| |
| |
| |
Jean Luc Meulemeester (samenstelling)
Hedendaagse passiespelen in Vlaanderen
De evocatie van taferelen uit de passie heeft in de loop van de geschiedenis verscheidene vormen aangenomen.
Wie het woord ‘passiespel’ uitspreekt, denkt onwillekeurig aan Oberammergau in Zuid-Duitsland. Dit is niet het enige dorp in Beieren dat op geregelde tijdstippen met zo'n toneelspel uitpakt, al moet het gezegd dat de opvoering er meer dan indrukwekkend is. Alleen al de speciaal voor deze gelegenheid gebouwde zaal met decor en verkleedruimte legt daar getuigenis van af. Ook de lange duur van de opvoering (bijna een volledige dag) en het enthousiasme van de plaatselijke deelnemers onderstrepen het belang ervan. Het specifieke inhoudelijke aspect met verwijzingen naar het Oude Testament mag eveneens niet over het hoofd worden gezien. Tot de oudst bekende ‘Passionsspiele’ behoort de uitvoering in het grensplaatsje Erl in Oostenrijks Tirol. Hier brengen de dorpelingen het lijden en dood van de Heer als een verbazingwekkende massaprestatie. Als voorbeeld in de Duitse Eifel vermelden we het passiespel in Wallersheim. In het Nederlandse Tegelen figureren om de vijf jaar
Een tafereel van het ‘Laatste Avondmaal’ uit het Passiespel in Oudenburg. De foto werd in 1996 genomen.
bijna vijfhonderd deelnemers in ‘De laatste dagen van Jezus’. Daarvoor werd speciaal een openluchttheater met overdekte tribune opgetrokken. Voor de opvoering van 1995 gebeurden heel wat vernieuwingen. In Frankrijk is vooral het passiespel van Nancy bekend. Wallonië mag in deze opsomming niet ontbreken. Sedert 1925 kiezen de inwoners van Ligny (prov. Namen) voor een aantal op het evangelie geïnspireerde taferelen met een toespeling op de hedendaagse tijd. En in het dorpje Sibret (provincie Luxemburg) vindt sedert 1951 zo'n opvoering plaats net zoals in La Calamine, Erezée, Marcinelle en Biesmerée. Dit overzicht is sterk onvolledig. In het verleden zullen er trouwens wel meer passiespelen geweest zijn. Dit geldt eigenlijk ook voor Vlaanderen. Het H.-Bloedspel in Brugge, met een historisch middeleeuws luik, gecreëerd door Jozef Boon (1900-1957) in 1938, en het passiespel in Tiegem behoren waarschijnlijk voorgoed tot het verleden. In de kerk van St.-Lievens-Houtem vond in de jaren tachtig een passiespel plaats met hedendaagse middelen en met een knipoog naar de actualiteit. De zes voorbeelden op de volgende bladzijden getuigen van het feit dat parochianen in Vlaanderen wel meer het initiatief nemen een evocatie i.v.m. de passie te verwezenlijken. We mogen ten andere niet vergeten dat de Kerk dergelijke initiatieven steunde. Het bood de mogelijkheid in een tijd van sterk analfabetisme evangelieteksten te visualiseren. Fresco's en muurschilderingen, sculpturen aan portalen en op kapitelen, kleurrijke miniaturen en toneelspelen maakten heiligenlevens en de bijbel voorstelbaar, begrijpelijk en aangenaam om volgen. Ze zetten meteen aan tot een grotere devotie. Afbeeldingen spreken uiteindelijk nog het meest aan en blijven uitnodigend boeien. Het kerst- en passiegebeuren waren daarvoor het best geschikt.
De evocatie van taferelen uit de passie heeft in de loop van de geschiedenis verscheidene vormen aangenomen. De ‘Semana Santa’ in Spanje draagt een specifiek en eigen karakter. In bijna ieder Spaans dorp trekt tijdens de Goede Week, vooral op Witte Donderdag en Goede Vrijdag, een processie door de straten. Die van Sevilla, Granada, Cordoba en Avila zijn wereldberoemd en lokken jaarlijks duizenden toeristen. Meestal torsen gemaskerde mannen als penitenten, dikwijls met hoge punthoeden, zware beelden die taferelen uit het lijdensverhaal van Jezus voorstellen. Of ze gaan verborgen onder de draagstoel, zien geen steek en schrijden door een opeengepakte mensenmassa voort volgens de bevelen die hen worden toegeschreeuwd. Een resem brandende kaarsen en een uitgelezen waaier van bloemen smukken dikwijls die in felle kleuren gepolychromeerde of aangeklede beeldengroepen op. De mannen zijn gegroepeerd in broederschappen en vinden het een grote eer om jaarlijks bij te dragen tot dit volksfeest dat meestal tot in de vroege uurtjes duurt. De Veurnse boetprocessie heeft er een zekere verwantschap mee. Deze jaarlijkse ommegang in de Westhoek heeft ongetwijfeld een Spaanse oorsprong en gaat mogelijk tot in de 16de eeuw terug. Nog steeds meldt zich daar een grote groep pelgrims aan om in een
| |
| |
bruine pij een kruis te dragen en anoniem de processie te volgen. Een intentie, een belofte, boete... bezorgt hen moed om devoot mee op te stappen. Slechter is het gesteld met diegenen die actief willen deelnemen aan de Goede-Vrijdagrituelen op de Filippijnen. Als extreme vorm van geloofsuiting laten jaarlijks tientallen boetelingen zich letterlijk aan het kruis nagelen. Verschillende Vlaamse processies beelden eveneens het lijdensverhaal van de Heer uit. Naast de al vermelde boetprocessie in Veurne denken we natuurlijk aan de H.-Bloedprocessie in Brugge en in Voormezele. En in Damme wordt op de bepaalde dagen een miraculeus kruisbeeld uit de 16de eeuw rondgedragen. Ook in de meeste afgeschafte sacramentsprocessies kwamen er taferelen voor die een of andere scène uit de passie visueel probeerden om te zetten. De passieprocessies in Antwerpen en in Kortrijk behoren tot het verleden, evenals de vele ommegangen langs kapelletjes i.v.m. het lijden van Christus (Gent, Merendree, Herentals, Achterbos...).
Vreugdevoller zijn de palmprocessies die vroeger door de meeste dorpen trokken, maar zich nu hoofdzakelijk binnen in het kerkgebouw afspelen. Ze duiken al in de zevende eeuw op. Vroeger zat een als Christus verbeelde man op een ezel en daarrond juichten de gelovigen met groene takken. De Blijde Intrede gebeurde op een witte ezel, kleur van de zuiverheid en de triomf. Volkse overleveringen vertellen dat de ezel destijds afstamde van die van waarzegger Balaäm. Na de kruisiging van Christus emigreerde het dier naar Italië en stierf in Verona. Daar werd het gebeente tot in de 17de eeuw vereerd. En als we Calvijn mogen geloven, behoorde zijn staart tot de relieken van de kathedraal van Genua. Alleen in de palmprocessie van Tienen en Hoegaarden vergezellen de leden van een eeuwenoude confrérie nu nog een palmezel. In Duitstalige gebieden zijn er nog meer aan te wijzen. Het gaat om een houten voorstelling van Christus, ongeveer levensgroot, gezeten op een dito ezel. De sculptuur stond eventueel op wieltjes en kon worden meegetrokken. Andere werden meegedragen. De religieuze stoet bestond verder uit Ridders van Jeruzalem en mensen die ooit als pelgrim het Heilig Land bezochten. Zij alleen mochten echte palmtakken meedragen. Dikwijls vormden ze een broederschap en werden in groep gekonterfeit. Soms omringden twaalf als apostelen verklede mannen het gepolychromeerde beeld. In Oudenburg was zo'n ‘palmenare gilde’ al in de 14de eeuw werkzaam. Daarna volgden de geestelijken, leden van andere confrérieën en het gelovige volk. Soms gebeurden er ook ongelukken, twisten en gevechten, want er waren misschien aflaten te verdienen aan het voorttrekken of dragen van het beeld. Zowel 16de-eeuwse reformisten als keizer-koster Jozef II reageerden sterk tegen dat gebruik en beschouwden het als afgoderij. Zo werd de traditie dikwijls opgeheven en de sculptuur meestal verwoest. In dat kader vermelden we ook de eerder profane palmenmarkt in
Geel, waarvan de oorsprong tot in de 16de eeuw opklimt.
De palmprocessie in Hoegaarden.
De foto werd genomen in 1992.
In dit verhaal mogen de activiteiten op Witte Donderdag niet ontbreken. In de meeste kerken wast de priester-voorganger dan de voeten van twaalf ‘apostels’. Tijdens die voetwassing worden in Rupelmonde ‘apostelbrokken’ gewijd. Dit gebruik gaat terug tot in de 16de eeuw en herinnert aan het zgn. mandaatbrood dat aan armen werd uitgedeeld. Na de voetwassing wordt het tarwebrood in hompen gesneden en met trompetgeschal naar het stadhuis gebracht, waar ze worden uitgegooid. Elke aanwezige probeert een brok te pakken. Het apostelmaal wordt daarna in de stemmige schipperskapel gehouden. Nog zo'n symbolische handeling vindt jaarlijks in de kapel van het St.-Juliaansgasthuis van Antwerpen plaats. Op Witte Donderdag mogen daar twaalf mensen aanzitten aan een rijk met visgerechten samengesteld banket. Deze pelgrimstafel, gedekt met 18de-eeuws tafelgerei, verwijst enerzijds naar het onthaal dat middeleeuwse bedevaarders onderweg naar het Heilig Land daar te beurt viel en anderzijds naar het Laatste Avondmaal.
Zoals vermeld worden op Palmzondag en op Goede Vrijdag passiespelen opgevoerd. Naast de al opgesomde voorstellingen vermelden we ook een evocatie in de Mechelse Begijnhofkerk, het H.-Kruisspel in Beveren-Roeselare en het stuk ‘Is Het Volbracht’ dat vijfjaarlijks in Hoegaarden wordt gespeeld en tijdens de maand maart 1996 opnieuw werd opgevoerd. In enkele gemeenten hebben die uitbeeldingen plaats gemaakt voor uitingen van solidariteit met vluchtelingen, werklozen, misbruikte kinderen, armen, verwaarloosden... telkens met als basis het mysterie van het lijden van de Heer. In Brussel trok vorig jaar op een zondagmiddag een kruisweg door de straten en sedert enkele jaren organiseren basisgroepen in Brugge een Goede-Vrijdagtocht met fakkels en kruisen. Ook Veurne houdt op Goede Vrijdag een stille nachtelijke kruisweg. En bijna vijftig jaar vindt in de St.-Jozefsparochie van Aalst ‘Kruisweg in de stad’ plaats. Het gebeuren heeft een eigentijds karakter met aangepaste teksten, met speciale lichteffecten en zgn. levende beelden in witte gewaden. Dit overzicht is zeker niet volledig. Ook de verering van de H. Kruisrelikwie op Goede Vrijdag in verschillende Vlaamse parochies mogen we niet vergeten te vermelden. Meestal gaan deze evenementen terug tot een ver verleden en zijn ze uitingen van volksgeloof die nu dikwijls een toeristisch tintje hebben gekregen.
| |
De kruisevocatie in Heist-aan-Zee
Sedert Goede Vrijdag 1984 trekt de openbare Kruisevocatie telkenjare om 20 u. door de straten van Heist. Een vijftigtal acteurs en een honderdtal figuranten, vrijwilligers uit de eigen bevolking, beelden op aangrijpende en waardige wijze enkele hoogtepunten van het passieverhaal uit, zoals het Laatste Avondmaal, de gevangenneming van Christus, de verloochening door Petrus, de veroordeling door Pilatus, de kruisdraging en kruisiging... Van meetaf aan kon dit religieus en ook toeristisch attractief gebeuren rekenen op ruime belangstelling.
Spelers en figuranten slaagden er telkens weer in de hoogtepunten van het lijdensverhaal in zijn dramatische spankracht te evoceren, dit o.m. door de kernachtige teksten, de historisch verantwoorde kostumering, de realistische rekwisieten en enkele zeer goed gekozen locaties (o.a. put Heldenplein, pui stadhuis, heuvel in Oostwinkel), waar de toeschouwers alles uitstekend kunnen volgen. Deze laatsten ver- | |
| |
Een tafereel uit de kruisevocatie in Heist-aan-Zee.
De foto werd genomen in 1989.
plaatsen zich trouwens mee met de stoet. Ingeval van uiterst slecht weer (dat was zo in 1989) heeft men een alternatief programma in petto. Na het slottafereel (de kruisdood) keert iedereen eerbiedig terug naar de parochiekerk. Tijdens deze fakkelen gebedstocht worden 14 grote kruisen meegedragen die stuk voor stuk het vele onrecht en leed in onze wereld en maatschappij oproepen. In de kerk wordt de begrafenis en opstanding van de Heer met een klank- en lichtspel gesimuleerd. Een indrukwekkend en hoopvolle boodschap: ‘Na Goede Vrijdag volgt Pasen! De Levende overwint de dood! Alleluia!’
Leo Zaman
| |
Palmprocessie in Hoegaarden
Na de hoogmis trekt jaarlijks op Palmzondag een palmprocessie door de straten van Hoegaarden. De ‘Broederschap ter memorie van die Twelf Apostelen’ vergezellen er onder de leiding van een zgn. ‘momboorvader’ (een burgerlijk leider of voogd) een beeld van Christus op de ezel, gedragen door vier (ongehuwde) discipelen. Deze gepolychromeerde houten sculptuur (h.: 150 cm), bewaard in de St.-Gorgoniuskerk aldaar, dateert uit het begin van de 16de eeuw en wordt toegeschreven aan de Leuvense beeldensnijder Hendrik Roesen. Jezus houdt met de linkerhand de teugels vast en met de zegenende rechterhand tijdens de processie een palmtak. Dit is een traditionele voorstelling. Deze beeldhouwer maakte nog enkele gelijkaardige beelden: een voor de St.-Pieterskerk in Leuven en een voor de St.-Leonarduskerk in Zoutleeuw. Ze bleven niet bewaard. Dit wijst er uiteraard wel op dat nog in andere (Brabantse) parochies de gewoonte bestond om met Palmzondag een soortgelijke palmprocessie te organiseren. Vroeger juichten kijklustigen Christus toe, net zoals tijdens de Blijde Intocht in Jeruzalem, en gooiden palmtakken op de grond.
De vermelde Hoegaardse confrérie werd in 1631 gesticht, maar we mogen aannemen dat de traditie van deze palmprocessie ouder is. In de processie dragen de apostelen lange groene en bruine gewaden. Over hun schouder loopt een rode band met de naam van de apostel die ze uitbeelden en in hun handen houden ze zijn attributen. Merkwaardig en volks is zeker een metaalachtige schijf als aureool boven hun hoofd. De baar waarin het beeld staat opgesteld is met palm (buxus) bedekt. Kinderen vergezellen de optocht en dragen een palmpaas, een versierde stok waarop gebusselde groene takken. Ze mogen die blijkbaar te koop aanbieden aan de toeschouwers. Hun inkomsten komen niet ongelegen, want op het dorpsplein draait intussen de kermis. Het geheel mondt dus uit in een typisch Vlaams volksfeest.
| |
Christus aan de Schelde
Het passiespel ‘Christus aan de Schelde’ van Bert Peleman (1915-1995) werd in Mariekerke voor de eerste maal opgevoerd op 28 maart 1971 door de Cultuurkring De Meivis. Het toenmalige gemeentebestuur van Mariekerke had met de aanleg van een kleine kaai (intussen sterk gewijzigd) aan de kerkberm vlakbij de Schelde een uitzonderlijk decor gecreëerd.
De overtuiging van de auteur, samen met het enthousiasme van deze nieuwe groep, deden vlug elk scepticisme verdwijnen. Bij het succes van de eerste opvoeringen (1971) werd besloten het passiespel een traditie te geven. Dit werd bevestigd met de directe herhaling het daaropvolgend jaar. Dat jaar bracht de bevestiging van de culturele en volksgebonden waarde. Vanaf dan zou het spel om de drie jaar met groeiende inzet en belangstelling worden opgevoerd. Ook de internationale belangstelling groeide en leidde tot een verbroedering met wederzijdse bezoeken aan buitenlandse passiespelen.
De negende editie (1995) werd een nieuwe en wellicht de grootste ‘uitdaging’ sinds de traditie van het Mariekerkse passiespel. Vooreerst was er de wijziging in de periodiciteit van de opvoeringen, slechts om de vijf jaar i.p.v. om de drie jaar zoals in het verleden. Dit bracht mee dat er in het potentieel van het spelersbestand en mogelijk ook in de belangstelling omtrent het passiespel van Mariekerke, heel wat wijzigingen konden voorkomen. Om deze invloedrijke factoren positief te benaderen werden aanpak en opzet sterk gewijzigd. Naast de vernieuwde versie waarvoor Guido Van Doorslaer (regisseur) andermaal borg stond, waren er andere en meer acteurs. Met de volledige overkapping van de kaai werden alle zitplaatsen overdekt en werd de capaciteit opgedreven tot meer dan zeshonderd zitplaatsen voor negen opvoeringen. Op deze wijze werd de kans geboden
Een tafereel uit het Passiespel ‘Christus aan de Schelde’, in Mariekerke, geschreven door Bert Peleman, ‘Gij, zuiveren van hart, wees blij! En luister niet naar wie beweert in naam van God te spreken.’
aan meer dan vijfduizend toeschouwers het passiespel 1995 te laten beleven. Wat het spel zelf betrof, bleef het een streekgebonden en historisch getransplanteerde versie van het lijdensverhaal van Christus, geïnspireerd op de visie van Mariekerkes priester-dichter Jan Hammenecker (1878-1932) dat ‘dat alles hier gebeurd was’.
Het spel draagt de sfeer van de eeuwwisseling 1900 en de figuren uit het spel zijn ‘mensen van bij ons’: vissers, mandenvlechters, klompenmakers, visbewerkers, sjacheraars... Een bescheiden landelijk passieverhaal, gesitueerd in het Scheldeland, sober en eenvoudig, wars van alle theatraal gedoe.
Raf Joos
| |
Passiespel in Moortsele
Op Palmzondag 23 maart 1997 werd in Moortsele (deelgemeente van Oosterzele) het 23ste passiespel opgevoerd. Op acht hoge podia in de straten en op pleinen van dit Oost-Vlaamse dorp worden inderdaad sedert 1975 jaarlijks door zo'n driehonderd medewerkers het lijden en de dood van Jezus Christus aanschouwelijk weergegeven. De bedoeling is dat de toeschouwers langs een uitgestippeld parcours van ongeveer één kilometer van de ene plaats naar de andere trekken. Op regelmatige afstand staan namelijk grote decors opgesteld waarop de verschillende episodes uit het lijdensverhaal van Christus worden geëvoceerd: het laatste avondmaal, de hof van Olijven, het joodse verhoor bij Kaïfas, de verloochening van Petrus, het Romeinse verhoor bij Pilatus, de Kruisweg, de kruisiging en dood en de graflegging. Doordat de bezoekers mee op stap gaan, worden ze als het ware betrokken bij het gebeuren. Bij die verplaatsing klinken uit luidsprekers tussen de verschillende taferelen meditatieve bindteksten. Romeinse soldaten proberen de mensenmassa in goede banen te leiden. Aldus wordt de kruisweg overlo- | |
| |
pen. Het gebeuren eindigt in de St.-Amanduskerk. Daar is het graf van Jezus opgesteld en gebeurt de graflegging. Meteen kan dit slot uitgroeien tot een persoonlijke meditatie aan het begin van de Goede Week.
Volgens pastoor Norbert De Baere beheerst dit jaarlijkse passiespel het parochiale leven. Hij probeert heel het dorp erbij te betrekken. Een organiserend comité zorgt voor kledij, repetities, spelers, podia,
Het Passiespel in Moortsele. Dit tafereel stelt het Sanhedrin voor. De foto werd genomen in 1992.
technische uitvoering... en is het hele jaar actief. De leden ervan staan ten andere ook in voor enkele andere religieuze activiteiten, zoals een kerstevocatie, de rozenkransen sacramentsprocessie. Ook in 1998 vindt dit openluchtspektakel op Palmzondag plaats en zullen de inwoners van Moortsele opnieuw proberen dit diep-religieus mysterie aanschouwelijk uit te beelden.
| |
Passiespel in Oudenburg
Sinds 1986 leeft de stad Oudenburg om de twee jaar in de ban van het passiespel. Hiermee sloot de Arnoutstad weer aan bij een eeuwenoude traditie waarvan de wortels in de 15de eeuw terug te vinden zijn. Toen al toonde het broederschap van de twaalf apostelen aan de ingang van de lokale O.-L.-Vrouwekerk het smartelijke lijden en de gruwelijke dood van Jezus Christus.
Op 28 maart 1986 werd deze ‘draad weer opgenomen’ en voor de eerste keer het lijdensverhaal van Christus uitgebeeld door een tachtigtal volwassenen en kinderen. De werkgroep Impuls wilde, met sterke ondersteuning van het jongerenkoor Koriander, op Goede Vrijdag een sfeervolle boetetocht opzetten. Op verschillende (historische) locaties in Oudenburg werden de laatste levensdagen van Jezus Christus uitgebeeld. De kruisweg en kruisiging grepen plaats in en om de Onze-Lieve-Vrouwekerk.
Na de geslaagde eerste editie besloot de groep om tweejaarlijks een passiespel uit te werken, dit in samenwerking met het stadsbestuur en gesteund door meer dan dertig verenigingen uit Groot-Oudenburg en omstreken. Het spel wordt ondertussen gedragen door een 250-tal medewerkers uit alle lagen van de bevolking. Het geheel is geconcentreerd op twee (openlucht) locaties. Vooreerst is er de historische binnenkoer van de abdijhoeve waar de toeschouwers op een oosterse markt terecht komen. Daar gebeurt de intocht in Jeruzalem en het ‘Laatste Avondmaal’. Voor de andere scènes - van de gevangenneming van Christus tot Zijn kruisdood - dienen de toeschouwers zich te verplaatsen naar het abtsdomein waar zittribunes zijn opgetimmerd.
De organisatoren leggen er de nadruk op geen toeristische attractie of massaspektakel te maken, maar wel een getrouwe weergave te evoceren van Jezus' lijdensweg, in al z'n dramatiek en spankracht. Het wil een aanschouwelijke voorstelling zijn van een religieus gebeuren, dat tot bezinning uitnodigt. Kenmerkend voor het Oudenburgse Passiegebeuren dat om de twee jaar drie keer wordt opgevoerd (Palmzondag, Schorsenwoensdag en Goede Vrijdag) zijn de aangepaste belichting en sfeervolle muziekkeuze, de verantwoorde bijbelse kostuums en rekwisieten, professionele grime, de aansprekende vertolking met kernachtige bijbelteksten alsook het groots decor, opgesteld in het rustieke kader van de Oudenburgse abdijhoeve en -domein.
Rik Vermeersch
| |
Ommegang op Palmzondag in Tienen
In vele grote parochies in Zuid-Duitsland, Zwitserland en de Elzas was het ooit traditie om op Palmzondag de Blijde Intrede van Jezus in Jeruzalem uit te beelden. Dan werd er een processie gehouden en een palmezel met daarop een zegenende Christus rondgedragen. Dit beeld werd meestal vergezeld door twaalf apostelen en de kinderen. Ook hier in Brabant was dit gebruik bekend, o.m. in Zoutleeuw, Tienen, Diest, Leuven en Hoegaarden. Tijdens de Reformatie werden de meeste beelden vernietigd en de processies verdwenen, behalve in Hoegaarden. Al in 1529 organiseerde een ‘confrérie der apostelen’ in Tienen de plechtigheid van Palmzondag. Zij stapten vooraan in de palmprocessie, ‘het ezelken’ volgde en dan de kinderen met hun palmen, versierd met snoep en koekjes. In het ‘Hofken van Oliveten’ werden liederen gezongen en een mysteriespel opgevoerd. De kinderen brachten hun gewijde palmen naar vrienden en buren. In 1861 schafte de deken de processie af.
Oude bronnen vermelden dat het palmezeltje met de Christus erop al in 1635 werd vernietigd. De stad liet het beeld herstellen. Wanneer het dan juist verdween, is moeilijk te achterhalen.
Sinds Palmzondag 1997 heeft de St.-Germanuskerk in Tienen opnieuw een prachtig palmezelbeeld met daarop een zittende en zegenende Christus. Dit beeld werd door Frans Vandegaer, een Hoegaardse kunstenaar, met veel liefde en geduld uit oude Franse eik gemaakt.
Op Palmzondag wordt de palm in
De houten palmezel, gemaakt in 1997 door Frans Vandegaer voor Tienen.
de St.-Germanuskerk gewijd om 10.45 uur. Daarna trekt de ommegang met het palmezelbeeld doorheen het oude stadscentrum. Het beeld wordt vergezeld door de priesters, de parochieploeg, het genootschap van apostelen, de kinderen met palmen en vele andere gelovigen. Om 11.30 uur volgt dan de eucharistieviering.
Doorheen het jaar is dit zeldzame beeld te zien in de Barbarakapel in de linkerzijbeuk van de Sint-Germanuskerk aan de Veemarkt in Tienen.
Johan Dirickx
|
|