Eén van de belangrijkste bijdragen van België tot de architectuurontwikkeling is ongetwijfeld de Art-Nouveau te Brussel. De centrale figuur is architect Victor Horta (1861-1947) die met woning Tassel uit 1893 een grensverleggende vernieuwing introduceerde. In 1962 koos men niet voor dit meesterwerk, maar voor Horta's eigen woonhuis, opgetrokken tussen 1898 en 1901. De aanleiding was de aankoop van dit huis door de gemeente Elsene met als doel het in te richten als ‘Museum Horta’. Een opmerkelijke vaststelling is echter dat Horta zijn woning met aanpalend atelier gelijktijdig optrok, terwijl Cornelis, de ontwerper van de postzegel, koos om enkel het woonhuis af te beelden.
Het 19de-eeuwse Kursaal van Oostende werd tussen 1898 en 1906 door architect Alban Chambon (1847-1928) zeer ingrijpend getransformeerd tot één van de meest feërieke gebouwen van Europa. Dit architectonisch hoogtepunt uit de ‘Belle Epoque’, dat tijdens de tweede wereldoorlog werd vernield, kwam op een zegel naar aanleiding van de 700ste verjaardag van de stad Oostende. Een opmerkelijke keuze, aangezien Oostende op dat ogenblik reeds was gestart met de onverbiddelijke sloping van haar uniek 19de-eeuws patrimonium, inclusief het prachtig theatergebouw van dezelfde architect!
Palais Stoclet te Brussel uit 1905-1911 van de Weense architect Jozef Hoffmann (1870-1956) is één van de topwerken van de 20ste-eeuwse architectuur. Dit uniek ‘Gesamtkunstwerk’ van de Wiener Secession is tot op heden zeer gaaf bewaard gebleven en kreeg in 1965 terecht een reeks van drie zegels.
Het lang en complex verhaal van het tot stand komen van de Basiliek van Koekelberg werd reeds uitvoerig belicht in het tijdschrift ‘Vlaanderen’ (nr. 198). Het ontwerp voor dit monumentaal bouwwerk van architect Albert Van huffel (1877-1935) dateert van 1921. De eigenlijke bouwfase startte pas in 1930. Vooral de problemen om deze Basiliek te financieren waren de hoofdreden van de zo lange bouwactiviteit. In 1938 werden maar liefst zeven zegels met toeslag uitgebracht, in de eerste plaats als financiële steun voor dit gigantisch project van de Katholieke Kerk. In 1952, naar aanleiding van de inzegening van de Basiliek op 14 oktober 1951, verschenen opnieuw drie zegels met toeslag en bijhorend velletje.
In de jaren twintig en dertig worden veel architecten in Vlaanderen beïnvloed door het werk van hun Nederlandse collega's. De Nederlandse architect Kropholler kreeg zelfs rond 1930 de opdracht een nieuw ontwerp te maken voor de Abdij van Affligem bij Aalst. Enkel een gedeelte werd in 1933-1934 gerealiseerd. De centrale trapruimte, uitgevoerd in zichtbaar metselwerk, bevindt zich op een zegel uit 1965.
Naar aanleiding van zijn zeventigste verjaardag in 1933 kreeg architect Henry van de Velde (1863-1957) zijn eerste overheidsopdracht. Als boekenmagazijn voor de Centrale Bibliotheek van de Gentse Rijksuniversiteit koos van de Velde voor de toen ongebruikelijke oplossing van een toren. Na veel discussies kreeg Gent in de tweede helft van de jaren dertig haar ‘vierde’ toren. Hiermee wilde van de Velde de aanwezigheid van de universiteit in de stad visualiseren, evenals de invloed van het boek als communicatiemedium benadrukken. In 1963, honderd jaar na de geboorte van van de Velde, één van onze belangrijkste bouwmeesters van deze eeuw, werd een zegel uitgegeven waarop zowel zijn beeltenis voorkomt als de boekentoren.
Dat een oorlogsgebeuren diepe sporen nalaat in een samenleving wordt ook gevisualiseerd in architectuur, door het bouwen van oorlogsmonumenten. Het IJzergedenkteken voor Koning Albert te Nieuwpoort werd ontworpen door architect Julien De Ridder. De maquette van dit project werd gebruikt als afbeelding op een postzegel uit 1938. Pas na 1945 werd het monument opgericht. Het groot aantal gesneuvelde en gewonde soldaten uit het toenmalig Engels Imperium tijdens de eerste wereldoorlog werd blijvend herdacht met de bouw van de Menenpoort te Ieper. Dit indrukwekkend oorlogsmonument ‘Missing Memorial’ werd ontworpen door de Engelse architect Reginald Blomfield en gerealiseerd tussen 1923 en 1927. Het meest interessante facet van dit bouwwerk is de keuze een stadspoort te combineren met een monument: een gedenkteken met niet enkel een architectonische waarde, maar ook met een stedebouwkundige dimensie.
Een opmerkelijke vaststelling is echter dat noch de eerste noch de tweede IJzertoren te Diksmuide in aanmerking kwamen voor een postzegel. De huidige IJzertoren, ontworpen door de architecten R. & Fr. Van Averbeke in de jaren twintig, en pas gerealiseerd na 1945, kan men enkel terugvinden op speciale afstempelingen naar aanleiding van de jaarlijkse IJzerbedevaart.
In de jaren dertig organiseert België twee belangrijke internationale tentoonstellingen namelijk te Brussel in 1935 en te Luik in 1939. Als propaganda voor deze manifestaties werden respectievelijk in 1934 en 1938 telkens vier zegels uitgegeven. De hoogste waarde uit 1934 is een tekening van de Eeuwfeestpaleizen op de Heizel, ontworpen door architect Van Neck. Voor de expositie te Luik koos men voor het centraal paviljoen, het gedenkteken met bijhorende kerk te Cointe van de Antwerpse architect Smolderen en een voorstelling van het Albertkanaal.
Een veel voorkomende ziekte waarmee de maatschappij werd geconfronteerd was de tuberculose. Daarom bouwde men sanatoria waarin een zo groot mogelijke openheid ontstond tussen interieur en exterieur. Het streven van vele moderne architecten naar een zo groot mogelijke transparantie, gecombineerd met een hygiënische dimensie van de architectuur, werd als het ware het zuiverst gerealiseerd in deze medische gebouwen. Het sanatorium van architect Duiker uit 1928 te Hilversum en dat van architect Aalto uit 1929-1931 te Paimio behoren tot de top van de 20ste-eeuwse architectuur. Ook in België werden een aantal sanatoria opgetrokken in de geest van het Nieuwe Bouwen, een heldere, functionele stijl. De twee belangrijkste zijn ook afgebeeld op een zegel: in 1950 het sanatorium te Tombeek (Overijse) uit 1932-1938 van de architecten Fernand Brunfaut (1886-1972) en zijn zoon Maxime (o1909). In 1928-1932 bouwde architect Edward Van Steenbergen (1889-1952) het sanatorium De Mick, te