk. In haar atelier wordt tegenstelling ontmoeting. Zij overbrugt de vervreemding tussen sensualiteit en kennis. Haar rol is niet die van wereldverbeteraar maar van bemiddelaar tussen betekenis en materie.
Linda Molleman heeft momenten gekend van ontmoediging bij de dood van haar zoon. Ludwig verdronk op 16 augustus 1983 in de zee in Oostende.
Haar verhaal achter kunst gaat over lijden en de realiteit dat dit van alle dag en alle tijden is.
Voor de kunstenares speelt het leven zich af in het aanschijn van de dood. Soelaas vindt ze aan de kantlijn van strand en zee.
Iets in haar verplicht haar, ondanks... terug te keren naar het atelier; haar instrumenten ter hand te nemen en opnieuw aan het werk te gaan. In haar gemoed wint de hoop het van verbittering. Haar kunst is niet tragisch zwervend, zoals het vers van Slauerhoff: ‘alleen in mijn gedichten kan ik wonen, nooit vind ik ergens anders onderdak.’ Molleman kiest ervoor binnen te treden in het ritme en de beweging van het leven. Ze wil niet verzinken in een wereld vol vleermuisgefladder. Eros en thanatos, erotiek en doodsdrift mogen naast elkander leven als waardige partners. In de onthechting, antipode van sensatie en glitter, zoekt ze kansen tot de geboorte van haar oeuvre. ‘Ludwig’ wordt geplaatst als een in memoriam op de zeedijk van Oostende waar Ludwig verdronken is. Ook Dood en Wedergeboorte, Symfonie voor de Doden en De Code van de Ziel is vrucht van een bevraging die 17 jaar geleden is begonnen: waarom moeten kinderen sterven? In die zoektocht heeft Molleman het mysterie ontdekt. Zij heeft het besef van sterfelijkheid verheven tot spiritualiteit. Zij leert de kunst van het doorgronden van wat zekerheid of waanbeeld heet.
Een thema dat met de doodsthematiek indirect verweven zit, is haar metafoor van de engel.
Ludwig werd haar kinderlijke doodsengel der liefde. Zij plaatst engelen in een nevelig niemandsland waar realiteit en droom in elkaar overvloeien. De fascinatie voor engelen is actueel, een tijd gekenmerkt door grote passies, maar ook door een crisis van religieuze waarden. Vandaag staat de engel vaak symbool voor ontgoochelde verwachtingen, voor verlangen naar het verloren paradijs. De moderne mens verklaart God dood, terwijl hij terzelfder tijd ontdekt dat hij er nog zo grote behoefte aan heeft.
De kunstenares is bescheiden en zelfzeker. Ze weet wat ze wil, ze wil wat ze weet. Ze durft het risico van de ziel lopen en beseft dat een mens zonder schaduw geen geschiedenis heeft.
Het oeuvre van Molleman kan je niet zomaar beschrijven, net zo min als je haar beelden in één oogopslag kan vatten. De betekenis laat zich niet herleiden tot de simplistische vragen omtrent vorm of stijl. Zij beweegt zich op het metafysische terrein, een gebied waar universele en wezenlijke kenmerken van het leven worden afgetast. Een kunstwerk van haar reflecteert een beetje de wereld.
Linda Molleman, De Code van de Ziel, 2000
De ruimtelijke constructies van ongewone materiaalcombinaties tonen een fragiel evenwicht, een bedrieglijke soort rust, balancerend op de spanning tussen uiterlijk en innerlijk. In natuurlandschappen ontwaart zij geometrische composities. Met haar blik ontgint ze het terrein tot ze lijnen in de natuur ontdekt. De verhouding van de elementen onderling in haar constructies wint aan betekenis en krijgt een introspectief karakter omwille van een harmonie met deze ruimtelijke omgeving. Haar kunst leeft in een tussengebied: ogenschijnlijk statisch en tot rust gekomen, maar inwendig vol spanning en actie. Vele sculpturen worden door een subtiele gewichtverdeling in balans gehouden.
De strijd tussen beeld en massa, tussen structuur en chaos wordt op het scherpst van de snede uitgespeeld. Ze benoemt haar werken met bewust gekozen metaforen binnen een gebied tussen de zichtbaarheid van beeldspraak en beeldspraak van de onzichtbaarheid. De titels van haar werken zijn woorden of uitdrukkingen die zinspelen op wat men de ‘condition humaine’ kan noemen. Zij put niet in de absurditeit maar in de tragiek van het bestaan. Tegenover de ironie van veel tijdgenoten zet zij ernst en engagement, betrokkenheid bij de wereld vooral bij de lijdende medemens.
Zij legt zich niet neer bij het idee dat kunst zinloos is, dat kunst slechts omwille van zichzelf gemaakt wordt en als speeltuig fungeert voor een klein groepje ingewijden. Bij een poging tot decodering van de beelden van Molleman verlos je slechts delen uit hun hermetisme. In sommige van haar beelden is de stapelwijze echter zo expliciet dat ze louter vormbepalend blijft.
Een sluitende interpretatie van de totaliteit van haar oeuvre kan ik niet geven. Zoals elke beschrijving in gebreke blijft, is de intrinsieke betekenis niet volledig te achterhalen. Bij het kijken naar haar beelden voelt men zich genoodzaakt om rond de sculptuur heen te bewegen. Vanuit een ander gezichtspunt krijgt men een complementerende kijk, de som van gefragmenteerde momentopnames vanuit wisselend standpunt. In confrontatie met haar werk ontwaart de toeschouwer grenslijnen tussen evidentie en twijfel, hoop en onrust, ontvankelijkheid en kwetsbaarheid, zelfzekerheid en onvermogen. Haar kunst lijkt me een navigatiekaart tussen de klippen van metafoor en metamorfose. Verbinding tussen het leven en de dood die in een nieuwe werkelijkheid uitmondt, is in haar werk sterk aanwezig. Er stroomt geen agressie en haat uit de wonden die het leven sloeg. Eerder een bevreemdende vorm van verwondering.
Linda Molleman staat met de voeten op de grond en het hoofd in de wolken. Dit is misschien de ware ontmoeting met deze kunstenares: een onmetelijk verlangen naar méér. Haar kunst is groot en ook klein: reizen naar de hemel en gescharrel, geknoei van mensen hier beneden.
Herman Gorter schreef:
‘Ik wilde ik kon u iets geven tot troost diep in uw leven,
maar ik heb woorden alleen, namen, en dingen geen’.
Molleman heeft beelden alleen, namen en dingen geen.
Mark Delrue