Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 36
(1987)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 49]
| |||||||||||||||||
geschenk-litho voor wie een nieuwe abonnee op ‘Vlaanderen’ werft...Erik van Straelen (oHasselt, 10.11.1943) beoefent de schilderkunst, de keramiek en de grafiek. In 1967 behaalde hij het diploma van keramist aan het Provinciaal Hoger Instituut voor Kunstonderwijs te Hasselt, in het atelier van Jan Heylen. Later volgde hij nog een technologische cursus muurschilderkunst te Alde-Biezen. In 1975 was hij één der stichters van het kunstenaarscollektief ‘Akkolade’. Na een leraarschap aan de Stedelijke Academies van Genk en Hasselt, werd hij in 1985 leraar (tekenen) aan het Provinciaal Hoger Instituut voor Kunstonderwijs te Hasselt. Onder leiding van M. Savko (Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium) werkte hij mee aan de restauratie van de muurschilderingen in de Begijnhofkerk te Sint-Truiden. In 1976 behoorde hij bij de geselecteerden voor de prijs voor schilderkunst te Sint-Martens-Latem. Erik van Straelen nam deel aan verscheidene groepstentoonstellingen, o.a. te Faënza (Italië), Vesprem (Hongarije). Zijn belangrijkste individuele tentoonstellingen waren: Galerij An-Hyp, Hasselt 1977; Graethemkapel, Borgloon 1980; Woontips, Houthalen 1981; Kunstbezit, Heerlen 1981; Galerij Dessers, Hasselt 1984; Galerij Overhuis, Diest 1986 en Cultureel Centrum, Heusden-Zolder 1986. M.O.
Atelier: Ordingen-Dorp 35, 3815 Sint-Truiden
| |||||||||||||||||
21e Dagen van het Vlaamse liedOnze redactie publiceert hiernavolgend de inhoud van de toespraak gehouden door de heer Norbert D'hulst, secretaris generaal van het Davidsfonds, en dit ter gelegenheid van de 21e ‘Dag van het Vlaamse lied’ gehouden in de ‘Singel’ te Antwerpen op 16/11/86.
Gebeurtenissen als deze 21e Dagen van het Vlaamse Lied verrassen telkens weer: de luisteraars, maar vooral ook de samenzangers die we dan allen zijn, ervaren hoe ongelooflijk rijk, hoe meeslepend-mooi, hoe ontroerend diep het werk van grote Vlaamse musici gebleven is. Deze dagen-in-november verheugen ook omdat we dan in en rondom ons voelen dat Jef van Hoof, honderd jaar geleden geboren, en Armand Preud'homme, dit jaar gestorven, voortleven in de schoonheid die ze schiepen en die wij nu beleven. Echte schoonheid blijft beroeren, ontroeren, bezielen ook. De verrassing is ongetwijfeld groot om nog een andere reden: eens hierbuiten komen we immers terecht in een andere muzikale wereld, die ons - van de top-20 tot sommige jeugduitzendingen op TV, van BRT-2 tot menige video-clip - overspoelt met klanken die af en toe wel wat met schoonheid te maken kunnen hebben, maar meestal het tegenovergestelde ervan zijn. Hun grote verdiensten zijn dan blijkbaar alvast vijfvoudig:
In deze eigenaardige crisistijd wordt succes wel eens gelijkgesteld met waarde, en vragen ook wij ons af of deze Angelsaksische import - die ons duidelijk niet het beste of het diepste brengt van deze grote cultuur, maar het commerciële schuim van deze smeltkroes - dan toch niet waardevol is. We denken dan uiteraard niet aan de onderliggende tekstboodschap - waarvan de vertaling menig ouder en opvoeder sprakeloos zou laten - maar aan de verkoopcijfers, de echo's in de media en wat de respons genoemd wordt bij het jongerenpubliek. Daartegenover staan dan muzikale feesten als vandaag (waar wij ervaren hoe blijvend echte schoonheid kan zijn), de nieuwe bloei en de kwaliteitsverbetering van het koorleven in Vlaanderen. Hoe diepgaand en verfijnd dit werk ook kan zijn, het komt veel minder op radio en TV, de grote smaakmakers van nu; hoe open en volks het ook is, het bereikt de grote massa niet en voelt zich - misschien terecht - bedreigd in wat Ortega y Gasset nu allicht zou genoemd hebben ‘De neergang der horden’. Het Vlaamse lied, het volkslied, de Vlaamse muziekcultuur bereikt met al het mooie dat ze omvat, de massa niet, om drie grote redenen:
| |||||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||||
Het is helemaal niet zeker dat een commerciële zender wat Vlaamse liederen en muziek betreft, beter zou presenteren. Winststreven is nu eenmaal beter voor economie dan voor cultuur; commerciële druk en hang naar kijk- of luisterdichtheid bij een onvoldoende gevormd publiek leiden waarschijnlijk niet tot kwaliteit: buitenlandse voorbeelden en menige Vlaamse vrije radio zijn er om dit te bevestigen. Daarom dient onze aandacht op de eerste plaats te gaan naar de BRT, die volgens de wet de omroep van en voor ons volk zou dienen te zijn. Als bewuste burgers van een Vlaanderen dat op weg is naar een autonomie die we zo groot mogelijk willen, hebben we als plicht ervoor te zorgen dat radio en TV hier echt van ons worden en betere kwaliteit brengen. Daartoe kunnen we bijdragen, o.m. ook door rechtstreekse druk op de politiek verantwoordelijken. De druk kan vele vormen aannemen en ieder van ons zal wel creatief genoeg zijn om er bij te vinden. Één loopt alvast: de petitieactie nog geen jaar geleden - zonder middelen noch eigen organisatie - gestart door Gust Teugels. Het feit dat de formulieren binnenstromen, dat er massaal om gevraagd wordt, is de beste illustratie van de nood die tienduizenden bewuste mensen ervaren. De jonge Vlaamse cultuurminister kan inhoudelijk waardevol werk presteren en zijn imago gunstig bijwerken (u weet, Vlaanderen Leeft - allicht ook met die bekommernis) door orde op zaken te stellen in het Reyerslaanlabyrint en er te zorgen voor een kwaliteitsomroep die open, dynamisch maar op muzikaal gebied ook Vlaams is. Meteen moge de minister vernemen dat een eventuele private televisie, waarvoor momenteel een decreet in de maak is, aan deze basisvereisten moet voldoen. En ik kan er - vanuit mijn vereniging - aan toevoegen dat, indien dit niet zou gebeuren, Vlaamse cultuurverenigingen ook op dat vlak strijdverenigingen zullen worden. Vlaanderen, onze toekomst maken wij
Dat is onze kracht én op termijn ook onze macht. In dit verband schreef een jong, briljant en toch ook reeds ervaren politicus onlangs volgende regels: ‘Ik verwacht niets van de politici als gidsen naar een nieuwe samenleving. Over vijftig jaar lopen zij nog rond met hun verklaringen, perscommuniqués, dienstauto's, affiches en populariteitspolls in dienst van hun “super ego”. Ik verwacht meer van de stille werkers aan de tijdsgeest. Die bepaalt de geschiedenis’. Dames en heren, stille - en vandaag ook zingende - werkers aan de tijdsgeest, dat zijn wij.
Norbert D'Hulst
Bedoelde actie met verzoekschriften, waaraan talrijke cultuur verenigingen deelnemen, werd gestart in de loop van september ll. en groeit momenteel uit tot een grootscheepse campagne ten bate van eigen lied- en muziekcultuur. Tienduizenden verzoekschriften zullen in het voorjaar van 1987 worden overgemaakt aan de Gemeenschapsminister van Cultuur, Patrick Dewael. Bedoelde verzoekschriften kunnen schriftelijk of telefonisch worden aangevraagd bij: Gust Teugels, A.N.Z. Stuurgroep, Vredestraat 181, 2550 Kontich. Telefoon: 03/457.18.20. |
|