| |
Uit het leven van kunsten en letteren
Gelieve uw berichten voor deze rubriek te sturen aan het Redactiesecretariaat van het tijdschrift ‘Vlaanderen’, ‘Ter Hoogserleie’, Hondstraat 6, 8700 Tielt. Fax: 051/40.81.64. Om in aanmerking te komen voor publikatie in het volgend nummer 247 (sept.-okt. 1993) moeten de berichten ons bereiken vóór 15 augustus 1993. Met dank voor uw medewerking.
| |
• Antwerpen
Het Prov. Museum voor Kunstambachten Sterckshof (Hooftvunderlei 160, 2100 Deurne (03/324.02.07 - 324.71.76) is opnieuw open voor het publiek, nadat het werd omgebouwd tot een Zilvercentrum. Centraal in de geïntegreerde werking van het provinciaal museum Sterckshof - Zilvercentrum staat de materie zilver, die historisch, educatief en sociologisch wordt benaderd. Daarnaast wordt aandacht besteed aan tin als het ‘zilver der armen’. Bovendien houdt de heroriëntatie van het museum rekening met de concrete situatie van het gebouw, waarvan de toegankelijkheid wordt verbeterd en de ‘romantische’ aantrekkingskracht optimaal wordt gevaloriseerd. Het nieuwe profiel en het beleid van het Zilvercentrum kan in vier duidelijke boodschappen worden vertaald: - het Zilvercentrum is een kasteel in een park, daar het kasteel Sterckshof niet los kan gezien worden van het Provinciaal Domein Rivierenhof - het zilvercentrum is een levend(ig) museum (toepassing van zilver in industrie en sierkunsten, tijdelijke tentoonstellingen, basisatelier voor de uitwerking van educatieve projecten zoals restauratie van zilveren voorwerpen) - het zilvercentrum is een ontmoetingsplaats (workshops voor wetenschappers en jonge edelsmeden en restaurateurs op international niveau) - het Zilvercentrum is een documentatiecentrum (bibliotheek voor kunstambachten, aanschaf van uitgaven over zilver en tin, openbare leeszaal, maximale dienstverlening met PC-bestand van de boeken).
- | Tot 30/9 kan men (gratis) van zonsopgang tot zonsondergang de tentoonstelling ‘Beelden in de parkdreef’ in het Provinciaal Domein Rivierenhof, Turnhoutsebaan 246, 2100 Deurne gaan bekijken. De vernieuwde parkdreef telt negen sokkels waarop een beeldhouwwerk kan geplaatst worden. Naar aanleiding van ‘70 jaar Rivierenhof’ worden, onder de vorm van een tijdelijke tentoonstelling, een aantal sculpturen opgesteld. De bezoeker kan zich hierdoor een idee vormen hoe het Rivierenhof er in de toekomst zal uitzien. Met uitzondering van het ‘Staand Vrouwelijk Naakt’ van Rik Poot, dat in bruikleen gekregen werd van de Vlaamse Gemeenschap, zijn alle beeldhouwwerken ter beschikking gesteld door de kunstenaars zelf. De stichting ‘Helan-Arts’ vzw. legde de contacten en selecteerde de kunstenaars. Henri Lannoye, zelf beeldhouwer, is de grote bezieler achter deze vereniging, die zich tot doel stelt de kunstenaars en hun monumentale kunstwerken te promoten, ondermeer in de richting van het bedrijfsleven. Het hele jaar door zijn werken te bezichtigen in het beeldenpark van de stichting, Luipegem 77 in Bornem (Klein-Brabant). Info: 03/889.01.69. De aanwezige kunstwerken zijn: ‘Staand Vrouwelijk Naakt’ - brons, Rik Poot / eigendom Vlaamse Gemeenschap - in bruikleen - ‘Totem’ - beton en staal, Charlotte Marchal, Waversesteenweg 177 - 1050 Brussel - ‘Tweeiseen’ - staal, Hilde Van Sumere, Hoogstraat 31 - 1650 Beersel - ‘Sunrise’ - polyester en pleister, Etienne Desmet, Visserij 108 - 9000 Gent - ‘Froissé’ - beton, Robert Cahay, Rue Maurice Dechêne 29 - 4340 Othée - ‘Colonne’ - staal, Serge Gangolf, Chemin de Chaffour 50 - 4800 Lambermont - ‘Elemental’ - staal, Denise Toby, Tervuursesteenweg 72 - 1410 Waterloo - ‘Sanka’ - beton, Sabine Pintelon, Beukenstraat 47 - 1502
Lembeek - ‘Adonis’ - eik, Jacky De Maeyer, Luchthavenstraat 17 - 8400 Oostende - ‘Mercurius’ - brons, Henri Lannoye, Luipegem 77 - 2880 Bornem en ‘Luciferase’ - polyester, Gretl van Buggenhout, Gen. Capiaumontstraat 83 - 1040 Brussel. |
- | Van 24/6 tot en met 19/9 kan men in het Prov. Museum voor Fotografie, Waalse Kaai 46, 2000 Antwerpen (tel. 03/216.22.11) dagelijks (gratis) terecht van 10 tot 17 uur voor de tentoonstelling ‘Jonge Helden: actuele Belgische Kunstfotografie’. Wat aanvankelijk slechts bedoeld was als een enigszins ironische werktitel voor een groepstentoonstelling met werk van enkele hedendaagse Belgische fotografen die bij de beeldende kunsten aanleunen, bleek mettertijd ook zinvol genoeg om ook definitief te worden behouden. Het begrippenpaar ‘Jonge Helden’ draagt een tragische tegenspraak in zich. Het suggereert immers tegelijkertijd overwinning en nederlaag. Deze ambiguïteit herkent men ook in het werk van vele hedendaagse fotografische kunstenaars. Met voorheen nooit geziene bravoure hanteren zij hun medium. Ruimtelijke installaties, ongebruikelijke presentatievormen, extreme formaten,... het lijkt wel of alle begrenzingen werden opgeheven. Concentreert men zich evenwel op de inhoudelijke aspecten van hun werk, dan slaat de triomf om in vertwijfeling. De omgang met de werkelijkheid, met de mensen en de dingen, blijkt meer dan ooit problematisch te zijn geworden. Waarden en waarheden worden op de helling geplaatst. De kunstenaar, getuige van deze aangekondigde ‘dood van het subject’, levert een heroïsch gevecht tegen de onverschilligheid en medeplichtigheid of zoekt vertwijfeld naar mogelijke ontsnappingswegen. |
- | In de Handelsbeurs (Meir, Twaalfmaandenstraat) kan men van 26/6 tot en met 1/8 gaan kijken naar de tentoonstelling ‘Interieurs' Desguintoren: 100 ontwerpen en produkten’, de enige design-manifestatie tijdens Antwerpen 93. Se- |
| |
| |
| dert de start van de eerste Biënnale Interieur in '68 staat de Stichting Interieur open voor alles wat zich als waardevol manifesteert in de designwereld, binnenhuisarchitectuur en interieurkunsten. Niet alleen zij die exclusief op het toneel van de avantgarde opereren, maar ook eigentijdse mooie en goede ontwerpen naast serieprodukten krijgen een plaats in haar nevenmanifestaties, zoals deze ter gelegenheid van Antwerpen 93. Hier worden een honderdtal creaties (meubelen, verlichting, woontextiel, interieuraccessoires) getoond van jong ontwerptalent en fabrikanten. In een moderne remake van de ‘Toren van Babel (12 meter hoog) is de tentoonstelling rond twee assen opgebouwd. Verticaal krijgen de unica, prototypes en kleine series een plaats. Op twee horizontale banen vertrekkend uit de torenramen worden de serieprodukten geprezenteerd. De inspanningen van de eerste groep zijn van een Babelachtige diversiteit, zeer verspreid, ongecoördineerd. De verscheidenheid aan produkten van de jongeren is hoopgevend en kwalitatief. Sommige ontwerpers werden zelfs ingehuurd door buitenlandse bedrijven, terwijl anderen een eigen editiehuis hebben opgezet. Uiteraard zitten in de toren naast echte nieuwkomers ook oude bekenden uit de ontwerperswereld. De serieprodukten zijn kwalitatief inzake expressie, constructieve opbouw en originaliteit. De fabrikanten staan borg voor kwaliteit en continuïteit in de produktiestrategie. De creaties zijn niet onder één vorm en taal te vangen, maar zijn de duidelijke illustratie van de heerlijke en bijwijlen chaotische verschillen waaraan ons landje zo (Babels) rijk is. Dagelijks gratis toegankelijk, van 10 tot 18 uur
(behalve op maandag): catalogus: 150 fr. Info: Stichting Interieur, Groeningestraat 37 - 8500 Kortrijk, tel. 056/22.95.44 - Fax. 056/21.60.77. |
- | ‘Een eeuw van schittering’ is de titel van de tentoonstelling die van 10/6 tot en met 3/10 georganiseerd wordt in het Provinciaal Diamantmuseum, Lange Herentalsestraat 31-33, 2000 Antwerpen. De tentoonstelling heeft een dubbel opzet. Aan de hand van een honderdtal schitterende sieraden uit eigen land en uit befaamde Europese musea, wordt niet alleen de ontwikkeling van het diamantjuweel uit de 17de eeuw geillustreerd, maar wil men de bezoeker ook een inzicht geven in de evolutie van de diamantslijpvorm. In de 17de eeuw heeft de slijpvorm immers een evolutie doorgemaakt waarvan de juiste toedracht tot op heden onbekend is gebleven. Voor gedetailleerde info over de expo, kan men steeds contact opnemen met Jan Walgrave, verantwoordelijk voor de samenstelling van de tentoonstelling, op nummer 03/231.57.93 (fax: 03/226.06.94). |
- | In de eerste zaal van het Zoo/Natuurhistorisch Museum loopt van 29/4 tot 26/9 de overzichts-tentoonstelling ‘150 jaar Zoo affiches’. De tentoonstelling kan bezocht worden tijdens een Zoobezoek en in juli en augustus in het kader van de avondmanifestaties in de tuin. De tentoonstelling illustreert hoe de Zoo van bij zijn ontstaan gebruik maakt van eigentijdse middelen. Eerst worden tekstaffiches en later, wanneer de druktechniek vordert, beeldaffiches geproduceerd. Verschillende kunstenaars zullen ontwerpen maken en hun diensten aanbieden. Nog later zal men een beroep doen op publiciteitsfirma's. De tentoonstelling toont affiches uit elke periode. Een begeleidende brochure van de hand van Karl Scheerlinck en Marc Veldeman brengt historisch duiding van de tentoongestelde affiches en geeft boeiende toelichting. |
- | Op initiatief van het Humanistisch Vrijzinnig Centrum voor lectuurvoorziening wordt Hubert Lampo gehuldigd in het AMVC (Minderbroedersstraat 22, 2000 Antwerpen) met een colloquium op 18/9 en een tentoonstelling van 21/9 tot en met 23/10. In 1943 verscheen ‘Don Juan en de laatste nimf’, het eerste boek van Hubert Lampo. Het was het begin van een omvangrijk oeuvre, met vijfentwintig romans en tientallen korte verhalen en essays. Als weinig andere auteurs heeft hij bijgedragen tot de verruiming van het leespubliek, zowel door zijn succesvolle boeken als door zijn activiteiten als spreker, essayist en criticus. Hubert Lampo werd herhaaldelijk gelauwerd met belangrijke literaire prijzen, o.m. in 1963 met de Driejaarlijkse Staatsprijs voor verhalend proza, voor ‘De komst van Joachim Stiller’, dat algemeen als een hoogtepunt beschouwd wordt. In 1989 verleende de Universiteit van Grenoble hem een ere-doctoraat. Zijn werk werd ook vier maal verfilmd. Hubert Lampo wordt vooral geassocieerd met het magisch-realisme, waarbij mythische archetypen met de realiteit verweven worden (Kasper in de onderwereld, De heks en de archeoloog...). In verscheidene essay-bundels (De Zwanen van Stonehenge, De Ring van Möbius...) gaat hij hier trouwens dieper op in. Daarnaast schreef hij een aantal psychologische romans (Hélène Defraye), vaak tegen een historische achtergrond (De duivel en de maagd) of gesitueerd in oorlogstijd (De ruiter op de wolken, De eerste sneeuw van het jaar). Bij weinig andere auteurs is Antwerpen als lokatie zo belangrijk. Het is het magistrale decor van zijn laatste drie romans, en in een belangrijk deel van zijn werk als het ware het archetype van ‘de stad’ (Terugkeer naar Atlantis, Kasper, Stiller, De heks en de archeoloog). De tentoonstelling geeft een overzicht van Lampo's schrijversloopbaan aan de hand van manuscripten, eerste
drukken, autobiografisch materiaal, foto's, affiches en omslagillustraties. Verder gaat de aandacht uit naar verfilmingen, vertalingen en iconografie rond Lampo en het magisch-realisme. De gelegenheidspublikatie bevat o.m. de teksten van het colloquium. |
- | Het cultuurpaleis de Singel stelt zijn programmatie voor 1993-94 voor in zijn seizoenpocket, (uitgegeven op 30.000 ex.) waarin alle programma's en projecten uitvoerig worden toegelicht (over ca. 150 blz.). Naast Theater & Dans met o.m. ‘De Fantasten’ (Robert Musil), ‘Peleas en Melisande’ (M. Maeterlinck), ‘Noor-dung’ (Cosmokinetic Ballet), ‘Da un'altra faccia del tempo’ (Jan Fabre), ‘Dantons Dood’ (Georg Büchner), ‘Mikrokosmos’ (A.T. De Keersmaeker) e.v.a. is het muziekprogramma zeer uitgebreid, zowel qua componisten als uitvoerende ensembles (van klassiek over jazz tot 20ste-eeuwse muziek). Zoals steeds is ook de architectuur aanwezig met een lezingenreeks (Europese stedebouw), tentoonstellingen (Norman Foster, jonge Vlaamse ontwerpers, Hans Kollhoff). Echt boeiend om dit grote aanbod te doorlopen en een keuze te doen. Info: de Singel, Desguinlei 25, 2018 Antwerpen (tel. 03/248.38.00). |
- | Bij Uitgeverij Coda verscheen van de hand van Ivo Adriaenssens (redactie) het boekje Antwerpen 93 |
| - toeristische stadsgids met programma Antwerpen 93. Het werk bestaat dus uit twee delen: enerzijds een uitvoerig vademecum (300 blz.) voor een bezoek aan de Stad met al zijn bezienswaardigheden en een tweede deel (72 blz.) met het programma van de activiteiten van Antwerpen 93. Zowel burgemeester Cools als Erik Antonis, intendant van Antwerpen 93, schreef een voorwoord. Na het welkomstwoord volgt een cultuurhistorisch overzicht. De Stadstour zelf omvat thema's als: wandelingen, musea, bezoek aan theater, opera, concert en film, de Antwerpse boekhandels, Antwerpen als diamantstad, de Zoo, groen en parken, shopping en het (bruisend) uitgangsleven, overnachting, info en onthaal. Het werkje sluit af met ‘nuttige adressen’, een index en het ‘officiële programma Antwerpen 93’. Waarlijk een handig boekje (ook qua formaat 115 × 210 mm), versierd met mooie kleurenfoto's (en publiciteitsboodschappen). Het boek bevat verder een (los inliggende) plattegrond van Antwerpen met cijferaanduiding van de bezienswaardigheden). Het boek is ingenaaid. |
| |
• Antwerpen/Brussel/Gent
Flanders Antiquity (Vaderlandstraat 16, 9000 Gent, tel/fax 09/221.54.44) organiseert vanaf oktober 1993 een praktijkgerichte antiekopleiding van 26 sessies waarin gehandeld wordt over meubelen, zilver, juwelen, schilderkunst, tapijten, e.d. Men kan inschrijven (52.000 BF voor het volledige cursusjaar) voor de cursus (1e jaar) initiatie, gevorderden (2e jaar) of specialisatie (3de jaar). In Gent lopen de lessen op maandagmiddag of -avond, in Antwerpen op dinsdagmiddag of -avond. In Brussel zijn Engelstalige sessies gepland.
| |
• Antwerpen/Gent
Voor 1993-94 heeft het Koninklijk Ballet van Vlaanderen een bijzonder creatief programma te bieden. Het gezelschap opent het seizoen met Vivaldi, een gemengde balletavond met zowel klassieke als moderne dans. Met twee wereldcreaties en twee creaties voor het KBvV wordt de liefhebbers alleen gloednieuw werk geboden. ‘Ostacoli’ van John Wisman en ‘Firebird’ van Mauricio Wainrot zijn twee echte wereldpremières. Huischoreograaf Danny Rosseel geeft een nieuwe versie van ‘Cutting Corners’ en de Italiaan Paolo Bortoluzzi zorgt onder de titel ‘Vivaldi’ voor een choreografie op ‘De Vier Seizoenen’. In februari staat de produktie Coppelia op de affiche, een van de grote klassiekers uit de balletgeschiedenis. Deze keer betreft het echter geen
| |
| |
romantisch ballet, maar veeleer een frivool werk, dat in 1870 in de Opera te Parijs werd gecreëerd op muziek van Léo Delibes. Attilio Labis staat in voor de choreografie, die teruggaat op het originele werk van Arthur Saint-Léon. Het seizoen wordt afgesloten met de herneming van Giselle. Dit ballet is een van de meest geliefde uit het romantische repertoire en viel vorig seizoen bijzonder in de smaak van het Vlaamse en Nederlandse publiek. Deze drie balletavonden kan men zowel in de Antwerpse als in de Gentse Opera bijwonen. De musicalafdeling van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen heeft in 1993-94 weer drie produkties op de affiche staan. Vooreerst gaat ‘Man van La Mancha’ in première, gebaseerd op ‘Don Quichote’ van Miguel de Cervantes. Dale Wasserman zette het gegeven om in een schitterende musical, waarvan Jacques Brel ooit een unieke Franse versie neerzette. Regisseur André Ernotte neemt de uitdaging aan om de avonturen van Don Quichote in Vlaanderen en Nederland gestalte te geven. De hoofdrol wordt vertolkt door niemand minder dan Ramses Shaffy. De musicalrevue Hollywood by Night stapt vol vertrouwen haar tweede seizoen in. Vijf solisten, een chorus en het concerttrio CD-Live maken een sprong in de muzikale wereld van Hollywood. Regisseur Frank Van Laecke zorgde voor een wervelende show, waarin de muzikale hoogtepunten uit de grootste filmmusicals in een vlot tempo aan elkaar geregen worden. De rock-musical ‘Jesus Christ Superstar’ is sinds de première van 1971 niet meer van het wereldtoneel weggeweest. Sommige songs behoren allang tot de klassiekers. Het verhaal van de ontluistering van een held, met vele dramatische hoogtepunten heeft een universeel karakter, terwijl de boodschap ook nu - misschien wel juist nu - te denken geeft: gebruik je verstand en laat je niet leiden door een volksmenner, van welke pluimage dan ook. Al deze produkties
kunnen bekeken worden zowel in Antwerpen als in Gent. Info: Kon. Ballet van Vlaanderen, Kattendijkdok - Westkaai 16, 2000 Antwerpen, tel. 03/234.34.38 of Fax 03/233.58.92.
| |
• Blankenberge
De zeewijding van 11/7 wordt rechtstreeks door de Vlaamse Televisie uitgezonden om 10 uur. De eucharistieviering daarbij wordt door het Beauvarletkoor uit Nieuwpoort o.l.v. Ignace Thevelin opgeluisterd. Samen met de sopraansoliste Karolien De Meyer vertolkt het koor ‘Kyrie’ van Filip Martens, ‘Looft de Heer’ van Vic Nees, ‘Cantate Domino’ van Heinrich Schütz, ‘Ehre sei Gott in der Höhe’ van Hugo Distler, ‘Gebed voor het vaderland’ van Gaston Feremans, ‘Pater noster’ van Jules Van Nuffel, ‘Ubi Caritas’ van Maurice Duruflé, ‘Psalm 100: Jauchzet dem Herrn’ van Felix Mendelssohn-Bartholdy en ‘Locus iste’ van Anton Bruckner. Op 31/10 verschijnt tevens de nieuwe CD van het Beauvarletkoor, die zowel religieuze als profane liederen en negro-spirituals zal bevatten. Ook Karolien De Meyer is als sopraansoliste van de partij. Men kan de CD bij voorintekening bekomen door 525 fr (gunstprijs) (+ 50 fr portkosten) over te maken op rek. nr. 712-9700302-94 van vzw Beauvarletkoor voor 15/9. Info: Chris Castelein, Bruggesteenweg 67, 8433 Mannekensvere.
| |
• Brugge
Onder de bescherming van de Nederlandse Taalunie organiseert de Vereniging Algemeen Nederlands, afdeling West-Vlaanderen, een spellingexamen uit dat plaats vindt op 13/11 in de auditoria van de KULAK, E. Sabbelaan 53, 8500 Kortrijk. Deelnemingsformulier aanvragen bij én terugsturen (voor 16/10!) naar Peter Debrabandere, Secretaris V.A.N., Keizer Karelstraat 83, 8000 Brugge (050/31.73.66). De inschrijving is pas geldig nadat de deelnemer 250 fr overgemaakt heeft op rek. 470-0297481-06 van V.A.N. - West-Vlaanderen, Brugge of voor Nederland f 14,- op gironummer 3992897 t.n.v. A.V.N., Brussel. De test bestaat in een dictee. Alleen de voorkeurspelling van de officiële Woordenlijst van de Nederlandse Taal geldt als correct. De leestekens worden gedicteerd. Tot de test worden alle meerderjarigen uit binnen- en buitenland toegelaten. Er wordt uitgegaan van de leeftijd (18 jaar) op 1 november. De kandidaten dienen zich op 13 november tussen 10.00 en 10.45 uur voor het examen aan te melden met hun identiteitskaart of persoonsbewijs. De kandidaten mogen in de examenzaal alleen pennen meenemen, geen tassen, mappen, boeken of schriften. Na de test krijgen de kandidaten de correcte tekst van het dictee. Wie 60% van de punten behaalt, is geslaagd. Het resultaat zal schriftelijk worden meegedeeld. Op 22 januari 1994 zullen in de Kredietbank (zaal De Gekroonde Laars), Steenstraat 38, 8000 Brugge de certificaten en de prijzen aan de geslaagde kandidaten worden overhandigd. Wie niet aanwezig kan zijn, krijgt het certificaat toegestuurd. Prijzen dienen evenwel te worden afgehaald.
| |
• Breda (Nl.)
In het Breda's Museum, Grote Markt 19, 4801 BD Breda, kan men van 26/6 tot en met 29/8 de tentoonstelling ‘Vorstelijke Pijpen - De tabakspijp als Oranjepropaganda’ gaan bekijken. Centraal in deze expositie staat de Nederlandse kleipijp, welke van 1600 tot 1940 een algemeen gebruiksartikel is geweest en van groot economisch belang was door het grote verbruik en de export ervan. Gedurende al die tijd zijn er pijpen gemaakt met decoraties betrekking hebbende op het huis van Oranje. Deze bijzondere Oranje-souvenirs worden op de tentoonstelling in een historische context gepresenteerd. De bijbehorende catalogus legt uit, dat de Oranjepijpen niet alleen door hun decoratie, maar vooral ook in historisch verband een goed beeld geven van de positie van de stadhouders en koningen in de Nederlandse samenleving. Onder de titel ‘De tabakspijp als Oranjepropaganda’, geschreven door Don Duco, kunsthistoricus en conservator van het Pijpenkabinet in Leiden, is deze publicatie ook verkrijgbaar in het museum en in de boekhandel. Verkoopprijs: f. 35.
- In het kader van Breda Fotografica '93 vindt in Breda's Museum eveneens de tentoonstelling ‘Met licht en kleur. Japanse souvenirfoto's 1900’ plaats. Het internationaal fotofestival Breda Fotografica, waarvan Breda's Museum een van de deelnemende instellingen is, wordt gehouden van 6 juli t/m 19 september. Centraal thema dit jaar is Japan. Breda's Museum presenteert ter gelegenheid van deze manifestatie de tentoonstelling. ‘Met licht en kleur, Japanse souvenirfoto's rond 1900’. De tentoonstelling bevat een selectie uit een verzameling van 510 albuminedrukken die rond de eeuwwisseling werd samengesteld door de Duitse bosbouwkundig ingenieur R. Schilling. Van 1899 tot 1903 verbleef hij in Japan en werkte in opdracht van de Japanse keizer aan de kroondomeinen in Noord-Japan. De collectie foto's, los ingelegd in albums en mede daarom bijzonder goed geconserveerd, werd in 1989 door een Nederlandse particulier aangekocht op een veiling van Lempertz in Keulen. Uit de verzameling is voor de tentoonstelling een tachtigtal foto's geselecteerd. Uitgebreide informatie over de geschiedenis van de Japanse fotografie en over de onderwerpen die worden afgebeeld, treft u in de begeleidende publikatie getiteld: Souvenirs from Japan, Japanese photography at the turn of the Century, geschreven door Margarita Winkel. In dit boek zijn alle foto's van de tentoonstelling afgebeeld plus nog een 75-tal andere uit de Schilling collectie. Het is te koop in het museum gedurende de tentoonstelling. Prijs f 65,- ingenaaid en f 110,- gebonden.
| |
• Brugge
Het Provinciebestuur spant zich in om het behoud en de bescherming van het Westvlaams Molenpatrimonium te bevorderen. Eén van de middelen hierbij is zoveel als mogelijk de molens draaiende te houden. Door een draaipremie te verlenen, berekend in functie van het aantal asomwentelingen worden de Westvlaamse molenaars aangemoedigd. Het provinciaal reglement dd. 11.10.1990 voorziet in een premiebedrag van 20 fr. per 100 asomwentelingen met een maximum van 30.000 fr. per jaar. Evenwel wordt een aanvangspremie verleend van 5.000 fr. voor de eerste 3.000 asomwentelingen. Voor de draaipremie komen 15 molens in aanmerking, de 2 provinciale molens niet meegerekend: Meulebeke, Herentmolen, 149.463 toeren - Damme (Hoeke), Hoekemolen, 147.990 toeren - Brugge, St.-Janshuismolen, 87.083 toeren - Zwevegem (St.-Denijs), Molen ter Claere, 82.778 toeren - Damme, Schellemolen, 38.861 toeren - Damme (Oostkerke), Dorpsmolen, 31.279 toeren - Gistel, Oostmolen, 30.995 toeren - Houthulst (Merkem), Beuckelaeremolen, 29.540 toeren - Kortemark (Werken), Kruisstraatmolen, 20.616 toeren - Vleteren (Oost-Vleteren), Demeestermolen, 20.458 toeren - Anzegem, Watermolen, 19.278 toeren - Anzegem, Landergemmolen, 19.041 toeren - Knokke-Heist (Knokke), Kalfmolen, 17.620 toeren - Hooglede (Gits), Grijspeerdmolen, 13.303 toeren - Ruiselede, Knokmolen, 11.224 toeren - Koksijde, Zuid- of Abdijmolen, 4.456 toeren en Harelbeke, Koutermolen, 4.017 toeren. Er werden toelagen toegekend voor een globaal bedrag van 194.736 fr.
- Het Groeningemuseum werd verrijkt met werk van Amédée Cortier (1921-1976) door aankoop en schenking. Als abstract minimaal schilder neemt Cortier een bijzondere plaats in binnen die beweging in België en daarbuiten. Het Groeningemuseum was een der eerste openbare collecties die een werk van hem herbergde. De triptiek Rood-geel-blauw (1972) werd in 1973 voor het museum verworven door de Vrienden van de Stedelijke Musea. Dankzij de bijzondere inzet van Yves De Smet, zelf beeldend kunstenaar en persoonlijk bevriend met en een fervent verdediger van Cortier, werd de collectie thans uitgebreid door een gekombineerde vorm van aankoop en schenking. Yvonne Cortier-Laloyaux, weduwe van de schilder, deed een mild aanbod van zes schilderijen en een reliëf en schonk niet minder dan
| |
| |
dertig tekeningen uit haar verzameling. Yves De Smet zelf schonk een vroeg schilderijtje uit 1949 en de maquette van het environnement Kleuromgeving (1969) ter vervollediging. Het geheel is een afgerond ensemble dat de volledige evolutie omspant van 1949 tot 1975. Hiermee krijgt het werk van deze schilder eindelijk een waardig en verdiend museaal onderdak naast de overzichten van een aantal van zijn belangrijkste tijdgenoten die het Groeningemuseum rijk is. De aankoop werd mede gefinancierd door de V.Z.W. Vrienden van de Stedelijke Musea van Brugge.
| |
• Brussel
De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Museumstraat 9, 1000 Brussel (02/508.32.11) heeft zijn verzameling Moderne Kunst verrijkt met het legaat Mr. Richard Zondervan. Samen met het schilderij Portret van Mme Jacques Zondervan, door Ch. Jos. Watelet (inv. 11.406) en de buste Richard Zondervan als kind door Victor De Haen (inv. 11.407) komt het Museum hiermede ook in het bezit van Vrouw, een achterglasschilderij van Floris Jespers (inv. 11.405). Jespers ontwikkelde in de jaren twintig een grote bedrevenheid in deze ongewone techniek, waarbij hij met olieverf op de achterzijde van een glasplaat in omgekeerde volgorde (t.o.v. het gewone schilderij op doek) de voorstelling opbouwde. Enkele leden van de Duitse kunstenaarsgroep Der Blaue Reiter, meer bepaald Heinrich Campendonk en Gabrielle Münter, hadden zich reeds vóór 1910 toegelegd op het achterglasschilderen. Hun vriend Paul Van Ostaijen schreef in 1921 over deze kunstenaars en over de techniek een artikel waarvan in 1923 een tweede versie in het tijdschrift Sélection werd gepubliceerd. Floris Jespers (1889-1965) was een van de kunstenaars van wie de nieuwsgierigheid naar deze grotendeels vergeten techniek was gewekt. Zijn eerste experimenten dateren uit die periode en hij heeft de techniek steeds blijven gebruiken. Het werk uit het legaat Zondervan is een zeer gaaf geheel waarin Jespers, in een strakke compositie, de specifieke mogelijkheden van de techniek benut, zoals ingekraste lijnen, gewatteerde structuren en ondubbelzinnige vlakbegrenzingen, en dit zonder de picturale tekortkomingen die in sommige van zijn achterglasschilderijen opduiken en die het gevolg zijn van de noodzakelijke omgekeerde beeldopbouw, welke geen correcties toelaat.
- | Van 10/6 tot en met 21/8 loopt in de Schenkingenzaal van de Kon. Albert I-bibliotheek, Keizerslaan 4, 1000 Brussel (tel. 02/519.53.11) de tentoonstelling ‘Henry van de Velde’ en dit n.a.v. de 30ste verjaardag van de schenking van het Henry van de Velde-archief, aangeboden door de twee overlevende kinderen Thyl en Nele, en tevens ter nagedachtenis van de 130ste verjaardag van zijn vestiging in Brussel. Op dat ogenblik beslist Van de Velde - misschien een herinnering aan zijn jeugdige anarchistische sympathieën? - een kruistocht te voeren voor het bevorderen van een gezuiverde kunst (Prédication d'art, 1893), los van drukkend historisme (Déblaiement d'art, 1894), die in elke uiting van de menselijke activiteit tot uiting moet komen (Aperçu en vue d'une synthèse d'art, 1895), naar het voorbeeld van de Engelse vernieuwers, Morris, Ruskin en Crane. Van de Velde zegt de schilderkunst vaarwel en legt zich toe op ‘kunst toegepast op het dagelijkse leven’, d.i. op het ontwerpen van meubilair, damestoiletten, juwelen, zilverwerk, typografie en boekversiering en - al was hij geen gediplomeerd architect - op het bouwen van huizen, monumenten, schoolgebouwen, fabrieken, musea, theaters en tentoonstellingspaviljoenen. Naar aanleiding van deze dubbele verjaardag zal de Koninklijke Bibliotheek enkele aspecten van haar rijke Van de Velde-verzamelingen onder de aandacht brengen: pastels, tekeningen, meubels, drukken, boekbanden, brieven en archief-materiaal. Het Van de Velde-archief is inderdaad een onuitputtelijke bron van autobiografische en onuitgegeven theoretische geschriften en van briefwisseling die getuigt van Van de Veldes internationale uitstraling en van zijn droom van een kultureel Europa zonder grenzen noch bekrompen nationalismen. Een droom die de meester deelde met vrienden zoals Romain Rolland, Walther Rathenau,
Stefan Zweig en graaf Harry Kessler en die instortte met de eerste kanonschoten van augustus 1914. |
- | Het Gemeentekrediet heeft zijn uitgavenbestand aangevuld met een nieuw werk van de hand van Frans Debrabandere, nl. ‘Woordenboek van de familienamen in België & Noord-Frankrijk’. De intekenprijs (tot 31/12/93) bedraagt 2.950 fr. (over te maken op rek. nr. 057-6370330-16 van het Gemeentekrediet), nadien 3.750 fr. Vanaf 1954 - toen hij aan zijn licentiaatsverhandeling begon - is de auteur haast ononderbroken in de persoonsnamenstudie bedrijvig geweest. In 1965 promoveerde hij op een dissertatie over persoonsnamen in de Kasselrij Kortrijk 1350-1400. In 1980 publiceerde dr. Frans Debrabandere zijn ‘Kortrijkse Naamkunde 1200-1300’, het voorlopige sluitstuk van zijn antroponymische monografieën over Zuid-West-Vlaanderen, met een ‘kumulatief familienamenregister’, dat naar alle namen in zijn vorige werk verwees. Dit inspireerde hem ertoe om een groot verklarend woordenboek van de Vlaamse familienamen te maken. Toen hij daar in 1992 mee klaar was, was het geografisch heel wat ruimer geworden dan hij oorspronkelijk bedoeld had. De nederlandstalige provincies in België zijn namelijk geen taaleiland en de contacten met en migratiebewegingen uit en naar Nederland, Duitsland, Wallonië en Picardië brengen mee, dat vele namen achter hun Nederlandse of Romaanse uitzicht een heel andere herkomst verbergen. Zo bevat het woordenboek niet alleen de Brabantse, Limburgse en Vlaamse achternamen, maar bovendien de meeste en frequentste Waalse en Picardische, en zelfs talrijke Noordnederlandse en Duitse familienamen. Door zoveel mogelijk terug te gaan tot de middeleeuwse vorm van de namen, heeft de auteur het geheim van talrijke misleidende of raadselachtige geslachtsnamen kunnen ontsluieren. Dit woordenboek telt meer dan 150.000 familienamen, varianten inbegrepen, die telkens op het trefwoord volgen. Elke familienaam wordt bondig verklaard en zoveel mogelijk met oude,
historische bewijsplaatsen geïllustreerd, waaruit vaak de verklaring en meestal de bakermat afgelezen kan worden. Ten slotte wordt naar publikaties over de bedoelde naam verwezen. Ten behoeve van anderstaligen worden alle afkortingen en vaktermen ook in het Frans, Duits en Engels vertaald en verklaard, zodat dit monumentale standaardwerk ook voor hen bruikbaar is. Dit tweedelige familienamenboek - het eerste van die aard en die omvang in de Nederlanden - zal behalve de inleidende bladzijden met de omvangrijke bibliografie zowat 3000 kolommen tellen. Het verschijnt in oktober 1993. |
| |
• Chartres (Fr)
In het Centre International du Vitrail (5 rue du Cardinal Pie, 28000 Chartres; tel. 37.21.65.72) loopt de tentoonstelling ‘Le Vitrail flamand contemporain’ van 24/4 tot en met 14/11, dagelijks toegankelijk van 9.30 tot 19 uur.
| |
• Gent
Het Museum voor Sierkunst, Jan Breydelstraat 5, 9000 Gent (tel. 091/25.66.76) ontvangt na Hagen, Weimar en Berlijn van 3/5 tot en met 4/8 de tentoonstelling ‘Henry van de Velde - Een Europees Kunstenaar in zijn tijd’ binnen zijn muren. Dagelijks open (behalve op maandag) tussen 9.30 en 17 u. De tentoonstelling omvat talloze exponenten uit alle stijlperioden en werkterreinen van de kunstenaar. Schilderijen, tekeningen, typografische vormgeving, textielontwerpen, sieraden, tafelzilver, porselein, keramiek en meubelen worden aangevuld met uitgebreid biografisch materiaal. Hier in Gent kreeg Van de Velde aan de Universiteit niet alleen een professoraat voor architectuurgeschiedenis aangeboden, maar bovenal werd hem bij zijn 70ste verjaardag de opdracht toegewezen voor de bouw van de Gentse universiteitsbibliotheek. Deze toren en het aanpalend Hoger Instituut voor het Kunstonderwijs (HIKO) dateren van 1932-1936 en zijn sinds vorig jaar (1 juli 1992) opgenomen op de lijst van beschermde monumenten. Ter gelegenheid van de tentoonstelling in het Museum wordt ook in de Centrale Bibliotheek, dat het eerste openbaar gebouw is dat de architect in eigen land mocht realiseren, eveneens een Henry van de Veldetentoonstelling gepresenteerd. Hierbij wordt dan vooral aandacht besteed aan zijn pedagogische inbreng aan de universiteit en aan zijn geschriften uit die periode. Andere belangrijke Belgische verwezenlijkingen zijn: ‘Bloemenwerf’ te Ukkel, de dubbelwoning Coman-Saverys te Knokke, de Technische School te Leuven, het huis en de kliniek van dokter Martens te Astene-Deinze en zijn eigen ‘La Nouvelle Maison’ te Tervuren. - Op 19/7 speelt Teater Taptoe de 250ste voorstelling van ‘Draken Bestaan!’ van Freek Neirynck in de Gentse burcht, het Gravenkasteel. De produktie ging in première in 1990. Luk De Bruyker kreeg voor zijn scenografie de eerste Vlaamse scenografieprijs Albert
Vermeiren. Teater Taptoe speelt de produktie verder tijdens de hele Gentse Feesten, meer bepaald op 20/7, 21/7 en 22/7, telkens om 15.30 u en om 19.30 u en 23/7 en 24/7, telkens om 15.30 u. Voor plaatsbesprekingen kan men terecht van 12/7 af op het nummer 09/233.73.33, of bij de Kiosk van Free-Time bij het Groot Kanonplein in Gent. Van 11 tot 14/7 vertegenwoordigt Teater Taptoe België op het 1993 Festival of the Puppeteers of America in San Francisco. Taptoe creëert er de Engelstalige versie van zijn jongste produktie ‘De Figuurlijke Reis’.
| |
• Hasselt
De leerlingen van het atelier Fotokunst van de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten (Kunstlaan 12, 3500 Hasselt; tel. 011/22.78.32) nodigen uit van 14/5 tot
| |
| |
1/10 tot hun tentoonstelling ‘Fotokunst’, open op di., do. en vrijdag van 18.30 tot 21.30 u, wo. van 14 tot 21.30 u, zat. van 14 u tot 17 u, gesloten op maandag, juli en augustus.
| |
• Koksijde
Op 9/7 vindt in de O.-L.-Vrouw Ter Duinenkerk het slotconcert plaats van het internationaal koortreffen - Eurochor - dat door het ANZ georganiseerd wordt. 70 jonge koristen zullen gedurende een week kennis maken met Vlaamse koorwerken en aldus een boeiend programma vertolken met o.m. ‘Trois motets à la Ste Vierge’ (1884) van Edgar Tinel, ‘Het Zonnelied’ (1986) van Willem Kersters, ‘Pentalpha’ van Raymond Schroyens, ‘Veni Sancte Spiritus’ (1982) en ‘Teergeliefde in Tien Talen’ van Vic Nees. Als docenten treden aan Michaël Scheck en Juliaan Wilmots.
| |
• Leuven
Van 8/9 tot en met 7/11 kan men terecht op de tentoonstelling ‘Tover van de Middeleeuwen - Vlaamse Miniaturen voor Van Eyck’. Deze expo toont artistieke hoogtepunten van Vlaamse miniatuurkunstenaars omstreeks 1400. Deze heel bijzondere kunst vormde de bakermat voor de Vlaamse Primitieven. De tentoongestelde stukken zijn toppers uit de meest waardevolle Europese en Amerikaanse verzamelingen. Vele komen voor het eerst sind eeuwen terug naar Vlaanderen. Er zijn eveneens heel wat nieuwe ontdekkingen aanwezig. De tentoonstelling biedt bovendien ook een nieuwe kijk op een periode uit de Vlaamse middeleeuwen die de Europese cultuur op nieuwe wegen gestuurd heeft.
- | Eind september organiseert het KADOC een nieuwe studiedag. Ditmaal wordt de focus gericht op Pepinster, nabij Verviers, waar meerdere kunstenaars uit Leuven werkzaam zijn geweest. Centraal staat een bezoek aan de Sint-Antoniuskerk van architect Clément Léonard (1893-1899). Het neogotisch interieur van de kerk is zo goed als intact met o.m. muurschilderingen van Adolphe Tassin, de belangrijkste leerling van Helbig, glasramen van Gustave Ladon, meubilair uit de Leuvense ateliers Van Uytvanck en Goffaerts, al dan niet gepolychromeerd door Oscar Algoet, en een tapijtenensemble uit het Thiéry-atelier van Heverlee. Verder wordt een bezoek gebracht aan het schilderachtige kasteel Les Mazures (1835-1837) van architect Auguste-Marie Vivroux en aan enkele vroeg-neogotische gebouwen in de omgeving van Pepinster. Nog in het najaar, in de loop van november, vindt op het KADOC een studiedag plaats over enkele neogotische archieven, namelijk het plannenarchief Helleputte, het archief van het atelier Bressers-Blanchaert en het plannenfonds van de Dienst voor het Repertorium van het Cultureel Bezit, met vooral de restauratieprojecten van Pieter Langerock. Daarbij worden hun inhoud en de onderzoeksmogelijkheden belicht. Tevens worden de inventarissen voorgesteld van het archief Helleputte en van de uitvoeringstekeningen Bressers-Blanchaert. De studiedag richt zich tot wetenschappelijke instellingen en archieven, monumentenzorgers en restaurateurs. Voor meer informatie over deze studiedagen kan u terecht bij Greet De Neef op het KADOC (tel. 016/28.35.00). Naar aanleiding van de Alumnidag in Leuven stelt het KADOC zijn deuren open voor alle geïnteresseerden (ook de niet-Alumni). Afspraak op zaterdag 9 oktober 1993 tussen 10 en 18 uur. |
- | De Pluralistische Organisatie voor Bibliotheekgebruik (PLOB) publiceert een driemaandelijks tijdschrift dat ‘Klapper’ gedoopt werd en handelt over lezen en informatiegebruik van de PLOB. Het bericht over onderzoek, actuele ontwikkelingen en nieuwe initiatieven op dit vlak en beschrijft concrete projecten die het lezen en het informatiegebruik in onderwijs, bibliotheek en vormingswerk willen bevorderen. Achtergronden én praktische tips dus. Abonnement: 800 fr. per jaar (4 nummers) voor scholen en instellingen; 600 fr. voor individuen. PLOB, Tiensevest 142, 3000 Leuven. tel. 016/22.89.33. |
| |
• Mechelen
N.a.v. zijn tentoonstelling in Ligna in Mechelen heeft Marc Vanderpoorten i.s.m. Willy Nauwelaerts een monografie (tweetalig) onder de titel ‘Vechten tegen de bierkaai’ uitgegeven. Daarin vinden we een literair portret van de kunstenaar, een uitgebreid curriculum vitae en een introductie tot zijn ideeën, 70 gedachten i.v.m. kunst en onderwijs. Achteraan vinden we een Duitse en Engelse samenvatting. De monografie wordt gedrukt op 1000 ex. en de kaft is versierd met een kleurenafdruk. Het binnenwerk bestaat uit 16 bladen A4, recto/verso en in één kleur gedrukt. De monografie - uitgegeven in eigen beheer - kan besteld worden bij de kunstenaar. Voor de lezers van het tijdschrift ‘Vlaanderen’ is deze monografie te bekomen door een schriftelijke aanvraag met een duidelijke vermelding van naam en adres samen met 10 postzegels van 11 fr op te sturen naar M. Vander Poorten, Gen. de Ceuninckstraat 39, 2800 Mechelen. Gelieve dit om technische redenen te doen voor 30/07/93.
| |
• Oudenburg
Onder de titel ‘Oudenburg in de heraldiek’ organiseert het Stadsbestuur een tentoonstelling in het Abtsgebouw, Marktstraat 25, 8460 Oudenburg (tel. 059/26.89.34) van 17/7 tot en met 3/10, toegankelijk iedere middag van 14 tot 18 u en voor groepen na afspraak. Toegang 50 fr voor enkelingen, 25 fr in groepsverband (gratis voor kinderen beneden 12 jaar). Er zal tevens een rijk geïllustreerde catalogus te verkrijgen zijn. Heraldiek of wapenkunde, sigillografie of de studie en beschrijving van de zegels, banistiek of vlaggenkunde... het zijn allemaal woorden die niet tot onze dagelijkse spreektaal behoren. Toch komen we er allemaal mee in aanraking, want iedere firma of instelling die zichzelf respecteert heeft een logo en een huisstijl. Vroeger gebeurde dit met wapenschilden en zegels. En is het niet feestelijk wanneer ergens vlaggen wapperen? Oudenburg bezat sedert de middeleeuwen een wapenschild dat ook op zijn zegel prijkte. Symbolisch verwijst het niet alleen naar zijn naam, maar de benedenhelft van de poort wordt ook gesierd door het wapen van de heren van Gramme die als schouten van Oudenburg fungeerden. Het oudst bekende zegel van de stad dateert uit 1226. Ook uit de volgende eeuwen bewaren enkele archieven zeldzame exemplaren van Oudenburgse stadszegels. Het wapen komt verder in heel wat wapenboeken voor. Ook op vele vlaggen, ceramiek, briefhoofden, uniformen, borden... vinden we het schild van Oudenburg terug. Over de geschiedenis van dit wapenschild, over de vormevolutie en over de manier van voorstellen handelt deze tentoonstelling. In een didactisch zaaltje wordt een inleiding op de wapenkunde gegeven. Zowel het ontstaan als de geschiedenis ervan zullen er uitvoerig aan bod komen. Verder zal een overzicht gegeven worden van de heraldische motieven, kleuren en metalen aan de hand van handschriften, edelsmeedwerk, textiel, munten, beeldhouwwerk en oorkonden. Vooral door de fraaie kleuren zal het geheel een streling
voor het oog vormen. De volgende zalen staan volledig in het teken van het Oudenburgse zegel, vlag en wapenschild.
- | Naar jaarlijkse gewoonte nodigt het Stadsbestuur op 21/7/93 het Festival van Vlaanderen uit. In de O.-L.-Vrouwekerk speelt dit jaar (om 20.30 u) het wereldberoemde ‘Europese Barokorkest’ o.l.v. Roy Goodman een waaier van prachtige composities, waaronder werk van W.A. Mozart, A. Vivaldi, J.-P. Rameau en P. Hellendaal. Het hoogtepunt van de avond bestaat in de uitvoering van de ‘Water Music’ van Georg-Friedrich Haendel. Met dit werk bracht de Duits-Engelse componist in 1771 hulde aan de Engelse koning George I. Het werd geschreven ter gelegenheid van een boottocht op de Thames, van Whitehall naar Chelsea. Met dit programma start het orkest een rondreis door Europa. Kaarten (kostprijs 250 fr. in voorverkoop) kunnen nu al bekomen worden op het stadhuis in Oudenburg of gereserveerd worden bij de dienst voor cultuur. Info en plaatsbespreking: Stadhuis, Weststraat 24, 8460 Oudenburg, tel. 059/26.60.27 of 26.71.71. |
- | Tijdens de zomermaanden (tot en met 3/10) blijft tevens het Stedelijk Museum (Abtsgebouw, Marktstraat 25), voor het publiek toegankelijk van 14 tot 18 u. De collectie bevat hoofdzakelijk een unieke verzameling archeologische vondsten die eertijds in Oudenburg werden opgegraven. Deze stad aan de rand van de poldervlakte was destijds een belangrijk Romeins castellum. Het teruggevonden grafveld bestond uit zo'n 200 inhumatiegraven, waarvan de meeste voorwerpen in het museum staan tentoongesteld: fibulae, keramiek, geraamten, glazen flessen, metalen beugels... Aan de hand van kaarten en panelen wordt een historisch beeld van de streek geschetst. Verder wordt ook ingegaan op de figuur van de H. Arnoldus en op de geschiedenis van de tijdens de Franse overheersing afgeschafte Sint-Pietersabdij. |
| |
• Poperinge
Van 3/7 tot 1/8 kan men in de Gasthuiskapel (dagelijks van 14 tot 17.30 u, behalve don. en vrijdag) de tentoonstelling ‘Textiele kunsten en keramiek uit Polen’ meemaken. ‘Transparantie’ een zeer belangrijk element uit de hedendaagse kant: het typeert eveneens het werk van een groep jonge Poolse kunstenaars, docenten en afgestudeerden aan de kunsthogeschool van Lodz. De uitvoeringen in machinale breitechnieken geven een eigentijdse dimensie aan het werk. Ondanks de vele beperkingen in materialen en grondstoffen weten deze kunstenaars dankzij hun vakkennis uitzonderlijke werken te creëren. De keramiekwerken, sober in concept, geven een extra surplus aan de collectie textielwerken.
- Van 8/8 tot 5/9 loopt in dezelfde Gasthuiskapel de tentoonstelling ‘De ziel van Krakatau’. Mythe en glazenierkunst tegen het einde van de 20e eeuw, lijkt veel tijdgenoten misschien op het eerste gezicht al- | |
| |
lesbehalve actueel. De geschiedenis leert ons echter dat het nieteigentijdse heel actueel kan zijn. Glas, de stolling van amorfe materie, zichtbaar door de niet-materie licht. Glas, zo sterk en zo breekbaar, zo eeuwig en zo tijdelijk. De glaskunst geplaatst in een totaalbeeld van designkunst, een confrontatie en aanvulling met uitzonderlijke textieluitvoeringen, werk van Angela van der Burght, Jan Willem van Zijst en Marc Vanhoe.
| |
• Rotterdam (Nl.)
Van 8 tot en met 13/8 organiseert het Continental Art Centre een internationaal symposium i.v.m. de diverse kunstuitingen in het vernieuwde Europa en de christelijke aanwezigheid daarin. Men verwacht personen die werkzaam zijn in de sociale en culturele sectoren, alsook de leden van christelijke vakbonden, politieke partijen en kunstenaars-groeperingen. Het symposium vindt plaats in het Conferentiecentrum De Bron in Dalfsen/Nederland. Info: Continental Art Centre, Postbus 81065, 3009 GB Rotterdam (tel. 010-456.86.88 - Fax: 010-455.90.22).
| |
• Tielt
Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen publiceerde als nr. 2 (april-mei-juni 1993) van de 31ste jaargang een prachtig nummer over ‘Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen’ (blz. 43 tot 78), samengesteld door Herwig Todts. De boeiende geschiedenis van dat beroemde museum wordt in woord en royaal beeldmateriaal getekend. Voor wie het museum niet kent, zal het een verrukkelijke kennismaking zijn en wie er zich thuisvoelt, zal gelukkig zijn nogmaals de prachtige kunstwerken en museumhoekjes voor ogen te krijgen. Abonnement: 700 fr (f 41,5) voor 4 afleveringen en vier mededelingsbladen en de OKV-Museumkaart. Over te maken op rek. nr. 448-0007361-87 van O.K.V. - Tielt met vermelding: Abonnement 1993.
| |
• Tongeren
In 1986 bleek geen tentoonstellingsruimte groot genoeg om een groepstentoonstelling van de Tongerse Kunstkring te herbergen. De ondernemende voorzitter-generaal Herman De Buyzer verspreidde dan, naar het voorbeeld van Chambres d'Amis, de tentoonstellingen over heel de stad. Deze formule sloeg aan. Kunstenaars en kunstliefhebbers bleken gelukkig. Elk jaar groeide het enthousiasme en het aanbod. De naam KùNS PRUUVE is een dialectisch woord naar analogie met een gastronomisch gebeuren dat aanvankelijk gelijktijdig liep. Om nieuwe ideeën, andere visies, onbekende elementen te introduceren, werd in 1990 KùNS PRUUVE opengesteld voor de gasten van de eigen leden. In 1991 mochten die gasten als volwaardige deelnemers fungeren. Liefs 75 kunstenaars uit verschillende landen stelden tentoon op een dertigtal lokaties. Omdat succes een onmiskenbare aantrekkingskracht heeft, verzamelde de editie 1992 nog meer kunstenaars op nog meer lokaties. Ook de gemeenten Bilzen, Zutendaal, Borgloon, Riemst en Kortessem wilden participeren. Zo werd de droom van de voorzitter: Tongeren als centrum van een tentoonstellingsweb, werkelijkheid. KùNS PRUUVE 1993 zal lopen onder de titel: Euregionaal. De deelnemers zullen uit de Euregio afkomstig zijn of er werken. Een dergelijke onderneming eist uiteraard een degelijke aanpak. Een KùNS PRUUVE-comité, samengesteld uit bestuursleden van de Tongerse Kunstkring en de cultuurmandatarissen van de deelnemende gemeenten, werkt sinds september '92 aan de voorbereiding. De organisatoren willen er ook voor zorgen dat KùNS PRUUVE geen wildgroei kent, dat het geen hobbyfestijn wordt om uiteindelijk uit te monden in een platte commerciële bedoening. Een selectiecomité, een Euregionale jury, waakt over de kwaliteit, het niveau van de deelnemers. Ere-academie-directeur Valère Ulrix leidde een jury van deskundigen. De geselecteerde deelnemers vinden houvast in het KùNS
PRUUVE-reglement. Het resultaat is dat KùNS PRUUVE de bezoekers een reeks eerlijke, waardevolle tentoonstellingen kan aanbieden. Dat de bezoeker onderweg ten volle kan genieten van het onvolprezen Haspengouws landschap is meegenomen. KùNS PRUUVE is een must voor elke rechtgeaarde kunstliefhebber. In een verzorgde brochure komen alle exposanten aan bod. Kaartjes helpen om de routes uit de stippelen. Op 24 juni om 20 u start KùNS PRUUVE '93 in galerij T2000 aan de Stationlaan te Tongeren en loopt tot en met zondag 11 juli. De algemene openingsuren zijn: donderdag en vrijdag van 18 u tot 21 u, zaterdag en zondag van 15 u tot 19 u.
| |
• Veurne
In de St.-Walburgakerk wordt het Internationaal Orgelfestival Veurne georganiseerd met vijf internationale solisten op orgel en trompet. De concerten vinden plaats op de vier donderdagavonden van augustus, steeds om 20.30 uur. De reeks begint op 5/8 met John Scott, organist en muziekdirecteur van St.-Pauls Cathedral van London. Hij speelt vooral Bach en Mendelssohn. Jan van Landeghem (orgel) en Alain Roelant (trompet) spelen op 12/8 composities van Van Landeghem, Eben, Bach en Clarke. Peter Planyavsky, organist aan de St.-Stephansdom in Wenen, improviseert op 19/8. Het slotconcert van 26/8 wordt vertolkt door Kamiel D'Hooghe met o.m. een Magnificat-fuga van Bach, de 6de sonate van Mendelssohn, de Rhapsodie Gregorienne van J. Langlais en een nieuwe compositie van de Vlaming Frans Geysen. Info: V.V.V.-Veurne, Grote Markt 29, 8630 Veurne (tel. 058/31.21.54).
- Op 11/9 om 20 u is het Festival van Vlaanderen present in de St.-Walburga met een uitvoering van het ensemble ‘Il Trionfo del Suono’ met Paul Dombrecht (barokhobo), Frank Theuns (traverso), Herman Stinders (clavecimbel) en Richte van der Meer (cello). Zij brengen werk van Teleman, Quantz, Lotti, Kleinknecht e.a. Info: V.V.V.-Veurne, Grote Markt, 8630 Veurne (tel. 058/31.21.54).
| |
• Watou
Van 3/7 tot 5/9 kan men elke dag van 14 tot 19 uur terecht in Watou voor de kunsthappening ‘Poëzie rond Roger Raveel’. Watou probeert in 1993 opnieuw een relatie uit te werken tussen de poëzie, de beeldende kunst en de omgeving. Dit jaar wordt er een link gelegd tussen de poëzie van negenentwintig van de belangrijkste, levende dichters uit Vlaanderen en Nederland en het werk van de beeldende kunstenaar Roger Raveel, ‘le peintre le plus important de l'aprèsguerre en Belgique’ (Septentrion, no 3 1992, Anneke Oele, critique d'art Amsterdam). Het Douviehuis (een wethuis daterend van 1710) wordt opgedeeld in sterk van elkaar verschillende lokaties. Ook de Douviehoeve, gelegen op 900 m van het wethuis, biedt mogelijkheden om poëzie en beeldende kunst tot een eigenzinnige symbiose te dwingen. Architect Stéphane Beel (o.a. ontwerper Raveelmuseum, laureaat Prijs Vlaamse Gemeenschap '92) en ontwerper Bernard Van Eeghem zullen de gedichten zó aanbrengen dat de werken van Raveel veel méér zijn dan illustraties van de poëzie. De eigenheid van de diverse lokaties zal de ‘luchtbrug’ schilderij-gedicht helpen visualiseren. Ook het beschermd dorpsgezicht zal maximaal geïntegreerd worden in de poëziezomer. Daarenboven creëert Roger Raveel op het Hugo Clausplein van Watou een kunstwerk dat een blijvende ode aan de Vlaamse dichter en aan de poëzie evoceert. De geselecteerde dichters zijn Benno Barnard, Dirk van Bastelaere, Lut De Block, Remco Campert, Hugo Claus, Herman de Coninck, Tom van Deel, Jozef Deleu, Charles Ducal, Anna Enquist, Eva Gerlach, Jo Gisekin, Luuk Gruwez, Christine D'haen, Miriam Van hee, Hubert van Herreweghen, Geert van Istendael, Roland Jooris, Rutger Kopland, Anton Korteweg, Gerrit Kouwenaar, Ed Leeflang, Lucebert, Leonard Nolens, Bert Schierbeek, Hedwig Speliers, Willy Spillebeen,
Eddy van Vliet, Anton van Wilderode. Info en algemene leiding: Gwij Mandelinck, Kapelaanstraat 2, 8978 Watou, 057/38.80.93.
R.D.
|
|