Dichters maken de duisternis lichter
Fernand Bonneure
In Varsenare bij Brugge, waar de Vlaamse klank- en braillebibliotheek gevestigd is, bestaat sinds 25 jaar het Bezigheidshome Licht en Liefde Heem. Deze verjaardag werd in Brugge gevierd in oktober 1994 met een feestzitting en een merkwaardige tentoonstelling in de stadsbibliotheek. Deze tentoonstelling, getiteld ‘Licht in het donker’ was en is in nog andere Vlaamse steden te zien. Tijdens de opening van deze tentoonstelling, fris en keurig opgeluisterd door Eric Neels, gitaar en Alain Rooryck, bassist werd een heel zwak optreden genoteerd van Kurt van Eeghem, die kennelijk van alles en vooral van zichzelf een soort show wil maken. Stukken beter is de eigenlijke expositie ‘Licht in het donker. Teksten van schrijvers over blindheid, over zien en niet zien, over donker en licht’.
De Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges, die na een ongeval langzaam blind werd, zei dat blindheid ‘voor hem geen volledig ongeluk geweest was en dat men dit zeker niet pathetisch moest beschouwen; het is gewoon een levenswijze als een ander.’ De bibliothecaris van de Klank- en Braillebibliotheek An Termote bedacht een originele formule. Zij schreef een hele reeks Vlaamse schrijvers aan en vroeg hen een tekst of een gedicht over zien en niet zien. Vijfentwintig schrijvers antwoordden o.a. Leo Pleysier, Ward Ruyslinck, Charles Ducal, Willem Vermandere, Herman de Coninck, Christine D'haen, Robin Hannelore, Ivo Michiels, Marcel van Maele, Bart Vonck, Gwij Mandelinck, Anton van Wilderode, Willy Spillebeen. Hun teksten werden gekalligrafeerd door Elmo van Slingerhand (Rotterdam), Sofie Verscheure (Brugge) en Brody Neuenschwander (Brugge). en ingelijst in de tentoonstelling getoond. Elf van de teksten werden ook op glas gezandstraald en in reliëf op zwart doek omgezet, zodat ze ook betast konden worden. De gekalligrafeerde teksten werden bovendien gedrukt en gebundeld in een genummerde bibliofiele publikatie en verzameld in een (symbolische) zwarte doos.
In dit heem wordt door blinden en slechtzienden allereerst gewoond. Daarnaast wordt er in verschillende ateliers gewerkt: stoelvlechten, koken, bakken, naaiatelier, tuinieren, zeefdruk, houtbewerking, weefateliers, creatief atelier (klei), industrieel werk (vouw- en inpakwerk), toneel, beweging. Blind zijn of slecht zien: niemand kan precies zeggen wat het is. Zelfs een compleet zwart schilderij leert ons niets over het niet-zien. Voor Borges was niet-zien niet de totale duisternis, maar eerder een soort mist; hij verlangde naar het donker om te kunnen slapen. Voor deze mensen is de taal een enig vervoermiddel en is een expositie als deze een buitenkans, omdat zij in voeling treden met teksten van dichters... In het verhaal van Sigmund Freud zei het kleine meisje dat bang was in het donker: ‘Spreek tegen mij; dan wordt alles lichter’. Een greep uit wat Vlaamse schrijvers in deze expositie lieten zien:
- | De dingen zijn echt, de mensen van horen zeggen (Leo Pleysier). |
- | Ik heb de indruk dat driekwart van de mensen niet kunnen zien (Ward Ruyslinck). |
- | De ziel ziet niet alleen met het oog van het lichaam (Christine D'haen). |
- | Je bent hoe dan ook uit het zicht verdwenen, maar hoe je kijkt in mij! (Bart Vonck). |
- | De mensen enkel horen en vermoeden (Anton van Wilderode). |
- | De dingen zijn hun buitenkant en ik kijkdier achter glas (Willy Spillebeen). |