[nummer 284]
■ Vormgeving in vlaanderen
Accent op het meubeldesign
Marc Dubois
Het tijdschrift Vlaanderen heeft maar zeer sporadisch een accent gelegd op het gebied van de industriële vormgeving en meubeldesign. Op de kaft van het maartnummer van het toenmalige tijdschrift West-Vlaanderen uit 1955 stond een modern tafeltje van Emiel Veranneman. In 1958 en 1964 was er een nummer dat de industriële vormgeving belichtte. Een nummer over meubelkunst verscheen in 1978, samengesteld door Frans Defour. Sindsdien is het woord ‘meubelkunst’ bijna uit onze woordenschat verdwenen; het ontwerpen van hedendaags meubilair wordt omschreven als (industriële) vormgeving of design. Het vormgeven van objecten waarmee wij ons omringen is een wezenlijk deel van onze cultuur en weerspiegelt de grote veranderingen die zich in de samenleving voordoen.
In dit themanummer geen zilverwerk van David Huycke, geen brilontwerpen van Patrick Hoet, geen tapijtontwerpen van Francine Van der Biest, geen zilverwerk van Nedda El-Asmar, geen keramiekwerk van Piet Stockmans of Jos Devriendt. Ook geen accent op mode of grafische vormgeving in Vlaanderen. Toch kreeg dit themanummer een bijzondere en uitzonderlijke verschijning door de vormgeving van Koen Bruyñeel. Gezien de omvang van het tijdschrift is gekozen om een accent te leggen op die vormgeving die aansluit bij het meubeldesign in de breedste betekenis. De titel is dus veel beperkter dan de grote tentoonstelling ‘Vormgeving in Vlaanderen 1980-1995’ die in 1995-1996 door het VIZO werd georganiseerd in het Gentse Museum voor Sierkunst en Vormgeving. In de eerste Triënnale lag het accent hoofdzakelijk op de kunstambachten. Op dezelfde plaats en eveneens samengesteld door het VIZO werd in 1998-1999 de tweede Triënnale voor Vormgeving gepresenteerd, ditmaal met een overzicht van de industriële vormgeving. Beide catalogi van deze tentoonstellingen geven een goed overzicht van vele figuren en bedrijven die in Vlaanderen in deze sector actief zijn.
Het eerste artikel van onderhavig nummer is beschouwend. De tekst van professor Jacques De Visscher belicht de betekenis van het vormgeven, ‘een grondcategorie van het menselijk bestaan die bij uitstek van wereldlijkheid en alledaagsheid getuigt’. Hij geeft een reflectie op de relatie tussen de objecten en de mens. Vervolgens komt een overzicht van een aantal figuren en bedrijven die de laatste tien jaar een bijdrage aan het meubeldesign hebben geleverd en van producten die in directe relatie staan tot de inrichting van het interieur, zoals de verlichting.
Vlaanderen heeft een aantal figuren gehad met een boeiend oeuvre zoals Jos De Mey (o1928), Alfred Henderickx (o1931), Willy Van Der Meeren (o1923), Jules Wabbes (1919-1974), Emiel Veranneman (o1924) en Pieter De Bruyne (1931-1987). Architect Christian Kieckens belicht de intellectuele rijkdom die verborgen ligt in dit oeuvre van Pieter De Bruyne, misschien het enige oeuvre dat in de jaren '70 en '80 een internationale betekenis heeft. Geen enkele ontwerper uit Vlaanderen heeft een zo grote internationale posititie ingenomen als Maarten Van Severen. Liesbeth Melis peilt naar de betekenis van dit werk, een zoektocht naar de essentie.
Vaak hebben meubelontwerpers een relatie tot de architectuur. Het oeuvre van Claire Bataille en Paul ibens illustreert de directe band tussen architectuur, interieur en het ontwerpen van objecten, zijn het nu meubelen of andere objecten. De betekenis van vormgeving bij het uitstippelen van een bedrijfsimago wordt belicht met het voorbeeld van het kantoormeubelenbedrijf Bulo uit Mechelen. Op amper zes jaar tijd heeft Bulo met een wel overwogen productconcept een plaats weten te verwerven op de internationale markt. De vormgeving heeft een directe economische band.
Communicatie is zeker een belangrijke schakel om de nieuwe producten aan een breder publiek te presenteren. Gestart in 1968 is de Biënnale Interieur Kortrijk uitgegroeid tot een gerenommeerde manifestatie waar de commerciële en de culturele aspecten van het hedendaags interieurontwerp aan bod komen. Johan Valcke gaat in op de werking en de taak van de afdeling Vormgeving van het VIZO, het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen. Het Museum van Sierkunst en Vormgeving in Gent is uitgegroeid tot de plaats waar hedendaagse vormgeving een permanent platform krijgt. Lieven Daenens schets de positie van het museum en de strategie bij de uitbouw van de collectie. Cepro is een initiatief om de band tussen de ontwerpers en de industrie te stimuleren. Jan Boelen gaat in op de noodzaak van een directe band tussen de twee polen.
Ongeveer gelijktijdig met dit themanummer brengt het Museum voor Sierkunst en Vormgeving in Gent de expositie ‘100 jaar vormgeving in Vlaanderen’ (17 februari - 8 april 2001). Daarna gaat de expositie naar Porto (mei & juni), Culturele Hoofdstad van Europa 2001. Deze expositie bevat een breed spectrum van de vormgeving, van meubeldesign tot grafische vormgeving.