Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 49
(2000)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 30]
| |||||
Pelgrimeren...Een pelgrimage werd van oudsher ervaren als één van de meest ingrijpende wijzen van levensvernieuwing. Een echte pelgrimage betekent: op mystieke bodem een drempel oversteken naar een nieuwe levenservaring, wie weet zelfs naar een nieuwe levensfase en sociale rol in de samenleving. Op het moment dat onze oude samenleving en christelijke Kerken in West-Europa in volle overgang zijn, nemen de pelgrimstochten weer in aantal toe. Dat zegt iets over de paradox van het ritueel in de moderne tijd: als de oude christelijke sacramenten hun aantrekkingskracht verliezen, zoeken mensen in nieuwe rituelen naar een hertovering van hun leven. Ook oude rituelen uit de christelijke traditie worden geleidelijk weer opgedolven. Wij stellen een tocht voor in het spoor van Franciscus. Zijn leven is door zijn volgelingen en biografen voortverteld en uitgeschreven als een model van ommekeer en levensvernieuwing. Dat zou de moderne, zoekende mens goed van pas kunnen komen. Franciscus zelf was een echte pelgrim: zijn leven was één grote trektocht. Met hem komt men door heel Umbrië. In de voetsporen van Franciscus treden, veronderstelt trouwens de bereidheid om een tijdlang in Umbrië te vertoeven. Het is één van de meest mystieke regio's van Italië. Een Umbriëreis is een tocht naar het land van de stilte, een plek bij uitstek om drukte en haast kwijt te geraken. Maar de hedendaagse pelgrim weze gewaarschuwd: als hij gaat stappen op mystieke grond, loopt hij het risico niet zomaar te kunnen terugkeren naar zijn vertrouwde levenswandel. | |||||
... in de christelijke traditie...Reeds vroeg in de christelijke traditie trok men op bedevaart. Men deed het uit godsdienstige devotie. Maar ook om een mirakel te verkrijgen of om boete te doen voor begane misstappen. Santiago de Compostela trok vroeger vooral ridders, vorsten en prelaten aan. Vandaag heeft Compostela nog steeds iets heroïsch: grote afstanden afleggen, jezelf overwinnen of je gewone leven voor een lange tijd onderbreken. Naar
Zicht op Assisi.
Assisi trekken is van meetaf bescheidener. Het is op tocht gaan in het gezelschap van een kleine, eenvoudige minderbroeder. Niet de ridder Franciscus, maar ‘de tedere speelman van de Heer’ heeft zijn voetsporen gedrukt in het dal van Spoleto. Wie naar Assisi trekt, treedt in de traditie van de bedevaarten naar Jeruzalem, Rome of Tours. Het zijn tochten in de voetstappen van grote christelijke figuren. Zo'n pelgrimage is op uittocht gaan uit de logica van de pure seculiere redenering. Een reis naar Assisi veronderstelt dat men ontvankelijk wil worden voor de dynamiek in de innerlijkheid van de mens. Het is kunnen intreden in de spirituele traditie van de bijzondere Godsontmoeting. Christelijk pelgrimeren vraagt de bereidheid om zich open te stellen voor een zeer particulier levensverhaal: het verhaal van de God van Jezus met die ene concrete mens. Men kan stellen dat een christelijke bedevaart een inwijding is in de traditie ‘van horen zeggen’, van gehoor geven aan de Stem van God. De joods-christelijke traditie leert dat men God overal kan ontmoeten. Men hoeft daarom niet op bedevaart te gaan. Men moet niet naar Assisi gaan om christen te zijn. De joods-christelijke God is een God van de tijd, een God die elke dag met ons meegaat. Sommige tijden zijn voor joden en christenen sterke tijden, omdat daarin de verbondenheid met de sterke ervaringen van het eerste begin expliciet worden herbeleefd. In en rond Assisi gaat men stapsgewijze beseffen dat er naast sterke tijden ook sterke plekken bestaan. Niet de plekken op zich zijn sacraal of heilig. Maar wat er vroeger op die plekken tussen mens en God is gebeurd, komt al stappend weer tot leven in de ziel van de pelgrim. De pelgrimage is tegen-woordigheid die binnentreedt, een tegen-komen van Iemand die heiligend of helend heeft gewerkt en nog steeds werkzaam is. Christelijke mystieke plekken zijn plaatsen die het vermogen hebben om een osmose tot stand te brengen tussen de tijd van vroegere christelijke ontmoetingen en de eigen gelovige ontmoeting. In die zin is ook een pelgrimstocht een sterke tijd. Het is de gewone levenstijd - voor een paar weken - tot sterke tijd maken. | |||||
... in het spoor van FranciscusOp stap naar Assisi wandelt men terug in de tijd, naar de vrij goed bewaarde wereld van de christelijke Middeleeuwen. De provincies Umbrië en Toscane leiden ons binnen in de levenssfeer van kluizenaars en contemplatieve kloosters. Zeer specifiek zal de reis naar Assisi een kennismaking worden met Franciscus en zijn eerste broeders in het vroegmoderne Italië van 1181 en 1226. Men hoeft op voorhand geen massa's boeken te verslinden over de geschiedenis van Italië of over Franciscus. Maar leest men Een man uit het dal van Spoleto van Hélène Nolthenius, dan komt men al heel wat te weten over Franciscus en de kronieken van zijn tijd. Ook Raoul Manselli, Franciscus van Assisi biedt een goede inleiding tot Franciscus en zijn tijd. Voor een doorleefde kennismaking met Franciscus kan men beter wachten tot op zijn geboortegrond. Iemand ontmoeten in zijn eigen leefomgeving is altijd dieper en voller. Een echte kennismaking vraagt ook een zekere duur. Een pelgrimstocht naar Umbrië moet veel meer worden dan zomaar een haastige uitstap. Alleen al in Assisi voorziet men best een langere tijd voor een | |||||
[pagina 31]
| |||||
trage kennismaking met Franciscus. Hij heeft er een intens en bewogen leven gekend in het bewustzijn van zijn eigen opdracht: een speelman van de Heer te zijn. Neemt men de tijd om telkens stil te staan en te lezen wat zich daar toen heeft afgespeeld, dan begint de levensweg van Franciscus de eigen levensweg te doorkruisen. Hij wordt tijdens de tocht de speelman die met zijn uitbeelding het leven van de pelgrim binnentreedt. Wat hij speelde blijft ernstig en uitdagend. De speelman van
De Carceri op de Monte Subasio.
Assisi heeft acht eeuwen na zijn dood nog steeds de kracht interpellerend en appellerend te zijn. Hij blijft de zwakke en sterke punten in het leven van de ontvankelijke pelgrim blootleggen. Laat men hem enkele dagen metgezel zijn, dan ontmoet men een heel gevoelig mens, iemand die doorheen de schokkende gebeurtenissen van zijn tijd gewond en geschokt werd tot diep in zijn ziel. Zijn oude leven werd niet enkel onderbroken. Hij heeft het zelfs bruusk afgebroken. Te midden van het puin en de pijn van de afbraak verrees zijn nieuw levensproject. Zijn nieuwe leven werd opgewekt door de Stem uit de hemel, door de ogen van een melaatse en door enkele ‘sprekende teksten’ uit Jezus' levensverhaal. Na een traag en lang louteringsproces zette Franciscus een definitief punt achter zijn vroegere levenswandel. En hij ontwierp een nieuwe leefregel. Merkwaardig daarbij is dat hij zich geleid wist door de dingen die aan hem gebeurden. Hij stippelde niet alles netjes en zorgvuldig op voorhand uit. Zo vergaat het ook de pelgrim in Assisi en Umbrië. Eerder dan een vooraf opgesteld en nauwgezet scenario af te werken is de echte pelgrimage een tocht met omwegen en zijwegen, met allerlei onvoorziene invloeden onderweg. Bij een pelgrimstocht weet men niet goed waaraan men begint en men weet evenmin waar men zal eindigen. Een Umbriëreis is in zekere zin zelfs gevaarlijk. | |||||
Het geheim van Assisi ondergaanMen kan een bezoek aan Assisi beginnen bij de meest indrukwekkende blikvanger, het complex van de San Francescobasiliek en het Sacro Convento. Daarna zou men via één van de twee hoofdwegen kunnen doorsteken naar het stadscentrum, de Piazza del Comune. Dan nog even gaan kijken naar de kerk van Santa Chiara en daarmee heeft men het belangrijkste gezien. Zo lijkt het wel. Vele haastige bedevaarders of gulzige Italiëreizigers beginnen en eindigen zo hun eerste Assisibezoek. Het zijn moderne bezoekers die prioriteit geven aan de ogen. Ze gebruiken hun ogen als een fotoapparaat en doen aan haastige, flitsende oppervlaktewaarneming. Als men Assisi tot zich wil laten spreken, moet men vooral luisterend door Assisi gaan via stille straten. In Assisi heeft men naast ogen vooral oren nodig om te luisteren of men die innerlijke Stem kan horen die Franciscus deed herboren worden. De eerste opgave van de pelgrim in Assisi bestaat erin al wandelend het verhaal van Franciscus' leven te lezen en te beluisteren, elke plek een steentje te laten worden in de Franciscusmozaïek. Men kan tijdens de wandeling Umbrië. In de sporen van Franciscus van G.P. Freeman het best bij de hand hebben. In deze gids vindt men niet alleen informatie over de Franciscaanse plekken, maar ook fragmenten van Franciscus' levensbeschrijving die bij die plaatsen horen. Zo door Assisi stappen geeft meer kansen om doorheen het versteende verleden in contact te komen met de levende geschiedenis van toen. Tweede opdracht: één lange dag reserveren voor de eerste kennismaking, een dag die men het best in de vroege ochtend begint en pas in de latere avond afsluit. Het heeft iets extra als men Assisi in zijn geheel in zich kan opnemen. Begint het bezoek in de vroege ochtend, nader het stadje dan langzaam, het liefst vanuit het westen, uit de richting van Perugia. Dan krijgt men het beste zicht op Assisi dat reeds van ver opdoemt. 's Morgens ligt Assisi vaak in een ochtendnevel gesluierd. Het is een fraai zicht. Het is een beeld dat meteen iets zegt over deze magische plaats. De stad op een voorheuvel van de Monte Subasio heeft van oudsher iets mysterieus en mystieks. De Toscaanse dichter Dante schreef over Assisi als over de plek ‘waar de Dageraad uit den hoge ons bezocht heeft’. Van op een afstand wordt de attente pelgrim door nog een andere symboliek getroffen: Assisi is de fascinatie van het contrast tussen de witte stad tegen de zwarte heuvel. Assisi is het witte altaar op de donkere vulkaanrots: licht tegenover duisternis, hoop tegenover wanhoop, tederheid tegenover geweld, sociale gelijkwaardigheid tegenover standenverschil. Mogen wij een heel specifieke pelgrimsroute voorstellen? Het bezoek 's morgens zou kunnen beginnen in de stilte van de Carceri, de kluizenarij die zich boven Assisi bevindt. Zo start men meteen in het epicentrum van Franciscus' dynamiek: de
Klokkenstoel van de Romaanse San Stefano in Assisi.
stuwing van de gebiedende Stilte werd via Franciscus tot een beweging in heel Umbrië, in de gehele wereld. ‘Franciscus, zie je dan niet dat mijn huis geheel in verval geraakt? Vooruit, ga het voor mij herstellen’. Het was één van die uitspraken waarmee die Stem in de stilte van zijn innerlijk hem aansprak. Er was toen nog geen tijdsklimaat waarin men gemakkelijker een Stem uit de hemel kon horen. Franciscus was een mystieker, gevormd door de middeleeuwse mystiek vóór hem. Daarbij zal men zich herinneren wat Nolthenius hierover schreef. Bij het Carceribezoek kan men alvast ook beginnen met de lectuur uit het boek van Freeman. | |||||
Het Assisi van FranciscusNa de rust van de kluizenarij van de Carceri kan men de stad Assisi intrekken en beginnen in de buurt van de oude dom van San Rufino. Op het plein voor de kerk leest men verder uit Franciscus' leven: over zijn doop en zijn liederlijke jeugdjaren op de openbare pleinen van Assisi. Hier is ook de plek om iets te vertellen over de contacten tussen de jonge Clara en de innerlijk vernieuwde Franciscus. Daarna kan men naar de kerk van Santa Chiara gaan. Men leest er hoe Clara op haar eigen wijze gehoor heeft gegeven aan die hemelse Stem | |||||
[pagina 32]
| |||||
die Franciscus aansprak. Als men op het plein voor de Santa Chiara het dal van Spoleto overschouwt, dan overvalt de pelgrim een van de meest poëtische vergezichten in Umbrië. Het zonovergoten groene dal van Spoleto laat hem volstromen met innerlijke vrede. Zou dit betoverende, weidse uitzicht zonder grenzen mede Franciscus' mateloze tederheid hebben bepaald? Daarna gaat men het best naar het bisschopshuis. Hier leest men over enkele heel belangrijke momenten uit Franciscus'
San Damiano.
leven: de breuk met zijn vader, de goede contacten met de bisschop van Assisi, over zijn nieuwe levenswijze én over Franciscus' succesvolle bemiddeling in de ruzie tussen de bisschop en de burgemeester van Assisi. Van hieruit volgt men de weg naar het huis van Bernardo da Quintavalle, één van de eerste volgelingen van Franciscus. Men kan er mijmeren over de start van de franciscaanse broederschap. Franciscus had aanvankelijk geen plannen voor een nieuwe religieuze orde. Maar zijn eerste, spontaan opgedaagde volgelingen wekten in hem de geniale intuïtie van zijn minderbroederschap op. Vooraleer men de Piazza del Comune bereikt, kan men eerst nog de omgeving van Franciscus' geboortehuis verkennen. Het is de plaats om te reflecteren over de merkwaardige verhouding met zijn ouders. Daarna kan men even stilstaan bij de verwijzingen aan het Sint-Nicolaaskerkje. Het was in deze San Niccolò dat Franciscus en zijn eerste twee volgelingen ‘vonden wat ze zochten’. In een indringende confrontatie met het evangelie werd hun de opdracht duidelijk: de stichting van een minderbroederschap in armoede en eenvoud, met het oog op verkondiging en vredeswerk. Het was hun beslissende disclosure- of doorbraakervaring: dit is onze bestemming, dit is voor ons weggelegd. Onderweg naar de San Francesco moet men zeker ook halt houden bij het wat afgelegen, Romaanse kerkje van San Stefano, een kerk zoals men die in Franciscus' tijd kon aantreffen. Het is een mooie kans voor een moment van stilte en bezinning. En dan op weg naar de basiliek San Francesco, een indrukwekkend bouwwerk met een weelde aan verrukkelijke fresco's. Kunsthistorisch is de basiliek uiterst belangrijk, alleen al omwille van haar vernieuwende fresco's van Giotto die tegelijk een prachtige middeleeuwse catechese over Franciscus vormen. De San Francesco bezoeken is de tijd na Franciscus binnenstappen, de fase van de heiligenverering. Met goede bedoelingen werd de oorspronkelijke droom van armoede letterlijk overbouwd. Hier werd een groot kunstwerk opgericht ter ere van een heilige en een bedevaartsoord gesticht. Die droom is gerealiseerd: er is in en rond de San Francesco doorgaans veel volk. De drukte van het toerisme is er veel harder aanwezig dan op de rustige plekken. De ogen komen hier weer centraler te staan dan de oren. Het contrast met de sobere, stille Carceri bij het begin van je bezoek, kan niet sterker zijn. | |||||
Dagsluiting bij een eerste AssisibezoekIdeaal is een staptocht door Assisi te eindigen op een innige plek, die de inclusie kan maken met het startpunt van de tocht bij de kluizenarij van de Carceri. Daarvoor wandelt men door de Porta Nuova naar beneden, naar het klooster van San Damiano. Het is één van de mooiste én meest betekenisvolle wandelingen. Van Assisi naar San Damiano, het heeft iets van Jeruzalem naar Emmaüs. Het is de beweging van Franciscus' levensommekeer: van het centrum van nieuwe macht en welvaart naar de periferie van eenvoud en soberheid; van aanzien naar verachting; van een uitgestippelde toekomst naar een onbekende morgen. Assisi-San Damiano is de smalle maar bevrijdende weg van ‘meer door minder’ en van ‘boven naar beneden’. Het is de ommekeer van Franciscus' leven weg van de schittering van geld en goud, onderweg naar de glans in de ogen van een melaatse en in de ogen van de verrezen Jezus op het kruis. Brandde Franciscus' hart niet op deze plek buiten de stad? Met weer dat weids, heerlijk zicht op het groene dal van Spoleto loopt men tussen cipressen en olijven naar een plaats vol transparantie. Brandt hier het hart niet van elke ontvankelijke pelgrim? In de buurt van San Damiano - en nog wat dieper bij Rivo Torto en het kerkje van Portiuncula - is vroeger veel gebeurd: Franciscus' levensverandering is er gestart en gerijpt, hij heeft er vele jaren zijn eerste broeders samengeroepen en Clara verbleef er met haar eerste zusters. San Damiano is vandaag nog steeds een uitgelezen plek voor bezinning en gebed. Op het pleintje voor de kerk, in het binnenpand van het klooster of in de oude kerk kan men als pelgrim tijdens een persoonlijk moment van bezinning of tijdens een vesperdienst de vele indrukken van de voorbije dag op een rijtje zetten. In de oude
Detail van het kruis van San Damiano in Santa Chiara.
en mooi gerestaureerde kapel van San Damiano staat men op zijn beurt even oog in oog met de Christus op het kruis van San Damiano. Jacques Wijnen schreef over de betekenis van de San Damiano-icoon een degelijke brochure. De buurt van het San Damiano van Clara is een geschikte plek voor een eerste moment van verheldering na een rijkgevulde Assisidag. Daarna kan men nog verder afdalen naar de Santa Maria degli Angeli. Daar vindt men weer de dubbele laag in de franciscaanse uitbeelding van Franciscus: het oude Portiunculakapelletje toont nog iets van de eenvoud en de radicaliteit van het begin, de grote overwelvende basiliek zegt dan weer iets over de dromen van latere franciscanen met het erfgoed van Franciscus. | |||||
FranciscaniëAssisi is het epicentrum van Franciscanië. De pelgrimerende Franciscus heeft zijn boodschap in heel Umbrië rondgestrooid. Het Umbria verde ligt bezaaid met schrijnen op de plekken waar Franciscus | |||||
[pagina 33]
| |||||
ooit is geweest. De meeste dorpen en stadjes hebben daarnaast ook hun eigen Francescokerk. Vooral in de kluizenarijen waarin Franciscus en zijn eerste broeders verbleven, kan men nog iets proeven van het ideaal van de eerste franciscaanse broeders: armoede en eenvoud, inkeer en inzet, broederschap en vrede. Wie echt in de voetsporen van Franciscus wil treden, moet de toeristische drukte op de heuvel van Assisi verlaten, naar de eenzaamheid van het dal trekken. In Umbrië is men onderweg zoals
De kluizenarij van Greccio.
Franciscus onderweg was: in verlaten stilte maar met muziek in het hoofd, sober maar vrij, in schrale eenvoud maar met stralend hart. Om iets van het Umbrische landschap te ondergaan verblijft men er best veertien dagen in een rustige woning op een heuvel, ver weg van de drukte en met zicht op het dal. Daar, op één van die talrijke Umbrische heuvels, is men 's nachts een beetje dichter bij de sterrenhemel. De sterren in het donkere Umbrië spreken meer aan dan diezelfde sterren in het verlichte Vlaanderen. Het is de tijd van de werkzaamheid van de nacht. Overdag kan dat verblijf in de Umbrische natuur met haar zonnebloemen, olijfbomen en cipressen ook de kosmische natuurmystiek van Franciscus opnieuw tot leven wekken. Het Umbrische natuurlandschap heeft nog steeds de kracht om uit het geheugen van de pelgrim Franciscus' loflied op de schepping op te delven. Umbrië komt tegemoet aan het verborgen heimwee in de moderne pelgrim naar de premoderne verbondenheid van mens en natuur, tussen inspanning en ontspanning, tussen inzet en inkeer, tussen christologie en kosmologie. Vooral het dagelijkse heuveluitzicht op het dal biedt een vergezicht dat ook de grrenzen van het innerlijke zal verleggen. Een heuvel is de plek bij uitstek om de voorbije onrust los te laten en de komende angsten te bezweren. Men kan er in de vroege, warme ochtenden in de schaduw van een olijfboom wat meer lezen over Franciscus en de jaren 1200 of mediterend wandelen tussen heuvel en dal. Het zijn de belangrijke tussenmomenten van een pelgrimstocht die alles met elkaar verbinden. Wie daar de vele mozaïekstenen van de tocht bijeenlegt, heeft de kans om de werkzaamheid van de pelgrimage te vervolmaken. Vanuit de rustige vakantiekluizenarij kan men dan doen wat Franciscus heeft gedaan: telkens vol nieuwe overgave opnieuw rondtrekken van plek tot plek. Wat men op de verkenningstochten door het Umbrische landschap allereerst tot zich moet laten doordringen is de krachtige boodschap van de oude franciscaanse kluizenarijen. Ze hebben elk hun eigen verhaal. In het noorden het altijd stille Montecassale en Le Celle. En de berg La Verna, waar Franciscus' stigmatisatie plaatsvond, is de plek bij uitstek om iets te lezen over Franciscus' mystieke ervaringen. Ter hoogte van Perugia kan men een dag van stilte en meditatie uittrekken op het Isola Maggiore te midden van het Trasimeense meer In het zuiden zal men onder de indruk komen van de kluizenarijen Sant' Urbano. Greccio, La Foresta en Fonte Colombo. Onderweg mag men ook de wondermooie stad Spoleto niet vergeten. Naast de oude kluizenarij Monteluco boven Spoleto zijn er enkele betekenisvolle franciscaanse plekken. In en rond de stad vindt de pelgrim ook interessante sporen van de oudste christelijke stichtingen in Europa. Bij vele van de afgelegen kluizenarijen ziet men hoe Franciscus en zijn eerste broeders in grotten en spelonken verbleven. Dat heeft een symbolische betekenis. Het woord speci verwijst telkens naar de rotsspleten waarin Franciscus verbleef. Speco komt van het woord specchio, wat spiegel betekent. Tussen de kale rotsen hoorden zij de echo's van hun oude ik: aanzien en ambitie, macht en eer, geld en bezit. Maar in de bespiegelingen tussen de zonovergoten rotsen wisten Franciscus en zijn eerste volgelingen de onrust van hun ego te temmen en om te smeden tot duurzame vreugde, vrede en dienstbaarheid. Daar werd de oude mens in hen - altijd weer opnieuw - getransformeerd tot nieuwe mens. Het zou ideaal zijn om op deze plekken de Vermaningen van Franciscus te lezen. Dit is niet enkel een bundel van raadgevingen met het oog op de toekomstige kwaliteit van zijn religieuze orde. De Vermaningen zijn evenzeer het resultaat van Franciscus' gevecht met zichzelf. Vele van deze Vermaningen zijn wellicht ontsproten aan het zuiveringsproces in de donkere spelonken, onder of boven de oude kluizenarijen. Later werden bij deze rotspartijen, door de tweede generatie van franciscaanse broeders, de sobere kluizenarijen gebouwd helemaal in de strenge stijl van het armoede-ideaal van Franciscus. | |||||
Het FranciscuseffectEr is geen onoverbrugbare kloof tussen de vroegmoderne Franciscus en de laatmoderne pelgrim. Het is merkwaardig dat een reis naar afgelegen, marginale plekken zulke diepe sporen kan trekken in het leven van een moderne pelgrim. De voetsporen gedrukt op de heuvels en in de dalen van Umbrië zijn tegelijk blijvende indrukken in de ziel. Het is ook wonder dat zo'n marginaal man als Franciscus zo diep kan blijven raken. Iets van de schok die Franciscus zelf heeft meegemaakt, blijft nog naschokken in het innerlijk van de ontvankelijke pelgrim. Na een kennismaking en ontmoeting met Franciscus kijkt men hoe dan ook anders naar zijn eigen geloof. Een geslaagde pelgrimage laat een mens niet zomaar terugkeren naar zijn vroegere leefwereld en engagementen. Voortaan luistert men met nieuwe oren. De Stem van de Umbrische Christus op de kruisicoon van San Damiano blijft nog nakloppen aan het gehoorbeen van de pelgrim. Zoals Franciscus in grote vrijheid een nieuwe beweging in de Kerk begon, zo kan de hedendaagse pelgrim in grote vrijheid afwachten wat zijn franciscaanse tocht in zijn leven tot stand brengt. Geen kerkelijke beweging is zo rijk geschakeerd geweest als de franciscaanse familie. Er zijn doorheen de eeuwen wel duizend verschillende wegen gebaand in het spoor van Franciscus. Maar alle hebben ze iets franciscaans. Het verwerkingsproces van een pelgrimstocht is iets zeer persoonlijks en origineels. Er zijn vele uitzichten en nieuwe wegen mogelijk na een pelgrimage. Maar wellicht zal men na een pelgrimage niet zozeer ‘iets meer gaan doen’ maar veeleer ‘iets minder gaan doen’. Men voelt de nood aan om ‘minder te doen en meer te zijn’, of men voelt zich uitgedaagd om ‘minder de meerdere te zijn en meer de mindere’. Met deze laatste voornemens treedt men het meest in het spoor van het eerste franciscaanse avontuur. | |||||
De oude voetsporen verlaten?Vooraleer de dromen over een nieuwe toekomst zich verder uitklaren zal men hoogstwaarschijnlijk eerst nog een iet- | |||||
[pagina 34]
| |||||
wat pijnlijke overgang doormaken: van de buitengewone pelgrimage terug naar het gewone leven. Thuisgekomen kan het contrast groot zijn. Het kleine Vlaanderen is zo volgebouwd, benepen en zenuwachtig in vergelijking met het heerlijk weidse en onthaaste Umbrië. Het ‘vertechniseerde’ en materialistische leven van de moderne tijd zijn levensbeschouwelijk en spiritueel zo arm in vergelijking met de volheid van de mystieke atmosfeer in middeleeuws Franciscanië. De vervreemding in de laatmoderne kunst is zo leeg tegenover het verrukkelijke van de vroegmoderne kunst. Kortom, de aantrekkelijke vreemdheid van de middeleeuwse traditie valt plots weer weg als men zijn gewone leven van vóór de pelgrimstocht herneemt. Misschien heeft men wel een kleine kater van die leegte-na-de-volheid, iets als een post-Umbrië syndroom. Misschien voelt men zich misleid. Men vraagt zich af of de pelgrimage geen vlucht uit de werkelijkheid was. Heeft de pelgrimage niet meer ellende en versplintering met zich meegebracht dan genezing en heelheid? De ontreddering na een pelgrimstocht hoort wezenlijk bij de onderbreking van de pelgrimage. De uittocht uit het oude blikveld en de tocht naar een nieuwe horizon hebben het verlangen naar levensherziening versterkt. Men kan niet meer terug naar de oude leefwereld na de schok én de vredeservaring van een geslaagde Umbriëtocht. Er is een blijvende vreemdheid opgetreden. Die vreemdheid wil zuiverend werken in het gewone, alledaagse leven. Iets van de oude mens moet worden overwonnen en vernieuwd. Iets van het oude leven dient te worden herschikt. Oude gewoonten moeten worden getransformeerd tot nieuwe levensstijl. En dat loopt niet gemakkelijk. De verwerking van een pelgrimstocht vergt een lange tijd. Duurde Franciscus' bekerings- en louteringstijd niet ruim vijf jaar? Maar als men in Assisi en Umbrië een disclosure-ervaring heeft mogen meemaken, is er een onuitputtelijke energiebron aangeboord die niet meer opdroogt. In het innerlijke van een ontwaakte pelgrim is een tocht begonnen die nooit meer eindigt. Franciscus zal hem voortaan blijven interpelleren en appelleren over de radicaliteit van zijn Christusnavolging en over zijn intuïties voor deze moderne tijd. Want ook dit wordt na een pelgrimage steeds duidelijker: de overgangstijd die samenleving en Kerk nu meemaken, heeft weer iets nodig als het franciscaanse experiment van de 12de en 13de eeuw. Maar als moderne pelgrim kan men de premoderne Franciscus niet zomaar nabootsen. Christen zijn in de moderniteit is anders dan christen zijn in de Middeleeuwen. Het creatieve zoekproces naar een nieuwe inculturatie van het christelijke verhaal in het eigen leven en in de maatschappij van deze tijd is het werk van een lange vervolgtocht op een pelgrimage naar Assisi en Umbrië. Tijdens en na de pelgrimage is het de gunstige tijd om elkaar als zoekende gelovigen vragen te stellen over christen zijn in het nieuwe pluralistische Vlaanderen van morgen. Samen kan men mekaar ook helpen om beter te beseffen dat elk mensenleven een pelgrimstocht is, maar niet
Handgeschreven zegen met T (tau) van Franciscus voor broeder Leo (Assisi, San Francesco).
meer op de premoderne wijze, door dit leven volledig ondergeschikt te maken aan een leven hierna. De moderne pelgrimage is een verdiepingstocht die zich reeds volop voltrekt in de diepte van het leven hier en nu. De moderne mens hertaalt de middeleeuwse symboliek: de ziel kan en moet vooral tijdens de aardse leeftocht een weg afleggen om tot hemelse volheid te komen. Het is de rijpings- en louteringsweg van een leven dat duurt. Het is de opdracht om van levensduur levenskwaliteit te maken. ‘Een te voltooien leven’, zo klinkt het moderne levensproject. En dat is niet enkel een materieel maar ook een spiritueel project. Onderweg op deze innerlijke tocht laat de moderne pelgrim Jezus en Franciscus meestappen als mystieke gidsen. Zij zullen hem beter leren luisteren naar die Stem-groter-dan-zijn-eigen-stem. Zijn precies zij niet in staat om de moderne mens te bevrijden van de beperktheid van zijn al te subjectieve ik? Juist een transcendent licht kan het menselijk levenspad verlichten. Juist een goddelijke Stem kan de individuele levensoriëntatie een dieper en breder elan geven. Dat die hemelse Stem het persoonlijk levensproject komt verhelderen en verheffen is een ongelooflijk vervullende levenservaring. Eenmaal in de ban van dit wonderlijke mysterie, krijgt een gewone leeftocht een unieke innerlijke gloed. Elke dag wordt een volgende etappe in een niet meer eindigende pelgrimstocht. Het gewone wordt meer buitengewoon. Het buitengewone wordt meer gewoon. De spirituele mens is groots onderweg. Naar Assisi en Umbrië trekken is naar een mystieke leerschool gaan. Men leert er gehoor te geven aan het stille maar krachtige appèl in het diepste van de ziel. ‘Hoor pelgrim, hoor de Stem in het dal van Spoleto’. Het is de Stem die sprak tot Abraham, Isaäk en Jacob, tot Mozes, Jezus en Franciscus. Het is die Stem van weleer, die de luisterende pelgrim toezegt: ‘Ga naar een nieuwe toekomst, een toekomst die Ik jou tonen zal’. | |||||
Aanbevolen bibliografie
|
|