Zeebrugge / Sea Trade Center Project Rem Koolhaas
Zeebrugge / Sea Trade Center Project Bob Van Reeth
In het inleidend essay ‘Dwalen door een nooit gebouwd land’ gaat professor Geert Bekaert in op de verhouding van het architectuurontwerp tot zijn gebouwde realisatie. Ook benadrukt hij dat het ongebouwde te voorschijn komt in het gerealiseerde.
Projecten die op papier bleven bezitten evenwel hun eigen materialiteit. Wie kent niet het voorstel van architect Andrea Palladio (circa 1565) voor de nieuwe Rialtobrug te Venetië! Via de schilderijen van Guardi en Canaletto wordt zijn brug voorgesteld als een gebouwde realiteit. Architect Aldo Rossi verwijst vaak naar dit voorbeeld wanneer hij het begrip ‘analoge stad’ hanteert. Erg boeiend is het bestuderen van niet uitgevoerde projecten als een wezenlijk onderdeel van de geschiedenis van het fenomeen stad. Bruno Fortier's onderzoek voor de ‘Atlas de Paris’ resulteerde in 1989 in een expositie ‘La Métropole Imaginaire’. Fortier analyseerde de mogelijke impakt van niet uitgevoerde projecten op de ontwikkeling van de stad.
In dit themanummer van Vlaanderen werd niet gekozen voor onuitgevoerde privé woningen. Op zich zou dit wel een boeiend verhaal opleveren. De nadruk ligt hier op voorstellen die ongetwijfeld een grote impakt zouden hebben gehad op het gebied van de stedebouw en het totaal stedelijk beeld.
De mens is gefascineerd door torens, een streven naar verticaliteit om de plek vanop afstand te markeren. Kan men het Vlaamse landschap indenken zonder zijn kerktorens?
Het beeld van Gent dat men in zijn geheugen vasthoudt is zeker de monumentale torenrij. Het al dan niet verstoren van dit gekend beeld was van cruciaal belang binnen de discussie omtrent de bibliotheektoren van de universiteit ontworpen door architect Henry Van de Velde. Dat Gent toch deze toren kreeg heeft meer te maken met de invloed die Van de Velde had, tot in het Koninklijk hof, dan met de architectonische kwaliteiten die de toren bezit. De Kuip van Gent had er wel anders uitgezien indien men architect Valentin Vaerwijck's voorstel uit 1913 voor de torenbeëindiging van de Sint Michielskerk had gerealiseerd.
Binnen de selectie in dit themanummer bevinden zich veel torens; van Hankar's Art-Nouveau torenproject tot een IJzertoren toegankelijk voor auto's. Indien men voor de expo 1958 had gekozen voor de toren van Stynen en Magnel had Brussel nu vermoedelijk niet zijn Atomium!
Het is de eerste maal dat een tijdschrift in Vlaanderen aan dit thema aandacht besteedt. De selectie kan men uitbreiden met nog meer voorbeelden. Wel is gekozen om de meest bepalende voorstellen te documenteren. Verschillende auteurs geven via een korte toelichting informatie hoe deze projecten zijn ontstaan en welke hun draagkracht is binnen de architectuurontwikkeling.
Voor de kaft viel de keuze op architect Henry Van de Velde's ontwerp voor de Antwerpse Linkeroever, de grote ‘Poort voor Vlaanderen’.