[nummer 216]
Woord vooraf
Oudenburg, dat de laatste jaren af en toe de één van de Vlaamse pers haalde, klonk reeds in vroegere dagen niet vreemd in de oren van onze historici.
Enkele decennia geleden ontdekte Professor Mertens binnen de dorpskom een Romeins castellum, en op de wijk 't Hoge, een uitzonderlijk Romeins grafveld.
Die militaire basis uit de vierde eeuw van onze tijdrekening maakte deel uit van een militaire verdedigingsgordel in het afgelegen noorden van het Romeinse rijk, de zogenoemde Litus Saxonicum. Dit verdedigingssysteem was door de Romeinen uitgewerkt om het Rijk te beschermen tegen vreemde invasies. De structuur van het castellum tekent zich nog duidelijk af in de huidige dorpsstructuur: een reeks straten vormen er een regelmatig vierkant.
Het opgegraven grafveld telde 216 graven en lag ten westen van het castellum. Het boeit vooral door de vele unieke voorwerpen die als grafgiften werden meegegeven. Al die mooie mantelspelden, juwelen, verfijnd glas- en aardewerk, zullen deze zomer kunnen bewonderd worden in een groots opgezette tentoonstelling die zal plaatsgrijpen in het onlangs door het stadsbestuur aangekochte abtsgebouw.
Ook in de middeleeuwen vervulde Oudenburg een interessante rol, zowel op economisch, religieus als cultureel gebied. Uit archiefdocumenten en iconografische bronnen kennen we het bestaan van een lakenhalle met belfort (de Garenhil), een stenen stadhuis, een Sint-Jansgasthuis, een parochiale O.-L.-Vrou wekerk.
Om haar belangrijkheid te onderstrepen heeft een recente wet Oudenburg haar oude stadstitel teruggeschonken.
Van in de vroege middeleeuwen tot aan de Franse Revolutie speelde ook de Sint-Pietersabdij een voorname rol.
In 1984 werd de stichtingsdatum van het benedictijnenklooster met een hele waaier van activiteiten herdacht. Als stichter van deze abdij stond de Vlaamse heilige Arnoldus, bisschop van Soissons, in het brandpunt van de belangstelling. Een uitzonderlijke tentoonstelling, waarin het leven en de iconografie van de H. Arnoldus centraal stonden, evenals een zeer geslaagde openluchtevocatie behoorden tot de belangrijkste evenementen van feestvierend Vlaanderen in dat jaar.
Met grote vreugde stellen we vast dat deze Vlaamse Sint, tevens patroon van de Belgische brouwers, ook in 1987 in de belangstelling staat. Het is immers 900 jaar geleden dat hij te Oudenburg overleed.
Dit eeuwfeest, dat wij merkwaardig genoeg steeds vieren op de sterfdatum, mocht niet zomaar voorbij gaan.
Wij verheugen ons dan ook ten zeerste dat het tijdschrift Vlaanderen is ingegaan op ons verzoek om een themanummer aan Sint-Arnoldus te wijden.
Het past de eminente redactie van dit tijdschrift te danken en te feliciteren.
Hulde en lovende woorden zijn we eveneens verschuldigd aan een hele groep erudiete auteurs die de verschillende aspecten van dit thema behandelen.
Het wordt een boeiende ontdekkingstocht doorheen de middeleeuwen, de biografie van de gevierde heilige, de iconografie en de aspecten van het volksleven, de literatuur en de beeldende kunst.
De namen van deze schrijvers som ik graag op: Lut Dewicke, Anselm Hoste, Jean Luc Meulemeester, die ook de samenstelling van dit nummer voor zijn rekening nam, Willy Muylaert, Arnoldus Smits en Raoul Vander Plaetse.
We wensen U alvast veel leesgenot en hopen U eerlang te verwelkomen binnen de geborgenheid van ons stadje (of steetje).
J. Van der Perre
Burgemeester van Oudenburg