Samenstelling Edmond Ottevaere en Piet Thomas
Transit
In deze rubriek publiceren we ‘literaire’ vertalingen in het Nederlands van goede gedichten uit andere talen. Het is o.m. de bedoeling het vertalen van gedichten te stimuleren en daarom kunnen vertalingen ter selectie ingestuurd worden naar het redactiesecretariaat. Ieder vertaald gedicht moet vergezeld worden van een fotocopie van het oorspronkelijke gedicht en van de bibliografische gegevens van de bundel of het boek waaruit het genomen werd.
Roman
I.
On n'est pas sérieux, quand on a dix-sept ans.
- Un beau soir, foin des bocks et de la limonade,
Des cafés tapageurs aux lustres éclatants!
- On va sous les tilleuls verts de la promenade.
Les tilleuls sentent bon dans les bons soirs de juin!
L'air est parfois si doux, qu'on ferme la paupière;
Le vent chargé de bruits, - la ville n'est pas loin, -
A des parfums de vigne et des parfums de bière...
II.
- Voilà qu'on aperçoit un tout petit chiffon
D'azur sombre, encadré d'une petite branche,
Piqué d'une mauvaise étoile, qui se fond
Avec de doux frissons, petite et toute blanche...
Nuit de juin! Dix-sept ans! - On se laisse griser.
La sève est du champagne et vous monte à la tête...
On divague; on se sent aux lèvres un baiser
Qui palpite là, comme un petite bête...
III.
Le coeur fou Robinsonne à travers les romans,
- Lorsque, dans la clarté d'un pâle réverbère,
Passe une demoiselle aux petits airs charmants,
Sous l'ombre du faux col effrayant de son père...
Et, comme elle vous trouve immensément naïf,
Tout en faisant trotter ses petites bottines,
Elle se tourne, alerte et d'un mouvement vif...
- Sur vos lèvres alors meurent les cavatines...
IV.
Vous êtes amoureux. Loué jusqu'au mois d'août.
Vous êtes amoureux. - Vos sonnets La font rire.
Tous vos amis s'en vont, vous êtes mauvais goût.
- Puis l'adorée, un soir, a daigné vous écrire...!
- Ce soir-là,... - vous rentrez aux cafés éclatants,
Vous demandez des bocks ou de la limonade...
- On n'est pas sérieux quand on a dix-sept ans
Et qu'on a des tilleuls verts sur la promenade.
Arthur Rimbaud
Roman
I.
Je bent niet echt serieus als je zeventien bent.
- Op een avond, beu van pilsjes en van limonade
en de luide cafés van lusters schitterend...
- Je loopt onder de linden van de promenade.
De linden in de juniavond geuren fijn.
De zoetheid in de lucht doet je ogen sluiten.
De wind vol van geluiden - de stad is dichtbij -
brengt wingerdgeuren aan die ook naar bier gaan ruiken.
II.
- Zie, daar ontdek je een lap, een lapje maar,
somber azuur, omschaduwd door een takkenrank,
bevlekt door een kwade ster die oplost stilaan,
met een zacht ruisen, onooglijk en heel blank.
Juninacht! Zeventien! - Je laat je wat bedwelmen.
't Levenssap is schuimwijn en benevelt je geest.
Je kletst uit de nek; aan je lippen voel je wellen
een kus die daar natrilt als een piepklein beest.
III.
Je hart op drift Robinsont door heel wat romans,
- wanneer in het licht van een zwakke gaslantaren,
passeert een juffie met maniertjes maar charmant,
boos belommerd door de stijve boord van haar vader.
En omdat zij ze zo ontzettend naïef vindt,
terwijl ze voorttrippelt op haar smalle bottines,
keert zij zich om, kwiek in een plotse beweging...
- Op je lippen sterven dan de cavatines...
IV.
Je bent verliefd. Je gaat slaafs in op al haar luimen.
Je bent verliefd. - Je verzen wijst Ze lachend af.
Al je vrienden gaan weg, je bent niet meer te pruimen.
- Dan op een avond schreef ze jou een brief, die schat.
- Die avond... - word je weer in die cafés verwend,