Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 44
(1995)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermdVaria• Standaard-gidsenUitg. Standaard-uitgeverij, Belgiëlei 147 A, 2018 Antwerpen, 1994/1995, overvloedig geïll., veelkleurendruk, 230 × 120 mm, ca. 350 à 460 blz., soepele band, per deel ca. 1000 à 1300 fr. - De reisgids: een onpretentieus genre waarvan je vooral zorgvuldige en goed bruikbare informatie verwacht. Deze nieuwe stadsgidsen (concept van Gallimard) bieden onvoorstelbaar meer, - ze zijn een feestelijke verrassingsreis in de steden die worden voorgesteld. De grafische vormgeving in het handige zakformaat (de eerste kennismaking) is verrukkelijk, het illustratiemateriaal van een rijke diversiteit. Er is actuele kleurenfotografie, historische fotografie, plannetjes, architectuurontwerpen, nieuwe tekeningen van historische gebouwen, reprodukties van schilderijen en grafiek, affiches, uithangborden, tegeltjes in oude huizen, mode, portretten, foto's van gebruiksvoorwerpen, café-interieurs en traditionele schotels... Al deze kaartjes, prenten, foto's zitten in een zo boeiende en plezierige lay-out die verrast op elke bladzijde zonder dat overzichtelijkheid en gebruikscomfort eronder lijden. Ook de typografie is afwisselend en van een grote originaliteit. Alles juist in functie van gemakkelijke raadpleegbaarheid. Inhoudelijk krijg je informatie die je in reisgidsen nooit vindt. In Amsterdam bijv.: de vissen, vogels en bloembollen die voorkomen in de stad en omgeving; het ontstaan van de Nederlandse taal; een bloemlezing van herinneringen aan Amsterdam van bekende schrijvers (van Camus, Huxley, Descartes tot Boon, Mulisch en Kundera); de verschillende types van grachtenhuizen... Het is vooral de verfrissende originaliteit van de gidsen die aanspreekt en die je als reiziger nog voor je op stap bent, een wind van enthousiasme meegeeft. In de gids van Venetië is er een hoofdstuk gewijd aan het beroemde Canal Grande. Hier moetje het boek horizontaal gaan lezen; over dertig pagina's loopt in het midden het ‘kanaal’ met aan beide ‘oevers’ afbeeldingen met commentaar van wat er aan gebouwen te zien is. De gidsen werden gedrukt in zeven kleuren en op verschillende soorten papier. Thans zijn de volgende titels beschikbaar: Amsterdam, Venetië, Londen, Istanbul, Florence, Wenen, Thailand, Marokko, Praag; in 1995 verschijnen nog Bretagne, Rome, Athene, New York; Egypte, de Provence, Parijs (restaurants). Dit zijn gidsen die je reisplezier verdrievoudigen, - voor, gedurende en na de reis; ze bestendigen niet alleen iets van je reisherinneringen, maar ook iets van je verwondering, je verrassing, je plezier onbekende dingen te hebben ontdekt. Zoals dat winkeltje in Venetië, het enige in Europa allicht, waar je nog marmerpapier kunt krijgen dat in een eigen ambachtelijk atelier gemaakt is. K.v.D. | |
• Marjan Buyle & Anna BergmansMiddeleeuwse muurschilderingen in Vlaanderen, uitg. Ministerie Vlaamse Gemeenschap, Bestuur Monumenten en Landschappen, Zandstraat 3, 1000 Brussel, 1994, M & L cahier 2,297 × 210 mm, 350 kleurenillustraties, 208 blz., genaaid 1200 fr. - Het is maar goed dat via dergelijke uitgaven de ‘donkere’ middeleeuwen steeds meer van hun ‘licht’ blootgeven. Immers deze middeleeuwse produkten van de schilderkunst verdienen het meer bekendheid te krijgen. Wat in dit boek aan muurschilderingen getoond wordt, is - spijts de 350 kleurenillustraties - maar een gedeelte van de werkelijke produktie. Heel wat is door brand, verwoesting, slechte restauratie verloren gegaan en heel wat zit nog onder kalk of overschilderingen verborgen. Deze muurschilderingen hadden niet enkel een esthetisch versierende functie, ze waren ook de beeldentaal voor de meestal ongeletterde middeleeuwse mens. Via deze schilderingen werden de (in hoofdzaak) bijbelse verhalen gevisualiseerd. Tijdens de contrareformatie (15de-16de eeuw) werden deze taferelen op muren en gewelven vaak als té volks bedekt met kalk of verflagen. De herontdekking dateert uit de 19de en 20ste eeuw en (vaak) na ingrijpende restauratie gaan ze weer voor onze ogen schitteren. Dit cahier bestaat uit vier onderdelen: deel 1 heeft het over de materialen (de drager, de pleisterlaag, de grondlagen, de verflagen...), technieken en restauratie; deel 2 is gewijd aan het kunsthistorisch onderzoek. In deel 3 maken we kennis met de grafschilderingen als een aparte vorm van muurschilderingen en het 4de deel is een gids (van meer dan 100 blz.), waarin een keuze van een 50-tal taferelen of ensembles wordt besproken: we starten in Aalst over Antwerpen, Brugge, Brussel, Genk, Gent, Hasselt... tot Zoutleeuw. Dit uiterst boeiend boek wordt afgesloten met een verklarende woordenlijst en een bibliografie. R.D. | |
• Ivo Adriaenssens (corpus) & Geert Bekaert (inleiding)Gebouwen om naar te luisteren. Veertig Vlaamse monumenten met muziekgeschiedenis, uitg. Lannoo/Tielt, 1994, 310 × 250 mm, geïll. met kleuren- en zw.-w.-foto's, 264 blz., gebonden 2450 fr. - Na een erg aansprekende inleiding van prof. Geert Bekaert, waarin hij o.m. de lotsverbondenheid van muziek en architectuur diepgravend ontleedt, neemt journalist Ivo Adriaenssens het van hem over en presenteert veertig muziekpaleizen uit het Vlaamse land. Concertmuziek beluisteren in de open lucht kan bij mooi weer wel aangenaam zijn, maar houdt toch meestal heel veel gevaar in voor storing (van de wind en andere nevengeluiden...). Vandaar dat muziek(uitvoering) in een gebouw meer voor de hand ligt. De combinatie muziek en architectuur is vanzelfsprekend. Heel wat composities werden/worden dan ook geschreven om in een ‘zaal’ uitgevoerd te worden. Zo hebben de twee kunsten mekaar beïnvloed. In onderhavig boek nu wordt aan veertig dergelijke muziektempels volle aandacht besteed. Achtereenvolgens komen zo aan bod: middeleeuwse ziekenhuizen (Gent, Antwerpen, Brugge), kathedralen en hoofdkerken (Tongeren, Antwerpen, Gent, Brussel, Leuven, Mechelen), stadhuizen (Brugge, Brussel, Gent, Leuven, Oudenaarde), begijnhofkerken (Sint-Truiden, Leuven, Diest, Lier), jezuïetenkerken (Antwerpen, Leuven, Brugge), kunstenaarsateliers (Antwerpen), kastelen (Alden Biezen, Heks, Leeuwergem, Ooidonk, Wannegem-Lede), aristocratische concertzalen (Brussel), opera's (Antwerpen, Brussel, Gent), stadsschouwburgen (Brugge, Ieper, Kortrijk, Leuven) en koninklijke gebouwen (Brussel, Laken). Door de boeiende teksten van Adriaensens gaan die gebouwen leven voor onze geest. Naast de beschrijving van de muziekruimtes komen telkens ook nog heel wat andere facetten van de muziekwereld en zelfs daarbuiten in aanmerking. Een onvolledige opsomming: beiaardiers en hun instrumenten, Gregoriaans gezang, Vlaamse polyfonie, stadsmuzikanten, de regel van de begijnen, kerkelijke kunstschatten, de jezuïetenorde in Vlaanderen, de orgel- en clavecimbelbouwers, muziekdrukkers, de tuinierskunst, concertexperimenten, virtuozen, enz. Werkelijk een boek om u tegen te zeggen, ook qua grafische vormgeving en keuze van de illustraties. Het getal 40 uit de titel betekent geenszins dat er maar 40 muziektempels zijn. Heel wat actuele ‘muzikale gebouwen’ werden niet besproken, maar het is te begrijpen dat de auteur een keuze moest maken. R.D.
De recensies werden geschreven door: K.v.D.: Karel van Deuren R.D.: Robert Declerck |
|