Aandacht voor...
Frans Depeuter en de weg naar Amalfi
Enkele jaren geleden noteerden wij tijdens de lectuur van de novellenbundel Wachten op (1974) van Frans Depeuter volgend fragment: ‘Er bestaat maar één manier om je te handhaven, (...), en dat is: altijd zeggen wat je meent, nooit iets doen wat je niet ligt, anders verlies je jezelf in de anderen. (...). Ik probeer alleen maar mezelf te blijven en als dat anderen geneert, tant pis pour eux.’ (p. 104). Deze op het eerste gezicht erg egocentrisch gerichte visie en houding blijkt in de praktijk voor de stellingnemer (i.c. de schrijver) vaak ernstigere en negatievere gevolgen te hebben dan voor de eventuele (on)rechtstreeks betrokkene bij de stelling. Tot deze bevinding kwamen wij toen wij na verloop van tijd in nauwer persoonlijk contact kwamen met de auteur zelf en tot onze eigen verbazing vaststelden dat hij rigoureus het geciteerde adagio trachtte te volgen met alle kwalijke gevolgen die zo'n houding voor hem kon meebrengen.
Immers sinds 25 jaar timmert Depeuter ijverig aan de literaire weg en bouwt langs die weg een stilaan indrukwekkend en steeds persoonlijk oeuvre op. Bovendien krijgt hij al die tijd van lovende tot ronduit schitterende kritieken op zijn letterkundig werk. En toch klinkt zijn naam niet zo als die van
Portret van Frans Depeuter.
Ruyslinck, Van Den Broeck of Geeraerts, etc... En toch verkopen zijn titels lang niet evenveel als
Het verdriet van België of
De komst van Joachim Stiller. Tant pis pour lui? Of verdient het werk van Depeuter dat beetje extra commentaar dat de lezer toelaat binnen te treden in de onuitputtelijke rijkdom van zijn teksten? Op deze vraag zullen we uitgaande van het citaat bij het begin van het artikel in het korte bestek van dit stuk trachten te antwoorden.
Een onderliggende component die we duidelijk in dit citaat terugvinden is zeker de drang naar echtheid. Hoe men hem ook benadert, de auteur wil ten allen tijde eerlijk en open zijn persoonlijke visie meedelen en verdedigen. Het is dan ook vanuit dit standpunt dat Depeuter literatuur benadert. Zij kan voor hem slechts één onderwerp hebben: het echte leven. Voor een schrijver die zich au sérieux wil nemen, is literatuur geen fabeltje, geen valse illusie maar een oprecht weergeven en analyseren van het ware leven. Leven niet alleen in zijn biologische betekenis maar ruimer en complexer als een kolkende smeltkroes van impulsen en impressies, dromen en daden die we hier willen resumeren als een schrijven over het bewustzijn.
Doorheen zijn teksten merken we dan dat het leven voor Depeuter een trage doch onomkeerbare gang van voortdurend verlies is. Niet alleen het fysieke verlies (de gehandicapte jongen in De Tuimelaar, de dood van een kind in De hand aan jezelf, de voortschrijdende psychische aftakeling van een moeder in Groene zwanen, witte zwanen), maar ook het meer innerlijke verlies van gevoelens (Greg in De laatste zomer), van idealisme (Vincent in De tocht). Dit besef van verlies verwekt noodzakelijkerwijze een diep gevoel van angst (voor de dood). En meteen zitten we dan bij een van de grondstructuren van onze menselijke gegevenheid en culturele verworteling.
Vooraleer aan te tonen hoe Depeuter die grondstructuren illustreert, willen wij eerst nog even stilstaan bij dat gevoel van angst voor verlies dat in zijn werk dominant aanwezig is. Die aanwezigheid wordt niet als negatief ervaren en beoogt in een belangrijke mate een therapeutisch effect. Lezen we niet in De laatste zomer (1984): ‘Misschien is schrijven ook dit: zoals een weke oester rond een irriterend voorwerp (een zandkorrel bij voorbeeld) dat in haar schelp is binnengedrongen, een parel ontwikkelt, zó proberen de pijn te verzachten door een mantel van woorden te vormen omheen de kwetsende bestanddelen die in je lichaam binnendringen...’ (p. 17)? Door over angst en dood te schrijven geeft de auteur zich a.h.w. een bezweerdersfunctie, door verlies en onvolmaaktheid te aanvaarden verkrijgt hij een warm gevoel van troost en tederheid. Misschien slechts een kleine troost maar de aandachtige en gevormde lezer zal de consequente oprechtheid waarmee de schrijver deze indrukken zoekt, beslist waarderen.
Terugkerend op de basismodellen van angst en dood die we reeds vroeger in het werk onderkenden, willen we er al van in den beginne aan toevoegen dat deze twee componenten van de psyche weliswaar belangrijke hoekstenen vormen in het werk van Depeuter, maar dat zijn teksten ook andere thema's