Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 36 (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 36
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 36Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 36

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 36

(1987)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 238]
[p. 238]

wij huldigen / wij gedenken

Jan van der AA 60

Jan Van der Aa, die tijdens de voorbije 60 jaar als kartoenist ‘Punt’ tot ver buiten de landsgrenzen bekendheid verwierf, werd op 14januari 1927 te Hemiksem geboren, waar hij nu nog, samen met Marie-Louise, zijn zorgendeler, in de Notelaarstraat 9 verblijft. Of beter gezegd: nog altijd drukdoende is, hetzij met

illustratie

het plegen van kartoens of het creëren van grafische en andere dingen, hetzij met het schrijven van poëzie, waarmee hij ondermeer de kolommen van ‘Vlaanderen’ wist te halen. Jan Van der Aa heeft altijd in een direct verstaanbare taal getekend. Hij heeft het nooit nodig geacht om in allerlei tierlantijntjes zijn mening te zeggen. Hij tekende altijd ‘op de man af’. Hij heeft in de vele kartoens die uit zijn pen ontvloeiden, de dagelijkse dingen geboetseerd, die zijn hart beroerden. Hij heeft de modderpoelen geprojecteerd, die van ons leefmilieu bij momenten zo'n vuil nest wisten te maken, ook al deed hij dat telkens met een bloem in de pen, en met een vlotheid en een diepte, waardoor zijn kartoenale gedachtengroepjes genietbaar zijn en genietbaar blijven.

Jan Van der Aa werd als ‘Punt’ meermaals gelauwerd. Hij won in 1967 de derde prijs in de door Jozef van Overstraeten (VTB) georganiseerde Tweejaarlijkse wedstrijd voor de Grauwe Humor. Hij was nadien, in 1969 en in 1971 telkens primus. Hij heeft het wereldrekord omtrent de langste kartoen lange tijd op zijn naam gehad. Hij publiceerde in Raak, Straal, Koerier e.a. bladen. Hij exposeerde zowel individueel als in groepsverband. Hij was ook in het buitenland met zijn zachte humor aanwezig.

Jan Van der Aa, die als Punt bij de kartoenale P's behoort (samen met Pil, Picha, Pirana en Ploeg), is lange tijd, met zijn universeel geladen pen, als ‘verslaggever van zijn tijd’ op stap geweest. Hij wist, ondanks het feit dat hij relatief weinig boeken illustreerde, dank zij de 24 prenten die ‘Bakkeske wordt groot’ van Eugeen Adriaensens nog smakelijker maken dan het al is, zeer hoog te scoren.

Jan Van der Aa is er nu 60. Het is een mijlpaal, maar geen eind-‘punt’ in het leven van de ingoede mens en de geboren kunstenaar die hij in wezen is.

Karel De Decker

Maria Vlamijnck 70

In het voorjaar werd de in Koksijde wonende schrijfster, Maria Vlamijnck, door het Stadsbestuur van Nieuwpoort gelauwerd. De in maart 70 jaar geworden auteur werd gehuldigd voor haar verdienstelijk werk betreffende de geschiedenis van de stad Nieuwpoort en de omliggende streek. Ze is tevens lid van de Werkgroep Geschiedenis van Nieuwpoort en stelde een bibliografie

illustratie
Foto: Leerman, Oostduinkerke


bestaande uit 1.000 steekkaarten samen. Van de hand van Maria Vlamijnck verscheen ook een historische monografie over de slag bij Nieuwpoort in 1600. Door oorlogsomstandigheden kwam ze in Sheffield (G.Br.) ter wereld. In 1921 vestigde het gezin zich opnieuw in Nieuwpoort. Al vroeg ontwaakte in haar de lees- en schrijfmicrobe. Toch zou het omwille van allerlei persoonlijke oorzaken nog geruime tijd duren eer ze ertoe kwam een roman te publiceren. Zelfkritiek en een ijzeren discipline zijn twee deugden die haar steeds eigen zijn geweest, vandaar haar moed om niet goed bevonden manuscripten te vernietigen met het gevolg de produktie van drie zgn. ‘wegwerpromans’. Pas in 1963 verscheen een eerste roman ‘Vierboete’. Daarna publiceerde ze met regelmatige afstand nog zeven romans, de hoger aangestipte monografie en een dichtbundel. Voor diverse literaire tijdschriften schreef ze een aantal verhalen en gedichten.

Voor ieder van haar boeken gaat ze met veel zorgvuldigheid te werk. Grondige voorstudie gaat het schrijven steeds vooraf. Naast de streekgeschiedenis gaat haar voorkeur uit naar het culturele Spanje, dat ze al herhaaldelijk bereisde. Haar voorlopig laatst verschenen roman ‘Zwerftocht naar het geluk’ (1986) is een vermenging van werkelijkheid, irrealiteit en metafysica. Roman die haar waardevolle literaire loopbaan alleen maar bevestigt. Momenteel heeft de kranige schrijfster een nieuw manuscript klaar, een historische roman uit het Spanje van de 16de eeuw. Boek dat het pronkstuk van haar oeuvre zou moeten worden. Vermelden we tenslotte nog dat er binnen afzienbare tijd een monografie over haar van de hand van Frans Van Campenhout zal verschijnen (Res. ‘Sunside’, Joststraat 2/13, 8460 Koksijde).

Pieter Jan Verstraete

Dichter Fernand Florizoone

Poëzieprijs van de Stad Blankenberge 1986 - Poëzieprijs BGJG/GOA Kortrijk 1987 - Eerste Prijs voor Poëzie, CbK Kunst- en literatuurwedstrijden 1987, Veurne.



illustratie
Foto door Marcel Demeirleir


De succesrijke dichter Fernand Florizoone uit Koksijde werd in 1986 bekroond met de Poëzieprijs van de stad Blankenberge, georganiseerd door de Kofschip-Kring met als thema ‘Muziek’ voor zijn gedicht ‘Sibelius’ en in 1987 met de Poëzieprijs BGJG/GOA Kortrijk rond het thema ‘Grootmoeder’ voor de categorie ‘Plus-Vijftigers’ met zijn gedicht ‘Met je kleinkind’. In de Kunst- en Literatuurwedstrijden 1987, georganiseerd door het Comité ter bevordering van de kunst, Vormingsinstituut van Veurne werd hij bekroond met de Eerste Prijs (prijs van de gemeente De Panne) voor het gedicht ‘Herfst’.

In plaats van een traditionele huldetekst heeft de gelau werde dichter gekozen voor depublikatie van de drie geprimeerde gedichten:

Sibelius
 
De aarde ruist zijde
 
engelen dalen langs violen,
 
het dooit geel en roze,
 
 
 
God schept ijsberen uit sneeuw.
 
Sleden, paarden en veenpluis
 
beklemtonen de verzwegen hemel,
 
 
 
een fee van feestelijke droefheid
 
dekt mij onaards toe
 
 
 
terwijl over oeverloze meren
 
Finland drijft naar het noorderlicht.
Met je kleinkind
 
Met je kleinkind twijgen snijden
 
uit de klaarte van een zaterdag,
 
een hut bouwen voor melodieën
 
zonder huis,
[pagina 239]
[p. 239]
 
samen naar de fabels van de bijen gaan,
 
een autoloze zondag tekenen op de weg
 
vooraleer de bloemen vluchten,
 
 
 
een vuur aanmaken in de tuin,
 
de stekels van je halve eeuw verbranden
 
en in de grote ogen van je kleinzoon
 
het brandend braambos zien,
 
 
 
met je kleinkind aan je hand
 
over het brugje van de avond lopen
 
naar het jaar 2000,
 
twee vizioenen in elkaar geschrankt.
Herfst
 
Braambessen plukken
 
tussen de speelwoorden van mijn
 
kleinkinderen,
 
 
 
misschien is dit de herfst
 
en ook mijn toeverlaat:
 
 
 
wat warme kleuren zoeken
 
voor ons afgekoeld huis
 
dat op een boogscheut van de winter staat.
 
 
 
(Guldenvlieslaan 40, 8460 Koksijde)

In memoriam Julien de Mey

Op 13 juli jl. kwam in de buurt van Moskou bij een verkeersongeval letterkundige Julien De Mey (o Hamme 15.12.'37) uit Sint-Amands om het leven. Hij was als reisleider met een VTB-autocar voor een 20-daagse reis door Polen, Rusland en Noorwegen op weg naar de bekende Russisch-Ortodoxe kloosters.

Sedert 1963 woonde Julien De Mey met zijn gezin in Klein-Brabant nl. te Sint-Amands, in de nabijheid van Bornem waar hij als licenciaat Germaanse filologie leraar was aan het O.-L.-Vrouw-Presentatieinstituut. De jongste jaren had De Mey zich ontpopt als een uitstekend vertaler van het werk van de franstalige

illustratie

dichter uit Sint-Amands, Emile Verhaeren. Het gemeentebestuur van Sint-Amands zal eerlang een herdruk uitbrengen van de bundel met vertalingen van gedichten van Emile Verhaeren van de hand van Julien De Mey. De eerste uitgave uit 1981 was volledig uitverkocht. Voor deze nieuwe publikatie had De Mey nog de laatste hand gelegd aan nieuwe vertalingen, ook van proza van Emile Verhaeren. Deze vertalingen verschenen reeds in diverse ‘Almanakken voor Klein-Brabant’, sedert 1983 uitgegeven door de Streek-V.V.V. - Klein - Brabant - Scheldeland.

Julien De Mey die zelf ook gedichten schreef, publiceerde talrijke artikels over moderne kunst en recensies over Duitstalige literatuur in ‘Gazet van Antwerpen’, waarvoor hij vaak de schuilnaam Julius Meinl gebruikte.

Voor de V.V.V. van Klein-Brabant schreef hij ook het scenario voor een aflevering over Klein-Brabant voor ‘Boeketje Vlaanderen’, het gekende TV-programma. Hoewel afkomstig uit het Land van Dendermonde was hij vol van het Land aan de Schelde, het Land van Verhaeren.

Wij zullen zijn minzame goedhartigheid missen, zijn wijze raad en zijn vaardige pen. Met weemoed herlezen we zijn vertalingen van ‘Les Flamandes’, van ‘Les Moines’ en vooral van ‘Les Heures’ want zijn liefde voor het werk van Emile Verhaeren was een bindteken met vele vrienden.

Paul Servaes

In memoriam Leo Vandaele

Op 19 maart 1.1. overleed te Leuven de auteur Leo Vandaele, geboren te Izegem op 27 maart 1904. Hij woonde sedert 1957 te Tervuren, Duisburgsesteenweg 31. Leo Vandaele debuteerde in 1928 met kindertoneel: ‘De wolf in de kudde’ en kort daarop verscheen een werkje over Koningin Astrid: ‘Een koningin uit het sprookje’, beide onder het pseudoniem Leo van Izegem. Nadien volgden nog enkele geëngageerde toneelwerken, waaronder het veelvuldig opgevoerde ‘Catacombentrots’ (uitg. P. Vink, Antwerpen). Als poëtisch werk verscheen van Leo Vandaele in 1936 ‘De heilige Tuimelaar’ (Lannoo, Tielt). Marnix Gijsen prees deze ballade als ‘een eerlijk stuk werk, gevoelig geschreven’ en hij prees ook de dichter ‘om de kinderlijke soberheid, de vroomheid zonder femelarij, die uit zijn bewerking van de legende spreekt’ (Kroniek der Poëzie). Nog hetzelfde jaar volgde ‘Addis Abeba’, (Lannoo). Hiervan verscheen een fragment in: ‘Van Heer Halewijn tot Vrouw Griese’ (Bert Decorte V.P.

illustratie

nr. 4). In 1937 behaalt Leo Vandaele de Debutantenprijs voor Roman bij de uitgeverij Kosmos te Amsterdam voor zijn roman ‘Vergeefse bloei’, uitgekozen onder 159 deelnemers, ‘een boek, zo goed gezien, zo juist getekend, zo fijn en frapperend van beeldspraak en karaktertekening, dat men niet begrijpt hoe een jong auteur dit schrijven kan. Sommige passages zijn zo bezonken en diep, dat men ze genietend leest en herleest’ (De Tijd). Te Kortrijk, bij ‘Zonnewende’, kwam in 1939 ‘De vergeten man’ van de pers. Reeds in 1943 kende het werk een herdruk. Criticus Urbain Van de Voorde noemde ‘De vergeten man’ een ‘goed gebouwd en feilloos verhaal, dat volkomen aanneembaar gemaakt wordt door de merkwaardige vertelkunst van de schrijver. In menig opzicht verdient deze geprezen te worden’ (Laagland 1944). Heideland Hasselt verzorgde hiervan een heruitgave in 1963, in de reeks Vlaamse Pockets, als nr. 114. Op 55-jarige leeftijd publiceerde Leo Vandaele bij de Goudvink te Antwerpen ‘De Spaanse Bruid’ ‘Een breed en bewogen tafereel van tien dramatische jaren Europese Geschiedenis... Zuiver literair gezien zeker niet inferieur aan zoveel buitenlandse romans die sukses hebben wegens de stof die ze behandelen en de manier waarop ze dit doet’... (U. Van de Voorde).

‘Vandaele heeft de bedoeling gehad te getuigen; hij deed zulks in die geest van onthevendheid die de vrucht is van het juiste inzicht in de menselijke ontoereikendheid’... (Paul Hardy). ‘De auteur bezit een ongehoorde fantasie en beschrijft een weelde van intriges en gebeurtenissen. In zijn geheel genomen is deze roman een onthutsend verscheiden en spannend boek geworden’... (Bernard Kemp).

Leo Vandaeles al te verregaande bescheidenheid en harde zelfkritiek zijn oorzaak dat ‘De Renner en de Sfinx’ en ‘Meester Slagwater’ twee fijne romans die getuigen van levenswijsheid en volkse humor, in de lade bleven liggen, drukklaar. Beide ‘deugden’ zijn ook de schuld dat Leo Vandaele niet meer publiceerde, en ondertussen als een ‘vergeten man’ rustig naar zijn einde toeleefde, niet genoeg naar waarde geschat.

Welke Vlaamse vertellers van de generatie Demedts, Dalle, Walschap,... resten ons nog?

Frans Ooms

Oproep van de redactie

C.V.K.V.-leden die menen in aanmerking te komen voor een artikel in deze rubriek (n.a.v. een bekroning of een verjaardag van 60, 70, 80,...), richten eerst een aanvraag aan het redactiesecretariaat (adres vooraan in het nummer). Gelieve hierbij echter rekening te houden met de voorschriften van onze Raad van Bestuur, afgedrukt in ons nr. 204, blz. 49. Beste dank bij voorbaat.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Frans Ooms

  • Karel de Decker

  • P.J. Verstraete

  • over Maria Vlamijnck

  • over Fernand Florizoone

  • over Leo Vandaele