| |
| |
| |
Mark Delrue
De Passie van Duinkerke
La Passion de Dunkerque brengt een tachtigtal moderne kunstwerken samen rond het thema van kwaad en lijden gezien door Christus' lijden en opstanding. De tentoonstelling ging de wereld rond en is nu tot 19 mei te zien in Ieper.
Hallucinante beelden van een gewonde wereld op weg naar het Licht.
De Passie van Christus is het thema van een groots opgevatte tentoonstelling die n.a.v. de Vlaamse Kerkdagen naar Ieper kwam. De initiatiefnemer van La Passion de Dunkerque is Gilbert Delaine, ingenieur en werkleider van de technische dienst van de stad Duinkerke. In 1982 richtte hij het museum van hedendaagse kunst op vlak bij de scheepswerven van zijn stad. Wanneer een hartaanval hem in 1985 bijna fataal werd, besliste hij een thematische kunstcollectie samen te stellen rond het lijden van Christus. Deze verzameling kreeg de naam De Passie van Duinkerke, omdat Delaine daarmee de culturele achterstand van zijn stad en streek, getekend door industrie en havenkranen, wilde wegwerken en een impuls geven aan de culturele decentralisatie.
Delaine deed een beroep op hedendaagse kunstenaars uit binnen- en buitenland en gaf hun de opdracht een kunstwerk te creëren rond het thema van kwaad en lijden in de wereld, geïnspireerd door Christus'
Mario Prassinos, Lijkwade, 1974.
Sergio Ferro, Twaalfde statie van de Kruisweg (3de versie): Jezus sterft op het kruis, tweede deel van een triptiek, 1987.
lijden en opstanding. De tentoonstelling brengt een plejade van kunstenaars samen van vele nationaliteiten die allen in hun eigen stijl en met hun eigen techniek Christus' lijden symboliseren. Een tachtigtal kunstenaars, gelovigen en niet-gelovigen, zijn op het verzoek ingegaan en vertolkten hun persoonlijke visie op Christus' lijden, een onderwerp waarin men dikwijls artistiek ook het best zijn eigen tragiek kan projecteren.
| |
Grote namen
De tentoonstelling bevat grote namen uit de hedendaagse kunstwereld. Een aantal opvallende creaties zetten wij hier op een rij.
Van Rainer is er een houten kruis in zwaardvorm en met bonte kleuren overschilderd.
Castelli schildert een kruis dat hij scherp aflijnt met prikkeldraad en tussen drie kleurenvlekken inplant.
Uit een verfrommeld doek dat Kinjo opdraagt aan de slachtoffers van folterpraktijken, straalt het gelaat van Christus: nauwelijks gesuggereerd, maar van een intense diepte.
Ook Prassinos neemt de lijkwade als uitgangspunt. Gesloten ogen, een mond die een glimlach laat vermoeden. Alles is somber gekleurd en toch is het beeld sereen, gelaten.
Een doek van Ferro. Op donkerbruine achtergrond een uitgestrekte arm, gebogen hoofd. Een symbool van uiterste vernedering.
Een houten compositie van Arman: Christus en de twee moordenaars, voorgesteld met verkoolde violen op houten plank.
Sandorfi toont de voeten van een gekruisigde in de heel verfijnde stijl van het surrealisme.
Ook enkele werken van gestorven kunstenaars werden in de tentoonstelling opgenomen, zoals een kruis in terracotta van Fontana, een calvarie in bomen van de reeds genoemde Prassinos en een Christushoofd van Warhol (afgedrukt op de omslag van de catalogus).
Hughes en Spoerri bewerken met een eigen persoonlijke techniek oude klassieke
Andy Warhol, Christus, 1986.
| |
| |
werken, ter verheerlijking, ter ontluistering.
Hernandez Gainon, Desgrandschamps, Corpet tekenen vaag omlijnde contouren. De hevige kleurengamma doet aan de fauvisten denken.
Aricks, Aubert, Baselitz, Fetting, Franta, Garwood, Koberling, Lemos, Paladino, Rocher zoeken naar een vervorming, nu eens door een tegennatuurlijke beweging,
Ian Hughes, Kruisafneming naar Caravaggio, 1988.
dan weer door een zware penseeltrek, zodat zij soms doen denken aan Schiele, Rouault of Bacon.
Chu Teh Chun schept in een indrukwekkend retabel een wereld van duisternis rond het kruis, onder de droevige en discrete blik van Jezus' Moeder. Zij staat er discreet verborgen bij als getuige van het universele lijden. Het is de hulde van een hedendaagse kunstenaar aan een meester van het verleden, Grünewald. De figuur van Maria vertolkt hier de hoop op solidariteit. Tegenover het noodlot van de dood laat zij de Lijdende niet in de steek.
Bij Cane, Courmes, Franck en Corpet vind je karikaturale trekken. Het groteske moet bijdragen tot de ironie van een dramatisch effet.
Arnal en Charpentier doorklieven het doek met druipende verf. Hiermee wordt een mislukking geëvoceerd.
Christoforu is een meester in het vertolken van beweging, actie, omwenteling bij Jezus' dood. Castelli, Ferrato, Messagier en de Chalvron laten verrijzenis vermoeden. In tegenstelling met vele andere kunstenaars raken zij de verlossingsdimensie van het drama aan.
De Oost-Europese Ljuba schildert een Christus die ten hemel vaart in een apocalyptisch decor.
| |
Manessier
Geïnspireerd door Johannes van het kruis, schildert Manessier in een niet-figuratieve taal het Licht door de nacht heen. Hij behoort tot de christelijk-geïnspireerde schilders, omdat hij in zijn oeuvre de christelijke hoop vertolkt in harmonie met de lijdende mens.
Manessier gelooft dat hoop zich een weg baant door de wanhoop heen. Radeloosheid is een verraad aan het leven. Voor hem is de schilderkunst een heilsmiddel. Daarbij omzeilt hij twee gevaarlijke klippen van de hedendaagse kunst: de euforische reklamekunst die het leven als een aards paradijs verheerlijkt, en die andere, die een tragische kreet is van non-sens en absurditeit. Zijn kompas is gericht op een boodschap die het leven huldigt midden een wereld waarin lijden troef is, en resulteert in een kunst vol tragisch optimisme. Naar het voorbeeld van Christus, is het leven niet alleen een lijdensweg, maar terzelfdertijd een Alleluia en een Pinksterfeest. De wereld overvol van lijden is een ononderbroken kreet om hulp. Maar voor een christen moet de kreet zo klinken dat hij uitmondt in een lied van bevrijding. In elk menselijk drama trilt de passie van Christus
| |
Het stro is warmer
in sourdine mee. Zijn kruis kleeft aan het diepe lijden van deze tijd. Manessier schildert menselijk lijden tot een christelijk getuigenis. Zijn series doeken ‘Passions’ en ‘Hommages’ vormen zijn persoonlijke manier van meeleven met de slachtoffers van alle dramatische gebeurtenissen, het geweld en de terreur van deze tijd. Geraakt tot in het diepst van zijn ziel laat hij zich door al deze signalen bevragen.
Mariano Hernandez, Passie, 1988.
| |
| |
Naar aanleiding van een tentoonstelling omtrent ‘La Passion’ in Lyon in 1988, vertelt hij hoe hij het geloof ontdekte na een retraite in een trappistenklooster in 1943. Het heeft hem nooit meer verlaten en zijn leven totaal veranderd. Zo onderging ook zijn kunst een grondige gedaanteverandering als gevolg van die innerlijke transfiguratie. ‘In mijn hart hebben vrede en hoop hun intrek genomen, ofschoon ik niet blind ben voor de tragiek van deze tijd,
Michel Aubert, Grote zwarte Christus, 1986.
integendeel’. Het is zijn diepste wens dat muziek en schilderkunst elkaar vinden. Kleur en beeld wil hij versmelten tot een muzikaal lied, non-figuratief, zoals het geroep van de massa in de Mattheuspassie: een muziek die bezinkt tot vrede door de droefheid heen. Op die wijze wil Manessier Jezus' passie vertolken.
| |
Een evaluatie
De tentoonstelling in haar geheel laat een diepe indruk na. Maar laten wij ieder misverstand voorkomen. Het dient gezegd dat bij een aantal kunstenaars het lijden van Christus enkel functioneert als referentiepunt en dat aan het kruis door hen alleen een symboolwaarde wordt toegekend.
Een aantal aspecten willen wij onderstrepen:
- | De meeste schilders blijven steken in het dramatische van Christus' lijden. In tegenstelling tot dichters en schrijvers, peilen ze vrij zelden de verlossingsdimensie van het drama. De lijdende Christus zal altijd kunstenaars boeien, is het niet als Verlosser, dan toch als een mens die onrechtvaardig werd veroordeeld tot de smadelijkste dood. |
- | Ieder met zijn eigen aanvoelen en zijn eigen werktechniek, de een al beter dan de andere, klaagt het onmenselijke lijden van onze tijd aan. |
- | Een aantal kunstenaars, opgesloten in zichzelf en in eigen onmacht, vertolken vaak niets anders, zoals zovelen in onze tijd, dan het narcistische spel van de traumata waarmee ze zelf behept zijn. |
Louis Cane, Passie volgens Lucas, 1986-1987.
- | Enkelen slagen erin het contrast te onderstrepen tussen de verblinding van het geweld en de boodschap van Christus' verrijzenis. |
De meesten van deze kunstenaars situeren zich in de stroming van het nieuw realisme. De stijl en de inspiratie van deze moderne werken staan echter heel ver af van de stijl en de inspiratie die eens de roem waren van de oude meesters rond hetzelfde thema. Er gaapt een afgrond tussen een kruisiging van Van der Weyden en die van Christoforou of Pelayo. Religieuze kunst zoals voorheen? Niet helemaal of helemaal niet. Zij vertolken het dramatisch moment van het Lijden van Christus uit hun zeer persoonlijk subjectief aanvoelen van tegenslag en tragedie. Dat is hun sterkte maar tevens hun zwakheid. Veeleer dan een geloofsgetuigenis is het een roep van het gewonde hart. Deze werken vereisen een geoefend oog, een open geest en een niet overhaaste benadering. Een vereenzelviging met deze kunstcreaties is noodzakelijk en wekt de verbeeldingskracht van de toeschouwer op. In elk geval is met deze tentoonstelling het bewijs geleverd dat het religieuze erfdeel een rijkdom blijft waarin vele artiesten, die niet allen gelovig zijn, durven putten.
De grote verdienste van deze tentoonstelling is dat zij nieuw is in haar thematische aanpak. In de moderne kunst werd het thema van Christus' Passie nooit eerder zo uitvoerig getoond. Ook nieuw in de religieuze inspiratie? Denkend aan Matisse in de kapel van Vence, vol evenwicht, zuiverheid of rust, of aan de glasramen van Chagall in de Synagoge van het Hadassahhospitaal in Jeruzalem, is de tentoonstelling van Duinkerke al een goede stap. Maar de weg is nog lang. Wie de aandacht kan opbrengen zal er kunstwerken ontmoeten, veeleisend, krachtig en af en toe profetisch. Hallucinante beelden van een gewonde wereld op weg naar het Licht. Maar dan een kunsttentoonstelling, is het een bezinning op het lijden en een uitnodiging tot hoop. Deze collectie heeft thans een wereldtournee achter zich: Taiwan, Tokyo, de Verenigde Staten, Mexico en ook enkele landen in Europa.
Nog dit jaar vinden deze kunstwerken een definitieve ankerplaats in de crypte van de kathedraal van Rijsel. De initiatiefnemer droomt ervan deze nieuwe huisvesting tot een plaats te maken van tentoonstelling, bezinning en muziek.
H. de Chalvron, Verrijzenis van Christus, 1988.
| |
| |
| |
Muziek en poëzie
Niet alleen beeldende kunstenaars werden in het project betrokken. Ook in de muziek en de literatuur moest het thema van kwaad en lijden in de hedendaagse wereld tot uitdrukking komen. Aan toondichter Pierre Ancelin werd gevraagd een Passie-oratorium te componeren, een niet eenvoudige opdracht in een eeuw die, afgezien van het werk van Penderecki, niet zo rijk is aan Passie-oratoria. Het werk is opgebouwd uit tien taferelen naar de Latijnse tekst van het Johannes-evangelie en de Franse teksten van dichter Raphaël Cluzel. Filius Hominis werd voor het eerst te Rome uitgevoerd in de barokke St.-Ignatiuskerk tijdens de Goede Week van 1989.
Op een klavertjevier, in een Brusselse tuin gevonden op een vierde maart en, naar goede geplogenheid, bewaard in een missaal
(in rode gewaden: voor drie instrumenten)
kwetsbaar voor tong en tand
van grazende en gebekte dieren
ik redde 't en het klaverblad
steekt tussen blad en blad
rode gewaden vraagt de wet
een gift van mijn vriendin Amett
ik denk nog graag aan haar
het klaverblad van vieren.
Dat zijn met de vier blaadjes van
mijn tijd lang zal bewaren
voor altijd in 't brevier
het ongeschonden klaverblad
en kijk uit waar uw schoenen
De catalogus van de expositie, een kunstboek dat eveneens in het Engels werd uitgegeven, omvat naast heel mooie afdrukken van de tentoongestelde werken, een florilegium van poëtische en religieuze teksten over kwaad en lijden. Het gaat om beschouwingen van dichters en schrijvers die op een bepaald ogenblik in hun leven daarover vragen hebben gesteld. In tegenstelling tot de geëxposeerde werken raken zij dieper de verlossingsdimensie van dit drama. De teksten zijn o.m. van Jean Bernard en van de Arabische dichter Mohamed Aziza. Bij enkele auteurs steken de romantische en archaïsche teksten wel schril af tegen het vernieuwende van de hedendaagse beeldende kunstenaars.
| |
Christelijke kunst: voorbij de schreeuw
De christelijk geïnspireerde kunstenaar overtuigt slechts als hij de tragiek van onze tijd in zijn werk weerspiegelt, maar haar tevens in de bedding brengt van rust en van verinnerlijkt en beleefd geloof. Hedendaagse kunstenaars leunen dichter aan bij de getormenteerdheid van El Greco dan bij de innerlijke rust van Fra Angelico.
En toch steekt er in de kunst vandaag meer christelijke inspiratie dan wij vermoeden. De kunstenaar vertrekt nu meestal van het verscheurde, gekwetste lichaam, de kwetsbaarheid van de mens. Ook de bijbel aarzelt niet om de radicale kwetsbaarheid van de mens in evidentie te
| |
| |
stellen: de kwetsbaarheid van Job, bovenal de kwetsbaarheid van Christus aan het kruis.
Hedendaagse artiesten scheppen vaak beelden die een schreeuw vertolken, als het spontane antwoord op verschrikking. Ook in de christelijke ervaring is de schreeuw een wezenlijk element.
Ik roep overdag, mijn God, en U antwoordt niet,
Alfred Manessier, Passie volgens Johannes, 1988.
en in de nacht, maar ik vind geen rust.
...
Mijn kracht is als een potscherf verpulverd,
mijn tong kleeft aan mijn gehemelte vast.
U hebt mij neergelegd in het stof van de dood.
(Psalm 22, 3 en 16)
De Hebreeënbrief vertelt dat Christus luid geroepen heeft tot Hem die zijn leven kon redden. En in de Romeinenbrief lezen we: Wij weten immers dat de hele schepping kreunt en onder barensweeën lijdt, nog altijd (...) maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. (8, 22 en 26).
Is dit christelijke kunst voluit? De hedendaagse kunst blijft hangen in de schreeuw. Christelijke kunst voluit is doorheen de kreet een antwoord vermoeden.
Toen het zesde uur aangebroken was, viel er duisternis over het hele land, tot aan het negende uur. Op het negende uur riep Jezus met luide stem: ‘Eloi, Eloi, lama sabachtani?’ Dat betekent: Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij in de steek gelaten? Sommige omstaanders die het gehoord hadden, zeiden: ‘Hoor, Hij roept Elia!’ Een van hen rende weg, doopte een spons in wijn, stak die op een rietstok en wilde Hem te drinken geven. ‘Laten we eens kijken of Elia Hem eraf komt halen’, zei hij. Maar Jezus had, na het slaken van een luide kreet, de geest gegeven. Het voorhangsel in de tempel scheurde van boven tot beneden in tweeën. Toen de centurio die tegenover Hem stond, zag dat Hij op deze manier de geest gaf, zei hij: ‘Inderdaad, die man was de Zoon van God.’ (Mc. 15, 33-39).
John Christoforou, Kruisiging, 1987.
Deze evangelietekst is de sleutel van de christelijke kunst. Doorheen een geslaakte kreet van sterven volgt een getuigenis dat Pasen aankondigt. Christelijke kunst is zo geloven in de Verrijzenis dat men het zwarte kruis in de ogen mag zien. Het is de kaalheid, de naaktheid, de dramatiek van Goede Vrijdag doorstaan, omdat men weet dat de stervende man aan het kruis Messias is, bron van Paaslicht.
|
|