| |
Bio- en bibliografie ‘van’ en ‘over’
I. Biografie:
- | geboren op 23 oktober (Schorpioen) 1916 in Borgerhout; haar vaderGa naar eind(*1): Karel was belastingontvanger en Kempenaar (geboren in Oevel in 1876, overleden in Kalmthout in 1963); haar moeder Emma Vervliet, huisvrouw, was afkomstig van Antwerpen (1882-1957); het beroep van vader Rosseels zorgt ervoor dat het gezin enkele keren verhuist: in 1922 naar Oostmalle, in 1931 naar Essen en - tenslotte - in 1933 naar Kalmthout, waar Maria nog steeds woont: Achterbroeksesteenweg 78, 2180 Kalmthout; |
- | lager onderwijs volgt ze in Oostmalle; daar woont het gezin tijdelijk in het bijgebouw van de kasteelhoeve van graaf de Renesse, later er vlak tegenover; ze leest Abraham Hans en de gebroeders Grimm en in de gemeentelijke bibliotheek haalt ze nagenoeg het hele oeuvre van Hendrik Conscience en August Snieders (cf. haar getuigenis in De Bond, 28 oktober 1983);
middelbaar onderwijs - oude humaniora - als intern in het Instituut van het Heilig Graf in Turnhout;
daarna - van 1934 tot 1938 - studeert ze in Antwerpen tegelijkertijd aan de Hogeschool voor Vrouwen én (omdat haar moeder wil dat ze ook iets nuttigs leert) aan de Beroepsschool (afdeling confectie), beide gelegen in de Jozef De Bomstraat; in 1938 haalt ze het diploma van regentes knippen en naaien; |
- | 4 jaar is ze verbonden als leraresGa naar eind(*2): aan de Vrije Normaalschool van de zusters Ursulinen te Gierle bij Turnhout;
van 1942 tot 1944 is ze werkzaam op de studiedienst van het Arbeidsambt te Brussel;
in 1945 wordt ze redactiesecretaresse van De Pijl, het blad van het Vlaams Verbond van Katholieke Scouts (zaakvoerder ervan is Willem Vanden Eynde, de latere stichter van Boekengilde De Clauwaert, die vanaf 1953 nagenoeg al het werk van Maria Rosseels heeft gepubliceerd; sinds het najaar van 1960 is ze trouwens bestuurslid van De Clauwaert gebleven); |
- | door toedoen van Maurits Van Haegendoren, toenmalig hoofdcommissaris van V.V.K.S., wordt ze vanaf 1 april 1947 via Het Nieuwsblad redactrice en filmrecensente van De Standaard: haar eerste opdracht luidt het verslaan in 1947 van het Brussels Filmfestival. Ze maakt reportages, schrijft bijdragen voor de jeugd (zo ontstaat ‘Spieghelken’) en helpt ook de bladzijde voor de vrouw opstellen (sommige stukken ondertekent ze in die eerste jaren met de naam van haar romanpersonage Elisabeth Van Dijck; ook de scheepsarts in Sterren in de Poolnacht (1947) heet Van Dijck!)Ga naar eind(*3):;
in 1958 maakt ze deel uit van de jury voor het Wereldfestival van de Film op de Brusselse Wereldtentoonstelling;
van 22 oktober 1958 tot 26 februari 1959 verschijnt haar kranteserie over huwelijksproblemen en seksuele moraal: Voorlichting gevraagd;
met Willy Vandersteen reist ze tussen 1 september en 15 november 1959 naar het Verre Oosten (cf. Oosterse cocktail, 1960);
onder de titel Moderne nonnen gevraagd publiceert Rosseels tus- |
| |
| |
| sen 21 juli en 13 oktober 1960 acht afleveringen over het kloosterleven; na een afkeurende brief van kardinaal J.E. Van Roey werd de reeks voortijdig stopgezet (cf. De Maand, 1960, november, blz. 522; G. Durnez, 1981, blz. 52-53); |
- | na bijna 30 jaar redactrice bij De Standaard te zijn geweest, waarbij ze faam verwierf als filmcritica en auteur van ophefmakende artikels over vrouwenemancipatie en kerkvernieuwing, wat haar destijds niet altijd in dank werd afgenomen door de overheid, ging ze eind 1976 met pensioen (cf. artikel van L.D.L. in D.S., 30 december 1976: Maria Rosseels neemt ‘afscheid’); |
- | op 2 februari 1981 werd haar door de K.U. Leuven het eredoctoraat verleend (promotor: prof. dr. Emma Vorlat) ‘om de verdiensten die zij had verworven voor de positie van de gelovige leek en van de vrouw in de kerk en in de Vlaamse maatschappij’; op 26 oktober 1983 werd ze - samen met G. Geerts, H. Van Herreweghen en R. Willemyns - geïnstalleerd als lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (Van Herreweghen nam plaats op de stoel van M. Gilliams en Maaike Rosseels op die van Paul Lebeau);
begin juli 1984 werd ze ere-burger van Kalmthout, samen met J. Jorssen en W. Vandersteen; naar elk van de ere-burgers werd tevens een wandelpad genoemd; |
- | het werk van Maria Rosseels werd herhaaldelijk bekroond:
• | in 1956 met de Prijs voor het beste jeugdboek (periode 1953-55) van de provincie Antwerpen voor Spieghelken; |
• | in 1960 met de Prijs van de Vlaamse Journalistenclub voor het beste journalistieke werk van 1959 voor Oosterse cocktail; |
• | in (het najaar van) 1962 in het Referendum van de Vlaamse Letterkundigen én op de (26ste) Boekenbeurs in Antwerpen met de (eerste) Prijs van de Vlaamse lezer voor Dood van een non; |
• | in 1965 met de Prijs voor verhalend proza van de provincie Antwerpen en met de Literatuurprijs van Hilvarenbeek voor dezelfde roman (Dood van een non); |
• | in 1967 met de (7de) Dirk Martensprijs van de stad Aalst voor Gesprekken met gelovigen en ongelovigenGa naar eind(*4):; |
• | in 1970 met de Prijs voor verhalend proza van de provincie Antwerpen en met die van de Scriptores Catholici voor Wacht niet op de morgen; |
• | in 1979 met de Prijs voor letterkunde van de Vlaamse provincies 1978 voor haar gezamenlijk oeuvreGa naar eind(*5):. |
• | in 1984 met de driejaarlijkse Staatsprijs ter bekroning van een schrijverscarrièreGa naar eind(*6):. |
• | in 1984 met de Prijs van de Provincie Antwerpen voor haar gezamenlijk oeuvre. |
|
| |
a) | (historische) jeugdroman:
|
b) | (gefingeerde) dagboeken:
Spieghelken. Dagboek van een jong meisje (1952, 19677), |
Nieuw dagboek van Spieghelken (1953, 19675) |
O Marolleke! Herinneringen van een moeder (1955, 19643)Ga naar eind(*9):. |
|
c) | (historisch-psychologische) romansGa naar eind(*10)::
Elisabeth (1953)Ga naar eind(*11):, |
Ick segh adieu (1954) |
Het derde land 1954)Ga naar eind(*12): |
Ik was een kristen.
Deel 1: Het verraad (1957, 19837), |
Deel 2: Achter de horizon (1957, 19837)Ga naar eind(*13):, |
|
Dood van een non (1961, 198420)Ga naar eind(*14):, |
Wacht niet op de morgen (1969, 19733)Ga naar eind(*15):, |
Het oordeel of Vrijdag zingt de nachtegaal (1975, 19762). |
|
d) | reisverslag:
|
e) | verhalen:
Meer suers dan soets moet ic ghestadig dragen + Van de liefde die doodt in:
Meer suers dan soets. Verhalen rondom lief en leed. Leuven, Davidsfonds, 1977, blz. 7-18, 19-44Ga naar eind(*17):. |
|
|
f) | essays:
Kunst van schaduwen en dromen (1954)Ga naar eind(*18):, |
Het woord te voeren past den man (1957), |
Liefde is een zeldzaam kruid. Onze tijd in de spiegel van de film (1966)Ga naar eind(*20):. |
|
g) | opstellen:
De bewonderde vijandGa naar eind(*21): in Snoeck's literaire almanak voor Zuid en Noord, 1968, blz. 74-81; |
Verdraagzaamheid in Liber Amicorum gouverneur Richard Declerck. Antwerpen, Ontwikkeling, z.d., blz. 143-144. |
|
h) | biografieën:
|
i) | interviews:
Gesprekken met gelovigen en ongelovigen. Van polemiek tot dialoog (1967)Ga naar eind(*23):. |
|
| |
A. Algemeen:
a) | naslagwerken:
- | Baers J. en Hardy P., Lectuur-Repertorium. Antwerpen, A.S.K.B. 1953, 2 (H-R), blz. 2106-2107; |
- | Demedts A. in M.E.v.d.W. Haarlem, De Haan-Antwerpen, De Standaard, 1983, VIII, blz. 171; |
- | Hardy P. en De Win X. in Lectuur-Repertorium 1952-1966. Antwerpen, A.S.K.B., 1969, 2 (H-R), blz. 1564; |
- | Waterschoot P. e.a., Lectuur Repertorium 1967-1978. Antwerpen, K.C.L.B./Den Haag, N.B.L.C., 1981, 3 (P-Z), blz. 2178; |
|
b) | ‘literaire portretten’ van Rosseels:
- | Bonneure F. in Toortsen, nr. 9, z.d., blz. 25-28; |
- | Boude G. in De Vrouw in de Middenstand en Burgerij, 1965, XV, nr. 2, blz. 16-17; |
- | Cornet A.P. in Uitgelezen, 1. Reakties op boeken. 's Gravenhage, N.B.L.C., 19813, blz. 78-90; |
- | Durnez G. in Kerk en Leven, 21 november 1972, nr. 36, blz. 14-15; |
- | Durnez G., Vlaamse schrijvers. Vijfentwintig portretten. Antwerpen-Amsterdam, Manteau, 1982, blz. 58-62; |
|
| |
| |
|
- | Suy V., Eén schilder, dertig schrijvers. Sint-Niklaas, Danthe, 1981; |
- | Van Gool J. in Bg., 1976, LIV, nr. 3, achterflap; |
|
c) | opstellen i.v.m. haar werk:
- | Janssens M., Het werk van Maria Rosseels in de context van het religieuze leven in Vlaanderen in O.E., 1979, XXII, blz. 85-95Ga naar eind(*25):;
De maat van drie. Essays over literatuur. Leuven, Davidsfonds, 1984, blz. 186-201; |
- | Janssens M., Maria Rosseels, de kunst van het ‘afbreeuwen’ in Maria Rosseels: Verzameld scheppend proza, 1. Leuven, De Clauwaert, 1981, blz. 7-43; |
- | Kemp B., Twee romancières. Rose Gronon en Maria Rosseels in D.W.e.B., 1968, CXIII, blz. 32-42; |
|
d) | monografieën:
- | Durnez G., Maria Rosseels. Tielt-Den Haag, Lannoo, 1963 (Idolen en Symbolen: 19); |
- | Durnez G., Maria Rosseels. Nijmegen, Gottmer/-Beveren, Orion, 1981 (Grote Ontmoetingen: 35); |
|
e) | interviews met de auteur:
- | Apers M. in Spectator, 26 oktober 1974, nr. 43, blz. 54-57; |
- | Claes G. in G.v.A., 26 februari 1975; |
- | Dauw W. in Humo, 7 oktober 1982, nr. 2196, blz. 47-68; |
- | De Ceulaer J., Te gast bij Vlaamse auteurs, 3. Antwerpen, De Garve, 1963, blz. 57-63; |
- | De Schrijver E. in De Vrouw, 1971, XXI, nr. 2, blz. 6-7; |
- | Dosogne L. in Knack, 20 april 1983, nr. 16, blz. 165-168; |
- | Durnez G. in Het Nieuwsblad, 10 januari 1963; |
- | Durnez G. in De Bond, 22 oktober 1971, blz. 9;
in Jullie worden later gek dan wij. Tielt-Utrecht, Lannoo, 1971, blz. 229-242; |
- | Durnez G. in D.S., 2 februari 1981; |
- | Egbers H. in De Stem, 15 april 1982; |
- | Janssen D. in Bg., 1962, XL, blz. 161-165; |
- | Masui H. in De Bond, 7 juli 1978, blz. 4-5; 14 juli 1978, blz. 5, 9; 26 oktober 1984, blz. 6-7; |
- | Schrauwen G. in Libelle, (1980?), nr. 17, blz. 16-20, 118-119; |
- | Van Gool J. in Bg., 1976, LIV, blz. 129-135; |
- | Vissers M. in Topics, 31 okt. 1984, nr. 44, blz. 88-92; |
- | Wauters J.P. in Film en Televisie, oktober 1975, nr. 221, blz. 22-28; |
- | X. (C.D'H.) in De Bond, 9 augustus 1968; |
- | X. in De Revisor, 1974, I, nrs. 9-10, blz. 2-13; |
- | X. in Het Belang van Limburg, 21 oktober 1976; in Knipselkrant, 1976-77, II, nr. 2, blz. 5-7; |
- | X. in Curriculum van de B.R.T., 18 december 1981; |
|
f) | (ongepubliceerde) licentiaatsverhandelingen:
- | Deschrijver A., Maria Rosseels' Ik was een kristen en Dood van een non. Een karakterstudie van het hoofdpersonage. Leuven, 1973. |
- | Fouconnier M., Maria Rosseels en de katholieke probleemroman. Gent, 1975. |
- | Machiels J., Twee historische romans: Wacht niet op de morgen (M. Rosseels) en Ik, Hasso van Bodman (R. Gronon). Leuven, 1974. |
- | Smaers S., De religieuze problematiek in het werk van M. Rosseels. Leuven, 1971. |
- | Vanthillo M., Maria Rosseels ‘Ik was een kristen, een historische roman. Leuven, 1973. |
|
| |
B. Bijzonder:
c) | romans:
i.v.m. Elisabeth (1953), Ick segh adieu (1954) en Het derde land (1954):
- | Hardy P. in Bg., 1953, XXXI, blz. 182, 200; 1954, XXXI, blz. 7-8, 27; 1955, XXXIII, blz. 2-3, 23; |
- | Janssen E. in Streven, 1954-55, XXII, 1, blz. 558-559; |
- | Ruys M. in D.S., 12 november 1953; |
- | Van de Moortel R. in De Gentenaar, 22 november 1953; |
- | X. (G.A.) in D.S. 9 mei 1956; |
|
i.v.m. Ik was een kristen (1957):
- | Adriaansen G. in Streven, 1965-66, XIX, blz. 602; |
- | Hardy P. in Bg., 1957, XXXV, blz. 390-391, 407; |
- | Janssen E. in De Linie, 15 november 1957; |
- | Uytendaele L. in De Periscoop, 1957-58, VIII, nr. 4; |
- | Van d. Velden W. in De Stem, 12 juli 1958; |
- | Van Herreweghen H. in D.N.G., 14 december 1957; |
- | Westerlinck A. in D.W.e.B., 1958, blz. 502-506; |
- | Wildiers N.M. in D.S., 23 november 1957; |
|
i.v.m. Dood van een non (1961)Ga naar eind(*26)::
- | Adé G. in Universitas, 1961-62, XXIII, nr. 13, blz. 4-5; |
- | Bromberg R.L.J. in Jeugd en Cultuur, 1964-65, X, blz. 298-307, 349-356, 394-399; |
- | Cossaar M. in De Telegraaf, 14 november 1964; |
- | Demedts A. in Het Nieuwsblad, 23 november 1961; |
- | Elemans J. in Brabants Dagblad, 3 oktober 1964; |
- | Hardy P. in Bg., 1962, XL, blz. 3-5, 33; |
- | Heymans F. in Lektuurgids, 1966, XIII, blz. 267-268; |
- | Janssen E. in De Periscoop, 1961-62, XII, nr. 2, blz. 1-2; |
- | Janssens M. in D.W.e.B., 1973, CXVIII, blz. 737-748;
in Woorden en waarden. Essays over literatuur. Brugge, Orion/Nijmegen, Gottmer, 1980, blz. 247-263; |
- | Kemp B. in De Linie, 8 december 1961; |
- | Kemp B. in D.W.e.B., 1962, CVII, blz. 131-136; |
- | Knuvelder G., Spiegelbeeld. Opstellen over hedendaagse proza en enkele gedichtenbundels. 's-Hertogenbosch; Malmberg, 1964, blz. 292-298; |
- | Kraewinkels M. in Het Belang van Limburg, 3 augustus 1965; |
- | Schmitz M. in N.R.C., 12 december 1964; |
- | Smeyers J., Maria Rosseels: Dood van een non. Van roman tot film. Leuven, De Clauwaert, 1975 (Caleidoscoop der Nederlandse Letteren); |
- | Thomassen H. in D.N.G., 20 januari 1962; |
|
|
| |
| |
|
- | Van Doorne J. in Trouw, 17 oktober 1964 en 25 maart 1967; |
- | Walgrave J.H. in D.S., 18 november 1961; |
|
i.v.m. Wacht niet op de morgen (1969):
- | Daems L. in Vlaanderen, 1970, XIX, nr. 111, blz. 131; |
- | Demedts A. in De Periscoop, 1969-70, XX, nr. 4, blz. 3; |
- | Durnez G. in Brabants Dagblad,? oktober 1966; |
- | Elemans J. in Idem, 17 januari 1970; |
- | Feyaerts G. in H.L.N., 23 december 1969; |
- | Hardy P. in Bg., 1970, XLVIII, blz. 1-2, 47; |
- | Janssens M. in De Spectator, 31 januari 1970, blz. 8-9; |
- | Janssens M. in O.E., 1969-70, XIII, nr. 3, blz. 108-110; |
- | Janssens M. in D.W.e.B., 1970, CXV, blz. 285-288; |
- | Janssens M., Een bladzijde over de verrijzenis bij Maria Rosseels in De lente doet pijn. Over sterven en verrijzen nu en later... vroeger en vandaag. Verslagboek van de Vliebergh-Sencie-Leergang, afdelingen Ca techese en bijbel, augustus 1973. Antwerpen, Patmos, 1974, blz. 180-185; |
- | Kemp B, in S.d.L., 26 december 1969; |
- | V(an) A(ken) P. in Volksgazet, 12 maart 1970; |
- | Van Doorne J. in Trouw, 4 april 1970; |
- | Van Hulle J. in Bg., 1982, LX, nr. 10, achterflap; |
- | Van Oudwijk T. in Elseviers Weekblad, 27 juni 1970; |
- | X. in De Gelderlander, 7 januari 1970; |
- | X. in Wij, 24 januari 1970; |
- | X. (A.Bgl) in De Tijd, 16 februari 1970; |
- | X. (J.W.) in Dagblad van het Oosten, 13 februari 1970; |
|
i.v.m. Het oordeel of Vrijdag zingt de nachtegaal (1975):
- | Auwera F. in De Nieuwe Gazet, 22 december 1975;
in Knipselkrant, 1975-76, I, nr. 4, blz. 16; |
- | Gerits J. in Streven, 1976-77, XXX, blz. 185-186; |
- | Janssen E. in De Periscoop, 1974-75, XXV, nr. 12, blz. 3; |
- | Janssens M. in S.d.L., 1 augustus 1975; |
- | Lauwaert D. in Spectator, 13 september 1975, nr. 37, blz. 45; |
- | Schouwenaars C. in Vooruit, 2 oktober 1975; |
- | Van de Moortel R. in G.v.A., 3 september 1975;
in Bg., 1975, LIII, blz. 497-498, 522; |
- | Verbeke P. in Eksit, 1975-76, V, nr. 3, blz. 80-81; |
- | Westerlinck A. in D.W.e.B., 1975, CXX, blz. 770-773; |
|
|
Luc Decorte
| |
| |
| |
Postscriptum:
Bij het samenstellen van deze bio-bibliografieën heb ik dankbaar gebruik kunnen maken van gegevens mij bezorgd door Georges Adé, Luc Daems, Valere Depauw, André Demedts, August Keersmaekers, Ida Lebeau-Greefs, Joris Raymaekers, Maria Rosseels en Roger Vanaken. Aan hen betuig ik hierbij mijn dank alsook aan de bibliothecarissen V. Geets, C. Germonpré en W. Muylaert van de Stedelijke Openbare Bibliotheken in Mechelen, Kortrijk en Brugge.
|
-
eind(*1):
- Maria Rosseels in een brief van 18 juli 1984: ‘Het heeft belang te weten dat mijn vader uit de Kempen (Oevel) stamt en mijn moeder een rasechte Antwerpse was. Beide invloeden herkent men, voor zover ik er zelf kan over oordelen, in mijn werk én in mijn karakter’.
-
eind(*2):
- In feite heeft ze weinig voor de klas gestaan; in werkelijkheid moest ze zusters voor het onderwijzeressenexamen van de Centrale Examencommissie klaarstomen (cf. het Moritoeninterview in dit nummer).
-
eind(*3):
- Enige journalistieke ervaring had ze vóór de oorlog al opgedaan: tussen 19 september 1937 en 10 mei 1939 werkte ze geregeld mee - op voorstel van Maria Renard-De Leebeeck - aan het katholieke dagblad De Courant.
-
eind(*4):
- In Kanttekeningen bij de toekenning van een literaire prijs (Komma, 1968-69, IV, nr. 1, blz. 70-71) maakte Herwig Leus er z'n beklag over dat iemand als L.P. Boon had geholpen bij de bekroning van dit werk.
-
eind(*5):
- B.g.v. de hulde door de V.V.L. op 17 februari 1980 hield H.F. Jespers een toespraak. Cf. Mededelingen van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen, 1980, nr. 103, blz. 26-27 of Jespers' De boog van Ulysses. Antwerpen, Soethoudt & Co., 1983, blz. 182-183.
-
eind(*6):
- De jury bestond uit: Irina Van Goeree, Ludo Simons, Nic Van Bruggen, Marcel van Nieuwenborgh en Nicole Verschoore.
-
eind(*7):
- Deze primaire bibliografie beperkt zich tot haar gebundeld werk en bevat dus niet haar vele tientallen (honderden?) kritieken en opstellen als filmrecensente.
-
eind(*8):
- Geschreven voor W. Vanden Eynde, die het bij uitgeverij De Pijl zou publiceren, wat niet gebeurde. Het boek verscheen toen onder het ps. E.M. Vervliet (= de naam van haar moeder) bij het D.F. Later zou Lannoo het onder haar echte naam uitgeven. Over de ontstaansgeschiedenis: zie G. Wittebols & G. Durnez: Van Leeuwtje tot DC. Kroniek van een Literaire Uitgeverij. Leuven, De Clauwaert, 1984 (Essay-reeks: 1) blz. 8-9.
-
eind(*9):
- De 3 dagboeken zijn in het Duits vertaald door Georg Hermanowski (Recklinghausen, Paulus Verlag).
-
eind(*10):
- In 1981 verscheen b.g.v. haar 65ste verjaardag bij De Clauwaert in Leuven het Verzameld scheppend proza van Maria Rosseels, ingeleid door prof. dr. M. Janssens. De 3 banden bevatten haar romans, verhalen en het reisverslag Oosterse cocktail. Cf. de bibliografie ‘van’
-
eind(*11):
- Ontstaan in 1944. In 1952 liet ze fragmenten uit haar nog onuitgegeven roman in D.S. afdrukken, waarna W. Vanden Eynde haar publikatie in boekvorm bij De Clauwaert aanbood.
-
eind(*12):
- In 1964 werden deze 3 delen in één band uitgegeven onder de titel: Elisabeth. Trilogie. In 1982 verscheen de 10de druk. Het eerste deel heet sinds 1964: De kloosterhoeve. In 1964 luidde de opdracht: ‘Voor Kristine Vanthillo’; in 1981 werd die gewijzigd in: ‘Voor mijn moeder, Emma Vervliet’.
De trilogie verscheen als feuilleton in D.S. (in 100 afleveringen) van 13 augustus tot 11 december 1980.
Georg Hermanowski vertaalde de trilogie in het Duits als Elisabeth von Dijck (Leipzig, St. Benno Verlag, 1968, 19734). Teresa Jetkiewicz maakte naar die Duitse versie een Poolse vertaling: Elzbieta van Dijck (Warszava, Pax, 1977). De 3 delen verschenen ook in de Grote Letter Bibiotheek (Jac. Oppenheimstraat 80, Eindhoven).
-
eind(*13):
- Opgedragen ‘in memoriam matris’.
Van Ik was een kristen verscheen in 1966 een (verkorte) schooluitgave bij De Clauwaert (Leuven) in de reeks Caleidoscoop der Nederlandse Letteren, met aantekeningen door L. Macken. Titel: Ik was een christen (niet meer beschikbaar).
Er bestaat een Duitse (Ich war ein Christ. Salzburg, Otto Müller Verlag, 1959) en een Poolse vertaling van (Ja, chrzescijanin, zabilem z niem door Zygmunt Lichniak naar de Duitse versie. Warszawa, Pax, 1974, 19772).
-
eind(*14):
- Opdracht: ‘Voor mijn vader’. De publikatie van het boek riep een dubbele legende in het leven: dat de schrijver zelf kloosterzuster zou zijn geweest en dat de roman een revanche was op het conflict met de kardinaal. Geen van beide was waar.
(De Clauwaert kondigde eind 1959 een 600 bladzijden dikke roman van Rosseels aan onder de titel De prior. Die is nooit verschenen. Het werd: Dood van een non. Rosseels in een brief van 24 juli 1984: ‘Er bestaat geen bepaalde reden waarom De prior nooit werd geschreven’. Joris Raymaekers van D.C.: ‘Geen enkele door ons aangekondigde roman van M.R. is op tijd verschenen... op Het oordeel na!)
Op 16 september 1975 ging de film Dood van een non door Paul Collet en Pierre Drouot in Antwerpen in première, met Nellie Rosiers (Sabine Arnauld), Jo De Meyere (Nikki), Josine van Dalsum (Gertrude) e.a.
Dood van een non werd door Cécile Seresia in het Frans vertaald onder de titel La passion de Sabine Arnauld (Tournai-Paris, Casterman, 1965). Het boek verscheen ook in het Duits als Todeiner Nonne (Limburg a/Lahn, Lahn Verlag, 1966) en in het Pools als Obietnica Sabiny (Warschau, Pax, 1974).
-
eind(*15):
- Eind 1966 aangekondigd als: Het eeuwig leven, amen. Vertaald in het Pools (Warschau, Pax, 1984) door Zofia Klimaszewska.
-
eind(*16):
- 30 brieven uit het Verre Oosten, waar ze 2 maanden voor D.S. op reis was en waarover ze in 35 afleveringen in september en oktober 1959 berichtte, in- en uitgeleid met een interview door G. Durnez. Het boek werd vertaald in het Hongaars en is opgedragen aan haar ‘sympathieke reisgezel, Willy Vandersteen - ook Willebrordus genoemd’. De eerste editie heette Oosters cocktail. Naderhand werd het - terecht - Oosterse cocktail. Toen de Kempische Schrijvers Rosseels om de bekroning - door de Journalistenclub huldigden, hield A. Berkhof een humoristische en scherpzinnige toespraak. Cf. de tekst ervan in Het Nieuwsblad, 5 en 12 januari 1961.
-
eind(*17):
-
Meer suers dan soets - een tekst over Anna Bijns - dateert uit 1947. Hij werd eerst in D.S. gepubliceerd, daarna in Vrouwen in licht en schaduw (1963). Het verhaal over Johanna de Waanzinnige in Van de liefde die doodt werd speciaal voor de Davidsfondsbundel geschreven.
-
eind(*20):
- Door Gaston Durnez uit haar vele, vele kranteartikels samengesteld.
-
eind(*22):
- 16 geromanceerde vrouwenportretten, o.m. over Anna Bijns, Charlotte Brönte, Maria Roemer Visscher, Maria van den Vondel, en aanvankelijk in D.S. gepubliceerd.
-
eind(*23):
- Van 23 februari tot 29 april 1967 in D.S. verschenen. Een reeks, die veel reacties bij de lezers opriep, zowel voor als tegen, cf. de krant van 10 en 17 april en 2 mei 1967.
-
eind(*24):
- Onvolledig. Deze secundaire bibliografie beperkt zich tot een aantal portretten van en interviews met de auteur, opstellen en monografieën over haar werk en de belangrijkste mij bekende recensies omtrent haar romans.
-
eind(*25):
- Cf. de Franse vertaling door W. Devos in Septentrion, 1980, IX, nr. 1, blz. 45-56.
-
eind(*26):
- Besprekingen van de film worden hier niet vermeld. De film werd door de B.R.T. uitgezonden op 11 juli 1978 én op 28 juli 1981.
-
eind(*19):
- Over vrouwenemancipatie met een merkwaardig fragment: Dagboek van Xantippe.
In het Duits vertaald door L. Swennen: Der Frau aber geziemt es zu schweigen (Glossen zur Emanzipation) (Freiburg-Wenen, Herder Verlag, 1964).
|